Het ruimtelijk debat in de stad ging de afgelopen tijd over woningnood, hoogbouw, de autoluwere binnenstad, schone lucht, vergroening en natuurlijk de campuslocaties waar het Brainportsucces landt. Blijkbaar heeft de stad- en ook ik – zitten te slapen. Opmerkelijk geruisloos is namelijk vlak na de zomer de concept ontwerp Omgevingsvisie voor Eindhoven met de titel Kloppend hart van Brainport verschenen. Dankzij de prikkelende opinie van socioloog Bas van Stokkom in het Eindhovens Dagblad van 17 januari jl. De stad kijkt naar te grote jongens is de concept Omgevingsvisie geheel terecht op de agenda gezet. Het succes van Brainport is niet voelbaar in de hele stad. De stad leeft vrij vertaald in de woorden van Van Stokkom op te grote wereldvoet en de ronkende ambities lijken wel een verkoopstrategie. Kortom, veel sales over de Eindhovenaren heen en weinig realistische daden.
Brainport salespraat
Dit is des te zorgelijker omdat de Omgevingsvisie het kader voor toekomstig ruimtelijk beleid is dat vorm krijgt via zogenaamde Omgevingsplannen en programma’s. Deze visie is onderdeel van de Omgevingswet. Deze wet brengt alle 26 wetten samen over bouwen, milieu, waterbeheer, ruimtelijke ordening, monumentenzorg en natuur. Doel is ruimte te maken voor ontwikkeling betere bescherming van de omgeving. De kritiek van Van Stokkom dat de visie vooral een misplaatst Brabants Utopia zal brengen, vraagt om een nadere duiding. Wel is het op zijn zachts gezegd opmerkelijk dat stakeholders in de stad het blijkbaar totaal anders zien en zich er blijkbaar wel in herkennen. Er is namelijk nauwelijks kritiek geweest. Uitgangspunt van de visie is namelijk dat alle besluiten tot stand moeten komen in samenspraak met belanghebbenden en dat is gebeurt. Ik ben benieuwd naar de reactie van het Stichtingsbestuur van Brainport en de politiek op Van Stokkom.
Kern Omgevingsvisie
In feite beschrijft de redelijk algemene Omgevingsvisie veel van wat al bekend is en in gang wordt gezet. Brainport Eindhoven is niet voor niets aangewezen als derde Mainport en is met Amsterdam en Rotterdam een van de economische motoren van het land. De ambitie in de visie sluit hierop aan: “Als centrumstad vervult Eindhoven een cruciale rol bij de versterking van Brainport Eindhoven als economische wereldspeler op het gebied van kennisintensieve maakindustrie en design. Om internationaal concurrerend te blijven, streeft Eindhoven samen met de regio naar een excellent woon- en werkklimaat. Eindhoven zet daarom randvoorwaardelijk in op gezonde en duurzame verstedelijking met behoud van stedelijke en dorpse kwaliteiten en met bijzondere aandacht voor sociale cohesie en inclusie. Eindhoven is in staat om zich snel aan te passen aan de steeds veranderende vaag naar geschikte en betaalbare ruimte om te wonen, werken, verblijven en recreëren”.
Vier hoofdambities
Dit wordt weer vertaald in vier hoofdambities. De stad is een economische wereldspeler, maar ook een gezonde en toekomstbestendige, en authentieke stad, waarin iedereen mee kan doen. Geruststellend is dat de visie beschrijft dat er veel aandacht is voor onder meer het dichten van de kloof tussen arm en rijk en (betaalbare) woningbouw voor iedereen. Probleem is wel dat deze cruciale opgave ondersneeuwt in al het economisch Brainportgeweld in de visie. Helaas ontstaat op basis van deze visie te weinig gevoel dat de stad deze opgave echt ziet als topprioriteit. Natuurlijk profiteren veel bewoners en ondernemers in Brainport Eindhoven van het economisch succes van de regio, maar tegelijkertijd is er een deel dat hiervan niet profiteert en dit nauwelijks merkt. De problemen in het sociale domein helpen hier ook niet bepaald bij. In die zin heeft Van Stokkom een terecht punt dat de stad in de grote dromen en hoge ambities voorbij gaat aan de nood en vragen van de ‘gewone Eindhovenaren’. De Omgevingsvisie geeft onvoldoende kader te komen tot een inclusieve samenleving. De betrokkenen bij Brainport Eindhoven hebben een belangrijke taak bij de uitwerking van de visie in plannen en programma’s nadrukkelijk te sturen op sociaal-economische waarden en het verbinden van groepen inclusief regiogemeenten die wel en niet profiteren van het Brainportsucces.
Wijkaanpak nodig
De visie constateert wel dat bevolkingssamenstelling omvangrijker en diverser wordt, maar er wordt te weinig gezegd dat een nieuwe en stevige wijkaanpak nodig is voor de gewenste wijkvoorzieningen die aansluiten bij de toenemende diversiteit en behoeften van onze inwoners en bezoekers. De term ouderen en grote woningnood onder ouderen blijft onderbelicht in de strijd om talent. Illustratief voor de zorgen in de wijken zijn bijvoorbeeld de zorgen vanuit wijkwinkelcentrum Woensel die wijzen op te grote focus op de booming binnenstad. De sociale cohesie, veiligheid en leefbaarheid in de wijken vormen volgens de visie namelijk een continu aandachtspunt. Net als inspelen op onzekerheid van mensen die moeite hebben met de technologische ontwikkelingen mee te gaan. Ik daag betrokkenen bij het Brainportsucces uit dit concreet te maken. In dit kader werkt Fontys de komende jaren vanuit onze onderzoekszwaartepunt TEC for Society nadrukkelijk aan praktijkgericht onderzoek over het functioneren van de inclusieve samenleving. Vanuit diverse opleidingen wordt gewerkt aan wijkgericht onderzoek en projecten zoals rond de buurtsportcoaches.
Quality of life
Terecht zet de Omgevingsvisie in op het versterken van de quality of life en de meer zachte vestigingsvoorwaarden die op een hoger niveau moeten komen. Grootste opgave voor Brainport Eindhoven is het aantrekken en zeker ook behouden van talentvolle mensen. Nadruk ligt op de kwaliteit van voorzieningen, openbare ruimte en milieu en niet langer op alleen fysieke investeringen en infrastructuur. De stad moet extra investeren in voorzieningen op het gebied van sport en cultuur, aantrekkelijke woon- en werklocaties, milieudoelstellingen halen en inspelen op klimaatverandering. Concreet betekent dit dat een meer autoluwe en groene binnenstad dus nodig is in de strijd om talent. Hetzelfde geldt voor de aanpak van de luchtkwaliteit, maar ook het bouwen van tienduizenden woningen. Het is belangrijk dat er een evenwichtig woningaanbod is, zodat inwoners een passende woning kunnen vinden en zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen in alle woonmilieus. Dit kan alleen door ook hoogbouw niet uit te sluiten mits dit gepaard met vergroening omliggende openbare ruimte, groene gevels en verduurzaming mobiliteit en dus lagere parkeernormen. Van Stokkom slaat wat dat betreft de plank mis. Dit is geen Utopia, maar gewoon werken aan een duurzame stad die toekomstproof is.
De Omgevingsvisie stelt dat het succes van de Brainport regio voelbaar is in de stad. Dit kan natuurlijk niemand ontkennen en daar mogen stad en regio trots op zijn. Tegelijkertijd geeft de Omgevingsvisie nog te weinig houvast voor mensen en wijken waar dit succes nauwelijks of te weinig voelbaar is. Dit is de grote uitdaging voor de gemeente bij het uitwerken van de visie in plannen en programma’s.
Auteur dr. Cees-Jan Pen is lector bij het lectoraat de Ondernemende Regio van Fontys Hogescholen. Hij is adviseur in diverse gremia op het gebied van werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren en winkels), stedelijke en regionale economie en vastgoed. Pen heeft 15 jaar ervaring vanuit zowel de overheid als de adviessector met onderzoek rond vastgoed en ruimtelijk-economische vraagstukken.