De MMC Incubator is sinds een aantal weken een start-up rijker, Ereva. Dit jonge bedrijf heeft een web based applicatie ontwikkeld waarmee een patiënt zelf zijn of haar voortgang in de gaten kan houden, en vergelijken met medepatiënten. De website is nu nog alleen ontwikkeld voor enkelbreuken, maar kan wat bedenker William van Dijk betreft uitgebouwd worden voor veel meer veelvoorkomende ziektebeelden.
“Ik ben traumachirurg en behandel alles was kapot gaat door van buitenaf werkend geweld. Ik krijg voornamelijk te maken met gebroken of omgezwikte enkels, gebroken polsen en gebroken heupen. Ik merkte zelf op de poli dat iedere patiënt eigenlijk met dezelfde vragen of problemen naar het spreekuur komt.” Om die vragen te kunnen beantwoorden zijn er verschillende folders aanwezig, maar die zijn volgens Van Dijk niet persoonlijk genoeg en van de informatie die op de poli wordt verteld, wordt slechts tien tot vijftien procent onthouden. “Ik heb Ereva ontwikkeld waarmee ik in het patiëntendossier in het ziekenhuissysteem kan aangeven wat en op welke manier er iets gebroken is, en hoe wij aan het behandelen zijn. Vervolgens print ik een formulier uit waar een code op staat. Met deze code kunnen patiënten thuis inloggen op de website. Na het invullen van een vragenlijst kunnen ze vervolgens zien hoe hun herstel is ten opzichte van alle mensen met hetzelfde soort letsel in het verleden.”
“Hoe meer je betrokken bent bij je eigen ziekte proces, hoe sneller je herstelt.”William van Dijk, Ereva
Op het moment dat de patiënten afwijken van het gemiddelde krijgen ze extra informatie over het herstel. Daarbij zijn er verschillende oefeningen op de website te zien, om de patiënten te stimuleren om te blijven bewegen. “Belangrijk daarbij is dat er geen informatie op jouw persoonlijke pagina komt als die niet bij jouw herstel hoort. Zo krijgen de patiënten veel persoonlijkere informatie, waardoor ze kunnen zien dat de dingen waar ze tegen aanlopen normaal zijn voor hun herstel en ze daarmee geruststellen.” Wel moet daarvoor volgens Van Dijk het herstel goed bijgehouden worden. “Hoe meer je betrokken bent bij je eigen ziekteproces, hoe sneller je herstelt.”
De website is vanaf november in de lucht en sindsdien hebben 37 patiënten er gebruik van gemaakt. De data verzamelt Van Dijk om later nauwkeurige groepen te kunnen vormen om het nog persoonlijker te maken. “De data is niet herleidbaar naar de patiënten, maar de data wordt wel in een database opgeslagen. Ik hoop dat ik hierdoor een soort slim systeem krijg, waarbij de patiënt min of meer de dokter in zijn eigen zak krijgt.”
Daarbij wil hij ook aan de achterkant van de website met kleuren gaan werken, maar dat is iets voor de toekomst. Als er een groen vakje aangekruist is achter de data van de patiënt, gaat het goed met hem of haar, oranje wil zeggen dat de chirurg de patiënt in de gaten moet houden en rood geeft aan dat het niet goed gaat ten opzichte van het gemiddelde. “Ik wil de patiënt zo faciliteren dat hij of zij niet steeds naar de poli hoeft te komen als er niks aan de hand is. Daarvoor wil ik in plaats van om de twee weken een afspraak maken, zeggen ‘kom over zes weken maar terug en als het niet goed gaat, dan bel ik wel’ want ik kan de voortgang in het systeem bijhouden. Dat zou heel veel tijd voor de patiënten schelen.”
Bij het MMC Incubator krijgt Van Dijk de mogelijkheid om te netwerken en hulp bij het opstellen van een businessplan. “Ik ben daar eigenlijk via via terecht gekomen. Je kan sparren met verschillende partijen en je komt in aanraking met mensen die wat zakelijker ingesteld zijn. Ik ben helemaal niet zakelijk, maar kan mensen misschien wel wat bijbrengen over de medische sector.” In de toekomst hoopt Van Dijk dit platform te kunnen uitbouwen voor andere ziekenhuizen en meer ziektebeelden. “Ik hoop dat uiteindelijk tachtig procent van de ziekenhuizen hiermee gaan werken en dat het geschikt is voor tachtig procent van de veelvoorkomende zaken. Dat zou heel mooi zijn.”