De laatste pakweg 30 jaar hebben laten zien dat Brainport op z’n best is als het tegen de klippen op moet werken. Hoe groter de weerstanden, hoe slechter de omstandigheden, des te beter het met het gebied gaat. Althans, zo lijkt het. De enorme reorganisaties bij Philips en DAF in de jaren negentig en de grote crisis van het decennium daarna hebben immers, op het eerste oog, behoorlijk bijgedragen aan de successen van vandaag. Tegen die achtergrond zou je het besluit van minister Schultz om het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) naast zich neer te leggen, als een godsgeschenk kunnen zien.
De RLI had de regering geadviseerd om Brainport meer aandacht (en geld) te geven omdat deze regio meer en meer als motor van de Nederlandse economie functioneert en daardoor minstens op gelijk niveau staat als de twee al langer erkende Mainports, Schiphol en de Rotterdamse haven. Sterker nog, Brainport is die twee op veel vlakken al ver voorbijgestreefd. Ter illustratie: alleen ASML zorgt al voor meer toegevoegde waarde in de nationale economie dan de complete Rotterdamse haven. Er is de afgelopen decennia een ecosysteem ontstaan waarin grote maakbedrijven en hun toeleveranciers in een ongekende verbondenheid gezorgd hebben voor een cultuur van innovatie die uniek is, zelfs op wereldniveau. In fotonica, automotive, electronica, mechatronica, medtech en ontelbare aanpalende specialismen speelt Eindhoven een mondiale hoofdrol. Nergens in Nederland wordt meer geld uitgegeven aan Research & Development dan hier en wat betreft het aantal patenten speelt Eindhoven mee wereldniveau. Brainport is dan misschien nog net niet officieel gekroond tot de High Tech hoofdstad van de wereld, maar in Europa zijn er alvast weinig steden die er bij in de buurt komen.
Je zou zeggen: alle reden om die positie te koesteren en verder te verstevigen, een kind die dat kan zien. Want als de resterende ruwe plekjes in deze nationale diamant nog wat beter geslepen zouden kunnen worden, heeft iedereen in Nederland daar plezier van. Maar zo makkelijk is dat blijkbaar niet: het kabinet liet afgelopen week weten geen enkele aanleiding te zien voor een opwaardering van Brainport. Op zijn best mag Brainport meeliften op een ‘nieuwe economische samenhang’ in Nederland. Schultz: “Een goede koppeling tussen de mainports, brainport, greenports, de digitale hub en de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren is van cruciaal belang om de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken.”
Natuurlijk. Samenwerken helpt. Dat weten ze in Brainport beter dan wie ook. Maar net zoals het ooit een slim idee was om de twee Mainports een streepje voor te geven om daarmee de nationale economie vooruit te duwen én de wereld te helpen, geldt dat nu voor de high tech regio rondom Eindhoven. Voor Brainport dus. Want het ogenschijnlijke godsgeschenk (vanuit de perceptie dat Brainport pas echt kracht krijgt als de omstandigheden tegen zitten) is natuurlijk op zijn best een sigaar uit eigen doos. Van een causaal verband tussen tegenslag en Brainportsucces is hoe dan ook geen sprake. Het kabinetsbesluit om het RLI-advies niet op te volgen kan dan ook vanuit verschillende perspectieven relatief gemakkelijk worden afgedaan als een onverstandige zet.
Het lokale perspectief
Vanuit lokaal perspectief is dat misschien wel het makkelijkst aan te tonen. Om aantrekkelijk te blijven voor talenten uit de hele wereld én om de mensen die er al wonen welvaart en welzijn te kunnen blijven bieden, is het hard nodig de stad en directe omgeving aantrekkelijker te maken. Het voorzieningenniveau is – in de wereldwijde context – simpelweg ondermaats. Er is nog steeds geen Rijksmuseum in de wijde omtrek van Eindhoven, er is veel te weinig geld om zwembad, ijsbaan of muziekgebouw zonder problemen overeind te houden en de stad barst wel van de energie, maar bruist niet zoals de concurrentie dat doet. Een erkenning – óók financieel – van het belang van dit soort aspecten zou in de top- en onderlaag van Brainport merkbaar zijn. En daarmee het aantrekken en behouden van nieuw talent vergemakkelijken. Waarmee de spiraal vanzelf verder naar boven draait.
Het nationale perspectief
Maar wat schiet Nederland daar mee op? Inderdaad, als de erkenning van Brainport als Mainport alleen lokale effecten zou hebben, zou het nog te begrijpen zijn dat het kabinet hier de handen van af haalt. Maar zo zit het niet. Het goud dat in Brabant ligt kan door het hele land gedolven worden. Niet alleen doordat de schatkist profiteert van elke euro die Brainport extra verdient, maar ook omdat de rest van het land meeprofiteert. Als toeleverancier, als opdrachtgever, als vervoerder, als klant en als de verzameling van plekken waar al die nieuwe Nederlanders hun geld gaan uitgeven. Zoals het hele land ooit profiteerde van de kracht van de Rotterdamse haven en Schiphol, zo heeft Zuid-Oost Brabant als bron van innovatie in de maakindustrie die rol beetje bij beetje overgenomen. Bovendien, zoals ASML-topman Frits van Hout afgelopen week aangaf: “Technologie betekent welvaart. In de waardecreatie is de volgorde toch echt: eerst Maken, daarna Handel, en dan Transport“. Zo is het maar net: alles begint met de maakindustrie en high tech is daarbij een voorwaarde.
Het internationale perspectief
Maar het belang van Brainport reikt verder. Dit is een plek waar de immense problemen en uitdagingen waar de hele wereld mee kampt, een adres hebben gekregen. Het adres van Ioniqa bijvoorbeeld, dat plastic terug in grondstof verandert. Het adres van NXP, dat alle mobiliteit met elkaar laat communiceren. Het adres van ASML, dat met zijn chipmachines heel Silicon Valley aan de gang houdt (en en passant verantwoordelijk is voor de werking pakweg 90% van ‘s werelds smartphones). Het adres van Philips, dat medische oplossingen bedenkt voor elke wereldburger, arm of rijk. Het adres ook van SingularityU dat niet voor niets deze plek uitkoos als de eerste buiten de VS om zijn missie – via de zich exponentieel ontwikkelende nieuwe technologieën wereldproblemen helpen oplossen – ten uitvoer te brengen. En het adres van die duizenden andere grote en kleine patenthouders die allemaal een klein stukje van die belangrijke puzzel voor hun rekening nemen.
We moeten niet overdrijven: natuurlijk is de toekomst van de wereld niet afhankelijk van Eindhoven. Er zijn ontelbare locaties waar inventieve geesten aan dezelfde puzzel werken. Maar de manier waarop dat in de Brainportregio gebeurt – pionierend, in samenwerking, in openheid, in een balans tussen technologie en design, de rechter en linker hersenhelft – heeft ertoe bijgedragen dat juist dit gebied in staat is de puzzel op te lossen.
Van lineair naar exponentieel
Brainport heeft ook zonder extra steun van het kabinet nog volop groeimogelijkheden, die het op eigen kracht zonder meer zal grijpen. De rek is er nog lang niet uit, niemand in dit gebied bedelt om noodhulp. Wat er wel aan de hand is, is dat een krachtige en zelfbewuste regio er met de onderzoeksgegevens van de RLI in de hand op wijst dat de lineaire groei met een beetje hulp omgezet kan worden in een exponentiële. Om het land nog meer te laten meegenieten van de kwaliteiten die er ontwikkeld zijn en de wereld te helpen in de oplossing van een aantal van de meest wezenlijke vraagstukken die er liggen; technologisch, economisch maar vooral ook maatschappelijk.
“Brainport komt hier wel overheen”, zei EZ-wethouder Staf Depla van Eindhoven direct na het bekend worden van het besluit van Schultz. Dat klopt. Maar Nederland laat met een keuze die het verleden boven de toekomst plaatst, willens en wetens een kans voor open doel liggen.
Dat is jammer voor Brainport,
dat is ronduit onverstandig voor Nederland,
maar het is zonder overdrijving ook doodzonde voor de wereld.
(foto (c) Norbert van Onna)