“De wereld wil bedrogen worden” – Lector Journalistiek en verantwoorde innovatie Danielle Arets gebruikt het citaat uit een recent boek over de geschiedenis van desinformatie als bewijs dat nepnieuws van alle tijden is. “Sterker nog, pas sinds het ontstaan van de moderne journalistiek is er ook zo iets als erkenning voor de echte feiten. Pas sinds we zijn gaan betalen voor nieuws, hebben we een wat betrouwbaarder medialandschap gecreëerd. Maar dat wil niet zeggen dat daarmee een eind kwam aan misleidende informatie.”
Arets schotelt haar publiek in dit openbare hoorcollege – het eerste in een reeks die Fontys Hogescholen de komende tijd organiseert – een reeks sprekende voorbeelden voor die alles bij elkaar laten zien waarom de gemiddelde burger zich ondanks de prestaties van de professionele journalistiek grote zorgen blijft maken over nepnieuws. Hoewel zelfs dat geen feit genoemd mag worden, want het ene onderzoek spreekt het andere weer tegen, zo laat ze zien.
Trollen, fakes, yellow press, clickbait, bots, botnetwerken, bogus, hoax, deep fakes, partisan: er zijn in de moderne digitale wereld veel manieren om de waarheid te ondermijnen. Maar de tegenkrachten zijn ook sterk in opkomst: bedrijven met namen als Claimbuster, Truthteller, TrusttheSource en Social Sensor proberen de fakes te ontmaskeren. Een land als Singapore heeft zelfs wetgeving die nepnieuws verbiedt. Er zijn lessen mediawijsheid in Nederlandse klassen, heel goed, zegt Arets. En dan is er nog zo iets als DROG. Arets: “De reflex is vaak dat we desinormatie proberen te neutraliseren door heel hard te roepen wat dan wel de feiten zijn. Maar dan ontstaat er vaak zo iets als backfire: mensen willen die waarheid helemaal niet geloven, er is een soort reality apathie. DROG, een twee jaar oude startup, heeft een andere aanpak. Ik vergelijk desinformatie maar even met smeerkaas: ga zelf een keer in een smeerkaasfabriek rondlopen, dan wil je het nooit meer. DROG doet iets soortgelijks: ze laten mensen zelf nepnieuws maken om ze er zo voor eeuwig van te genezen. Zoals bij een griepvaccin: bouw weerstand op door jezelf te injecteren met nepnieuws. Geen debunking maar prebunking.”
Fontys gebruikt ook zelf volop dit soort nieuwe digitale tools, bijvoorbeeld in het studieonderdeel The Factory. Arets: “Samen met het big data lectoraat gaan we proberen als journalistiek frontrunner te blijven. Dat is hard nodig in digitale wereld.” Oud-student Stern de Pagter laat zien hoe met toegankelijke onderzoekstools journalistieke of politieke beweringen snel gefactcheckt kunnen worden. “Nee, Duncan is geen Brabander. En pas vooral ook op bij al te makkelijke beweringen vanuit de politiek.” Samuel Verschoor en Anne Giesen, twee andere studenten journalistiek, tonen vervolgens hoe ze tijdens een workshop van het onderzoeksnetwerk Bellingcat een Utrechts cocainenetwerk konden ontrafelen.
“Kijk, daarvoor hebben we de professionele journalistiek hard nodig. Cruciaal is het besef dat journalistiek een vakgebied is. We gaan de uitdagingen graag te lijf, maar we hebben daar wel de power voor nodig. Aan de nieuwsconsumenten vraag ik dus om wél te betalen voor goede journalistiek. Want dan weet je dat er mensen zijn die met aandacht naar de feiten hebben gekeken. Natuuurlijk, ook zij maken wel eens een foutje, maar zij zijn de beste garantie tegen misinformatie.”