Met de Chips Act wil de EU stimulansen creëren om de productiecapaciteit van halfgeleiders te verhogen, fondsen beschikbaar stellen om technologisch leiderschap te stimuleren en maatregelen nemen om de toeleveringsketens van chips robuuster te maken. De fotonische chipsindustrie is inmiddels goed vertegenwoordigd in de Act. Maar hoe haalbaar zijn deze doelen, wetende dat de concurrentie in China en de VS ook toeneemt?
In een paneldiscussie tijdens de PIC Summit Europe reflecteerden Erwin Nijsse (Nederlands Ministerie van Economische Zaken & Klimaatbeleid), Tom Berendsen (Europees Parlement), Rudi de Winter (CEO van X-FAB) en Werner Steinhoegl (Europese Commissie) op de visie van een groep fotonica-CEO’s om een wereldwijd toonaangevende, veerkrachtige PIC toeleveringsketen te creëren. Johan Feenstra, CEO van Smart Photonics, was aanwezig om meer inzicht te geven in de plannen van de CEO-groep.
4,25 miljard euro
CEO’s van acht van Europa’s grootste geïntegreerde fotonicabedrijven hebben een plan gepresenteerd om een veerkrachtige Europese toeleveringsketen voor fotonische geïntegreerde schakelingen op te bouwen. Het plan vraagt om €4,25 miljard aan financiering over een periode van acht jaar en een reeks aanbevelingen om de Europese geïntegreerde fotonica-industrie in staat te stellen wereldleider te worden en in staat te zijn autonoom aan klanten in de EU te leveren.
In zijn eerste reactie, gedeeld via video, prees Thomas Skordas (Europese Commissie) de CEO’s voor de juiste timing van de aanbevelingen en voor het verwijzen naar de European Chips Act. “Ons eerste doel is ervoor te zorgen dat de Europese halfgeleider- en fotonica-industrie de juiste steun krijgt om in Europa te kunnen investeren, de productiefaciliteiten te creëren die we in de toekomst nodig hebben, onze productie te verdubbelen en onze technologische afhankelijkheid te verminderen van die delen van de wereld die om geostrategische en andere redenen problemen kunnen veroorzaken.”
Skordas nodigde de CEO’s uit om samen te werken met de Commissie. “We hebben een ambitieuze industrie die klaar is om te investeren in fotonica, een van de opkomende technologieën voor Europa, waar we veel toepassingen hebben en veel sterke punten, zowel in termen van kennis als van vaardigheden. We zijn bereid om verder samen te werken met het hele systeem van de fotonica-sector om een ambitie te bereiken die aansluit bij uw visie en doelstellingen.”
Optimisme
Werner Steinhoegl toonde zich zo mogelijk nog optimistischer in zijn bijdrage over de Europese ambitie in fotonica. “Natuurlijk is het budget nooit toereikend. Maar optimistisch als ik ben, kan ik zeggen dat het geld zal worden gevonden als het nodig is. We zijn klaar om onze rol te spelen.”
Steinhoegl verwacht “een politieke window of opportunity” te hebben, nu Europa heeft besloten om minder afhankelijk te worden van de rest van de wereld voor de productie van chips. “We hebben tijdens de Corona-crisis gezien hoe belangrijk chips zijn. Ze zijn overal. Ze zitten in auto’s, ze zitten in medische apparatuur, ze zitten in kritieke infrastructuur, ze zitten in defensie. Daarom hebben we ons tot doel gesteld om een waardeketen op te bouwen met een wereldwijd marktaandeel van minstens 20%. Natuurlijk is dat een politiek doel: 20% is de bevolking of de marktomvang van Europa in vergelijking met de wereld. Hoe dan ook, het idee is dat we minder afhankelijk worden, en dat moet op Europees niveau gebeuren.”
Te groot voor Nederland
Met ASML in Veldhoven is Nederland een belangrijke speler in Europa, zei Steinhoegl. “Maar het is mijn plicht om te zeggen dat dit zelfs te groot is voor Nederland, het heeft echt zin om dit op Europees niveau te doen. Daarom ben ik ook blij met de aanbevelingen die ik vandaag heb gekregen. Ze zeggen dat er een trend is voor fotonische chips, die sterker groeit dan gemiddeld in de halfgeleiderindustrie. Dit betekent dat er een markt zal zijn. Grote bedrijven zijn hier niet alleen in geïnteresseerd, ze zijn er ook daadwerkelijk mee bezig. We kunnen dit verder stimuleren door gezamenlijke activiteiten, door samenwerking. We kunnen niets doen zonder industrie, of zonder onderzoek. Dat is precies waarom de Commissie, samen met de lidstaten en het Europees Parlement, de randvoorwaarden heeft gecreëerd met de Chips Act. Wij zijn bereid onze rol te spelen, ook financieel.”
Vanuit Nederlands perspectief kon Erwin Nijsse Steinhoegl geruststellen dat Nederland met een Europese visie naar de fotonische chipsindustrie kijkt. “We zullen ons organiseren met Europese landen om niet zozeer te denken aan wat je de stille concurrentie zou kunnen noemen, maar aan echte samenwerking, voortbouwend op elkaars sterke punten, zodat we samen Europese kampioenen kunnen creëren.” Nijsse noemde het rapport “een begin” en wachtte op veel meer. “We moeten de ambitie samen verder brengen. De Nederlandse overheid doet dat met nationale doelen, waarbij opnieuw private en publieke samenwerking samen zullen moeten komen om dit te realiseren. Ik ben overigens buitengewoon optimistisch dat de Europese Commissie de initiatieven ook daadwerkelijk kan financieren.”
Zwaartepunt
Johan Feenstra, een van de initiatiefnemers van de CEO-aanbevelingen, was het helemaal eens met de andere sprekers over de noodzaak van samenwerking. “Je ziet dat er een ontwikkeling is van verticale integraties naar een horizontale waardeketen waarbinnen partijen zich gaan specialiseren. Dat is een deel van de kans die we in Europa hebben. We halen de productie terug naar Europa en daarmee creëer je het zwaartepunt hier in Europa, door gebruik te maken van alle R&D die we hebben gedaan en daar bovenop hebben gebouwd. Daarmee zuig je ook de rest van de waardeketen naar binnen. Ik denk dat dat een deel is van wat we wilden doen als CEO-groep: we dekken de hele waardeketen: Ontwerp is er, testen is er, verpakking is er, productie is er. En met elkaar bestrijken we heel Europa. Ik ben het er helemaal mee eens dat Nederland weliswaar heel sterk is in geïntegreerde fotonica, maar dat we dit niet alleen kunnen. We moeten onze partners in Europa omarmen en deze hele waardeketen de komende jaren opbouwen.”
Politiek spel
Hoewel Tom Berendsen, lid van het Europees Parlement, de aanbevelingen en de reactie van de Commissie prees, uitte hij ook zijn zorgen. “Het interessante is dat de chipswet deel uitmaakt van een grotere industriestrategie in Europa. Industriepolitiek was iets dat jarenlang niet op tafel lag. Nu zie je dat overheden zich actief met industrieën willen bezighouden. Dat is natuurlijk ook riskant. Als je het doet, moet je het goed doen, en je moet het consistent doen, voor een langere periode.”
Ewit Roos, CEO bij PhotonDelta, voegde daar nog een vrees aan toe: “Als er één ding is waar ik me zorgen over maak, dan is het wel het politieke proces. We zullen gaan praten over wat alle lidstaten doen en hoe we het geld kunnen verdelen om enige consensus te krijgen. Zo van ‘als jij mij steunt, dan steun ik jou en dan krijg ik geld van jou en dan help jij mij’. Het is een politiek spel. Maar hebben we tijd om dit politieke spel in Europa te spelen? Hoe kunnen we gaan investeren in de gebieden waarin we uitblinken en potentieel superieur kunnen worden en een positie in de wereld kunnen innemen? Dus dat is mijn angst – als we die politieke route blijven volgen, zullen we het nooit maken in de wereld.”
Werner Steinhoegl probeerde Roos meteen gerust te stellen. “Het idee is niet om activiteiten over heel Europa te verspreiden. Het gaat om complementariteit. In fotonicachips zijn er een paar belangrijke platforms. We willen ervoor zorgen dat die zo goed mogelijk worden afgedekt. Het gaat er dus om te kijken welke activiteiten veelbelovend zijn en dan te kijken hoe ze kunnen samenwerken, hoe vullen ze elkaar aan, waar zitten de synergieën.”