Een nieuwe nano-immuuntherapie die het afweersysteem programmeert biedt hoop voor patiënten die na een orgaantransplantatie veel medicijnen moeten slikken om afstoting tegen te gaan. Een muizenstudie toont aan dat doelgerichte ‘herprogrammering’ van de myeloïde cellen orgaanafstoting succesvol tegengaat, zonder verdere medicatie. Hoogleraar Willem Mulder publiceerde deze resultaten in Immunity, het belangrijkste tijdschrift op het gebied van immunologie. Hij is op dit onderwerp onlangs een vakgroep begonnen aan de TU Eindhoven.
Patiënten die een orgaantransplantatie krijgen, moeten nadien levenslang dagelijks een hele reeks immuun-onderdrukkende medicijnen slikken om afstoting van het orgaan te voorkomen. Dat is symptoombestrijding, omdat je probeert het al geactiveerde immuunsysteem te onderdrukken. Bovendien heeft deze methode veel bijwerkingen: infecties en het ontstaan van kanker worden namelijk ook niet meer bestreden door dit lamgelegde immuunsysteem. Onderzoeker Willem Mulder en een team van internationaal gerenommeerde onderzoekers presenteert nu een nano-immunotherapie die heel specifiek de juiste cellen van het immuunsysteem in het beenmerg programmeert, nog vóórdat de afweerreactie start. En dat terwijl de rest van het immuunsysteem werkzaam blijft.
Geheugenfunctie
Bij een orgaantransplantatie stoot het lichaam het orgaan af doordat T-cellen het getransplanteerde orgaan aanvallen. Als de T-cellen door bijvoorbeeld een infectie of een transplantatie worden geactiveerd, ‘onthouden’ ze dat. Echter, de T-cellen worden initieel geactiveerd door myeloïde cellen. Het specifiek behandelen van myeloïde cellen is daarom een elegante manier om activatie van het T-cel geheugen tegen het getransplanteerde orgaan te voorkomen.
Tot voor kort richtte men zich alleen op het onderdrukken van de T-cellen met medicatie, omdat gedacht werd dat alleen deze T-cellen een geheugenfunctie zouden hebben. De Nijmeegse Spinozapremie-winnaar Mihai Netea ontdekte onlangs dat óók de myeloïde cellen een geheugenfunctie hebben. Mulder en zijn team ontwikkelden vervolgens in nauwe samenwerking met Netea een nano-immunotherapie om deze myeloïde cellen in het beenmerg te programmeren. De T-cellen worden dan niet geactiveerd en kunnen de normale afweerreactie tegen infecties en kanker nog gewoon uitvoeren.
Voor het onderzoek kregen muizen na een harttransplantatie binnen een week slechts 3 injecties met de nieuwe nano-immunotherapie. Zonder verdere behandeling, vertoonden 75 % van de muizen na 100 dagen nog steeds geen afstotingsverschijnselen, terwijl in alle onbehandelde muizen binnen 10 dagen de getransplanteerde harten werden afgestoten.
Mulder: “Deze techniek kan het slagingspercentage van orgaantransplantaties verhogen, waardoor de behandeling voor de patiënt veiliger en makkelijker wordt. Omdat we met onze nanotechnologie het immuunsysteem ‘herprogrammeren’, passen we deze behandelingsstrategie ook toe in andere ziekten waarin het immuunsysteem een belangrijke rol speelt. We hebben inmiddels ook veelbelovende resultaten behaald in muismodellen van hart- en vaatziekten.”
Mulder deed zijn onderzoek in dienst van het academisch medisch centrum van Mount Sinai in New York. Hij kreeg in februari een prestigieuze Vici-beurs van 1,5 miljoen euro toegekend, onder andere voor de voortzetting van dit onderzoek. Hij startte daarmee in september een Precision Medicine onderzoeksgroep aan de faculteit Biomedische Technologie van de Technische Universiteit Eindhoven.
Bron: TU Eindhoven