In Duitsland kan er deze zomer voor 9 euro per maand gereisd worden met het regionale openbaar vervoer. Innovation Origins maakt van de gelegenheid gebruik om een aantal toekomstprojecten te bezoeken. In deze aflevering reizen we af naar Maagdenburg.
Maagdenburg is niet bepaald een bloeiend economisch en toeristisch centrum. Het juweel van deze Hanzestad tussen Berlijn en Hannover is de “Magdeburger Dom”, die met zijn donkere torens hoog boven alles uitsteekt. Er staan her en der in de stad een paar leuke beelden, er is veel groen en de uitzichten over de Elbe zijn mooi. Maar dan heb je het ook wel gehad.
Het meest beroemd is de hoofdstad van de deelstaat Saksen-Anhalt voor de graftombe ónder de Dom. Daar ligt Otto de Grote begraven, de eerste keizer van het Heilige Romeinse Rijk die zich door een Paus (Johannes XII) liet kronen in 962.
Het graf geeft aan hoe belangrijk Maagdenburg ooit was. Ideaal gelegen aan de rivieren Elbe en Havel was het eeuwenlang een Europees handelscentrum. Het was de geboortestad van enkele beroemde persoonlijkheden zoals Adelbert Delbrück (de oprichter van Deutsche Bank) en de componist Georg Philipp Telemann. Maar van die rijkdom is nog maar weinig te zien omdat de stad grotendeels is verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De Dom, de tombe, delen van de oude stadswal en een beeld uit 1240 van de zwarte heilige Mauritius zijn enkele zeldzame herinneringen aan de gloriedagen van Maagdenburg.
Om een indruk te krijgen hoe de stad er vroeger uit moet hebben gezien, kun je tegenwoordig beter naar kleinere steden in de buurt, zoals Brandenburg an der Havel (ook zwaar gebombardeerd, maar meer aan de randen) en Naumburg.
Kaalslag na de DDR
Toch was Maagdenburg ook na WOII nog altijd een begrip, niet vanwege zijn schoonheid, maar vanwege de machinebouw, die een lange traditie heeft in de stad. Gedurende de DDR-jaren kreeg Maagdenburg niet voor niets de bijnaam “Stadt des Schwermaschinenbaus”.
Maar na de val van de Muur in 1989 kwam de grote kaalslag. Het “Schwermaschinenbau-Kombinat “Ernst-Thälmann (SKET)” met 30.000 werknemers ging grotendeels verloren. Er bleven slechts een paar kleinere bedrijven over. Zo worden er tegenwoordig in Maagdenburg onder andere onderdelen gemaakt voor windmolens.
Maar in de top van Duitse “industriestandorten” komt Maagdenburg niet voor, wat ook te merken is aan het inwonertal. In 1940 had de stad 346.000 inwoners. In 1989 was dat gedaald tot 290.000. Nu zijn er nog maar 236.000 over, waarmee Maagdenburg buiten de Duitse top-30 valt, en binnen Saksen-Anhalt moet wedijveren met het 90 kilometer zuidelijker gelegen Halle.
Minister Schulze ziet nieuw tijdperk aanbreken
“Maar er komen betere tijden aan”, zegt minister Sven Schulze van economische zaken tijdens een bezoek op zijn kantoor, direct aan het centraal station.
Schulze wijst erop dat de krimp van de bevolking al een paar jaar geleden is gestopt. Met de “Otto von Guericke Universiteit” en de “Hochschule Magdeburg-Stendal” (H2) heeft de stad bovendien twee onderwijsinstellingen van internationale allure.
17 miljard van Intel
Maar Schulze heeft veel grotere dromen dan die van een leuke studentenstad. Hij denkt dat Maagdenburg uit kan groeien tot een centrum van de Europese halfgeleiderindustrie. Een naam is er al: Silicon Junction, wat natuurlijk verwijst naar het Amerikaanse pendant in California. De grote katalysator is de Amerikaanse chipreus Intel.
Een paar maanden geleden zijn de papieren ondertekend voor de grootste buitenlandse investering ooit in Duitsland. Intel gaat de lieve som van 17 miljard euro steken in productiefaciliteiten aan de rand van de stad. Ter vergelijk, de “gigafactory” van autoproducent Tesla in Grünheide bij Berlijn heeft ongeveer 4 miljard euro gekost.
Veel is er nu nog niet te zien op het 450 hectare (675 voetbalvelden) grote terrein. “Eulenberg is nu nog een knollenveld”, zegt Schulze, “maar vertrouw erop het wordt een van de modernste bedrijventerreinen van Duitsland met niet alleen Intel als huurder, maar ook andere technologiebedrijven”.
Dublin
Het grote voorbeeld is Leixlip, een dorpje even buiten Dublin, waar Intel in 1989 neerstreek. De Ierse regering lokte Intel destijds met miljoenen Ierse ponden, maar kreeg daar veel voor terug. De Amerikanen hebben sindsdien 18 miljard euro geïnvesteerd in meerdere fabrieken, en er staat nog 12 miljard euro aan investeringen gepland.
De volgende fabriek is al in aanbouw op het “Collinstown Industrial Park” waar Intel 4500 mensen in dienst heeft. Het vroeger straatarme boerengehucht Leixlip kan zich nu qua huizenprijzen meten met de beste buurten van Parijs of Londen.
Bouw start volgend jaar
Zo zou Schulze het ook graag zien in Maagdenburg. De bouw van de fabriek start volgend jaar en de eerste “wafers” (de platen waar de chips op zitten) rollen als het goed is in 2026 of 2027 van de band.
Waarschijnlijk zullen er bij Intel dan ook machines van het Nederlandse ASML staan. De verwachting is dat in Maagdenburg gebruik zal worden gemaakt van de laatste generatie van de zogenoemde ultraviolet lithografie-technologie (High-NA EUV) en daarvoor zijn machines van ASML nodig.
Eén ASML-machine kost ongeveer 270 miljoen dollar. Het is een techniek die Intel tot nu toe heeft gemist, maar de Amerikanen willen dat de komende jaren goedmaken. Maagdenburg en Ierland gaan daarbij een hoofdrol spelen, maar er zijn ook investeringen gepland in Frankrijk, Italië, Spanje en Polen.
Miljardensubsidie
Dat alles gaat niet zonder subsidies. Schulze wil geen bedrag noemen, maar in Duitse media valt te lezen dat het opgeteld in Maagdenburg om bijna 7 miljard euro gaat.
Daarvoor moet nog wel groen licht van Brussel komen, maar dat is volgens Schulze een formaliteit, want de Europese Commissie wil de chipindustrie ook dolgraag zien groeien, en heeft daarvoor de zogenoemde “European Chips Act” in het leven geroepen.
Doel van die regelgeving is om Europa met behulp van tietallen miljarden aan overheidssteun onafhankelijker te maken van Aziatische en Amerikaanse chipbedrijven.
Tekorten op de arbeidsmarkt
Dat er nog veel werk aan de winkel is, beseft Schulze zich terdege. De ligging van Maagdenburg is op zich uitstekend, in het hart van Duitsland, direct aan de A2 van Oberhausen naar Berlijn. Maar de infrastructuur kan beter.
Dat geldt niet alleen voor de wegen, trein-, tram- en busverbindingen. Er moet ook meer en modernere huisvesting komen. Maagdenburg heeft er de laatste jaren wel een paar mooie nieuwe wijken bijgekregen, onder andere langs de Elbe, maar het is nog niet genoeg.
Alleen gedurende de bouwfase van de Intel-fabrieken worden pakweg 7.000 werknemers verwacht die allemaal ergens moeten wonen. Bij Intel komen vanaf 2027 ongeveer 3000 werknemers te werken. “En dat kunnen er in de jaren erna nog meer worden”, denkt Schulze. Hij verwacht bovendien, zoals gezegd, dat er van Intel een magneetwerking uitgaat op andere bedrijven: van horeca tot industriële toeleveranciers. Ook die mensen willen wonen en recreëren.
Krapte op de arbeidsmarkt
Duizenden extra banen dus. Maar waar komen al die mensen vandaan?
Arbeidsmarktdeskundigen verwachten dat het nog een hels karwei wordt om voldoende werknemers te vinden. Maagdenburg is ook niet de enige Oost-Duitse stad waar miljarden geïnvesteerd worden technologische faciliteiten. Denk aan het eerder genoemde Tesla bij Berlijn, Bosch heeft een chipfabriek gebouwd in Dresden en er staan meerdere accufabrieken gepland, waaronder een hele grote in Erfurt (CATL) en een voor recycling (BASF) in Schwarzheide (60 kilometer van Dresden).
Schulze zet zijn kaarten allereerst op mensen uit de directe omgeving. “70% van de studenten aan onze universiteit en hogeschool vertrekt nu nog als ze klaar zijn met hun opleiding. Dat moet en kan beter.”
Intel gokt daarnaast op de aanwezigheid van een reeks andere universiteiten en onderzoekscentra in de regio. In een omtrek van 100 kilometer gaat het volgens Christin Eisenschmid, de Duitsland-chef van Intel, om zeven instellingen, zo zei zij eerder dit jaar.
Projectteam heeft er de handen vol aan
Op het ministerie zijn volgens Schulze momenteel meerdere ambtenaren fulltime bezig met het in goede banen leiden van het project.
Kansen
Norbert Doktor, woordvoerder van de Hogeschool H2, ziet door de komst van de chipgigant in ieder geval grote kansen voor regionale onderwijs- en onderzoeksinstellingen, maar het zal ongetwijfeld gepaard gaan met uitdagingen.
Positief is dat er nu al veel technische opleidingen worden aangeboden die aansluiten bij de behoefte van Intel en zijn toeleveranciers. Maar dat neemt niet weg dat er meer moet gebeuren. Doktor: “Intel gaat deze regio veranderen. Het is een zo complexe bedrijfshuisvesting dat niemand volledig in kan schatten, wat het allemaal gaat betekenen. Dat geldt voor ons als Hogeschool, maar ook voor de stad, hoe om te gaan met bijvoorbeeld verbeteringen van de infrastructuur en allerlei voorzieningen zoals scholen.”
DATI
Doktor verwacht veel van de dit jaar opgezette organisatie “Deutsche Agentur für Transfer und Innovation (DATI)” die er op landelijk en regionaal niveau voor moet gaan zorgen dat onderwijsinstellingen, onderzoekers, bedrijven en de overheid meer gaan samenwerken. Verder wordt er gedacht aan een nieuwe technische leerstoel aan de universiteit.
Studentenhuisvesting genoeg
Een voordeel, over studentenhuisvesting hoeft hier niemand zich zorgen te maken, zo blijkt tijdens een bezoek aan de universiteitscampus. Er zijn tenminste 9 “Wohnheime” voor studenten en er is plek genoeg voor meer. Daar kan een Nederlandse studentenstad alleen maar van dromen.
Een groepje Indiërs – twee mannen en een vrouw die aan de universiteit een technische masteropleiding volgen – beamen het internationale karakter van de universiteit. “Er zijn hier meer buitenlandse studenten dan Duitse”, vertelt een van hen. De komst van Intel hebben ze natuurlijk van gehoord. “Maagdenburg staat een metamorfose te wachten.”