Demcon, Groningen. © Demcon
Author profile picture

In regio’s buiten Eindhoven heerst onvrede over de verdeling van miljoenen uit het Beethoven-fonds, bestemd voor halfgeleideronderwijs. Noord-Nederland en andere regio’s waarschuwen voor een gemiste kans. Zij vrezen dat ASML, de Nederlandse trots op het gebied van chipmachines, uiteindelijk zal kiezen voor een toekomst in Frankrijk of Duitsland. Dat schreef het FD eerder deze week. Dit zou een teken zijn dat Nederland de strijd om hoogtechnologische investeringen en onderwijs niet goed aanpakt.

Waarom dit belangrijk is:

De onrust is voelbaar in de halfgeleidersector. Het Beethoven-fonds heeft als doel om het halfgeleideronderwijs in Nederland te stimuleren. Doch, de wijze waarop deze fondsen zijn verdeeld, stuit op kritiek van diverse regio’s. Zij zien Eindhoven als de grote winnaar, terwijl andere belangrijke technologische hubs zoals Noord-Nederland zich achtergesteld voelen.

Het belang van ASML voor Nederland

ASML is geen gewone speler op de markt; het is een zwaargewicht in de wereld van de chipfabricage. Met een hoofdkantoor in Veldhoven en klanten over de hele wereld is het bedrijf een van de pijlers van de Nederlandse kenniseconomie. De ontwikkeling van halfgeleideronderwijs is cruciaal om het talent te kweken dat nodig is voor het voortbestaan en de groei van ASML.

Het potentieel vertrek van ASML zou een aderlating betekenen voor de Nederlandse economie en technologische sector. Het zou niet alleen gaan om het verlies van een hoofdkantoor, maar ook om het wegvallen van een netwerk van toeleveranciers, zoals NTS Drachten, en het verlies van hoogwaardige arbeidsplaatsen.

Regionale roep om eerlijkheid

De kritiek vanuit Noord-Nederland en andere regio’s is duidelijk. Er wordt een beroep gedaan op de nationale overheid om een meer evenredige verdeling van middelen te bewerkstelligen. Het gaat hier niet alleen om geld, maar om het creëren van gelijke kansen voor studenten en professionals in het hele land.

Een dergelijke disbalans kan leiden tot een brain drain, waarbij talent en kennis wegvloeien naar de regio’s die wel de nodige steun ontvangen. Dit zou de innovatiekracht van Nederland als geheel kunnen ondermijnen. De oproep is dan ook om de verdeling van het Beethoven-fonds te heroverwegen, zodat elke regio kan bijdragen aan en profiteren van de groei van de halfgeleiderindustrie.

Voor dit programma is €450 miljoen beschikbaar voor de zes jaar tot en met 2030 en €80 miljoen voor de jaren daarna. De verdeling is als volgt: Brainport krijgt 67%, Twente 17%, Delft 10% en Groningen 7%. Ter illustratie: Noord-Nederland diende een plan in van €265 miljoen en moet na bovenstaande verdeling een nieuwe budgettering maken met €29 miljoen.

Al direct na de verdeling liet Noord-Nederland weten teleurgesteld zijn. In Twente werd project Chopin geïnitieerd. De regio – die jaarlijks €3 miljard omzet dankzij de chipindustrie – vreest het vertrek van cruciale techbedrijven en eist honderden miljoenen om de industrie te behouden en ontwikkelen.

De toekomst van technologisch onderwijs

Het halfgeleideronderwijs is niet alleen van belang voor de directe toekomst van bedrijven zoals ASML. Het is ook essentieel voor de langetermijnpositie van Nederland op de wereldmarkt van technologische innovatie. De huidige situatie vormt een uitdaging voor beleidsmakers. Zij staan voor de taak om een strategie te ontwikkelen die zowel recht doet aan de huidige economische belangen als aan de noodzaak voor een duurzame ontwikkeling van technologisch talent.

Joost Frenken is decaan van de faculteit Science and Engineering aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Hij sprak tegen het FD over een ‘Beethoven-drama’. Met het budget kan hij er “enkele tientallen” studenten bij krijgen. Volgens de decaan ging het mis omdat er geen nationaal plan is opgesteld, waardoor Den Haag het aantal banen in de halfgeleiderindustrie per regio als uitgangspunt nam voor de verdeling van het budget. De microchipsector is in Nederland goed voor ruim 50.000 banen, waarvan er slechts 192 in Noord-Nederland zijn.

Hoogleraar innovatie Henk Volberda van de Universiteit van Amsterdam begrijpt de verdeelsleutel, zei hij eerder op BNR. “Er is focus aangebracht”, aldus de hoogleraar. Hij benadrukt dat er van de 38.000 nieuwe arbeidskrachten, 26.000 in Eindhoven terecht moeten komen en snapt dat “63 procent van die €54 miljoen naar Brainport gaat en de andere regio’s minder krijgen.” Volberda benoemt bovendien dat er een grote behoefte is aan mbo’ers; juist die groep is vrij honkvast: 95% procent van hen blijft in de eigen regio. Hij betwijfelt wel of het vrijgemaakte geld voldoende is om aan de enorme vraag van arbeidskrachten te voldoen.

Nederland is niet het enige land dat vecht om een plek in de top van de technologische wereld. De vraag die nu op de voorgrond treedt, is hoe Nederland zich kan onderscheiden en aantrekkelijk kan blijven voor bedrijven als ASML. Over twee jaar hebben de regio’s buiten Eindhoven ene nieuwe kans, en wordt project Beethoven geëvalueerd. Tot die tijd, werkt de RuG zelf aan een samenwerking met ASML.