Bij de opening van de AI-expositie in het Philips Museum kondigde directeur Olga Coolen ook een nieuwe koers voor haar instituut aan. Een versterking van de educatieve rol staat daarbij centraal. “Daarnaast willen we een huiskamer zijn van de Brainportregio, een centrum van kennis en inspiratie, niet alleen voor de geschiedenis van technologie, maar ook voor de toekomst ervan.” De expositie brAInpower is het begin daarvan, aldus Coolen. “Daarom hebben we ook de samenwerking gezocht met partners in de regio. Een speciale samenwerking hebben we met de TU Eindhoven omdat AI-studenten de interactives hebben ontwikkeld voor deze expositie.”
Waarom moet je dit weten
Kunstmatige intelligentie (AI) beheerst nu al veel aspecten van ons leven. Dat zal komende tijd alleen maar meer worden. Om een beter gevoel te krijgen bij de consequenties daarvan heeft het Philips Museum komende maanden een expositie daaraan gewijd. De tentoonstelling is ook het startschot voor een nieuwe koers, met de nadruk op educatie.
Op woensdag 15 mei, de oprichtingsdatum van Philips, opende Shez Partovi, Chief Innovation & Strategy Officer en Chief Business Leader of Enterprise Informatics bij Philips, de expositie in het Philips Museum. Partovi benadrukte in zijn welkomswoord dat AI nu al diepgeworteld zit in ons dagelijks leven. “AI helpt de druk op de gezondheidszorg te verlichten. We hebben een enorm mooie kans de zorg ten goede te veranderen met AI.”
Vertegenwoordigers uit de zorg, onderwijs en bedrijfsleven waren aanwezig om de openingshandeling bij te wonen. Om de mogelijkheden van AI aan te tonen sprak Partovi een deel van zijn speech vloeiend in het Nederlands, een taal die hij niet machtig is, en creëerde hij een kunstwerk samen met het publiek. “Als jonge arts had ik deze virtuele assistent graag naast me gehad. Als ik onder alle tijdsdruk en verantwoordelijkheid beslissingen had moeten nemen, had ik mijn assistent om hulp gevraagd bij het nemen van de juiste beslissing.”
Verleden en toekomst in AI
Philips heeft een sterk verleden met kunstmatige intelligentie, zo zei Coolen in haar speech. “Al rond 1960 experimenteren Philips-onderzoekers in het Natlab met computers. Ze bouwen de Peter en de Pascal, de Philips Experimentele Tweetalige Elektronische Rekenmachine en de Philips Akelig Snelle Calculator – echte namen! – die is uitgerust met 1200 eletronenbuizen, 10.000 transistoren en 15.000 dioden. De computer kan berekeningen maken tot 34 cijfers achter de komma.” Een onderdeel van de Pascal is te bewonderen in de expositie.
Volgens Coolen weten veel mensen nog weinig weten over AI. “Mede daarom voelen ze soms zelfs een zekere angst. Juist daarom is deze expositie zo belangrijk. Het is onze kans om de drempel te verlagen, om mensen zelf kennis te laten maken met AI, om de mysteries te ontrafelen en de mogelijkheden te omarmen.”
AI is een technologie is die niet alleen onze verbeelding prikkelt, maar ook onze samenleving transformeert, zo vervolgde ze. “Voor Philips, een bedrijf dat gedurende zijn lange geschiedenis een voortrekkersrol heeft gespeeld in technologische innovatie, is deze expositie daarom een viering van ons verleden, onze bijdragen en onze toekomst.”
De tentoonstelling is in Eindhoven te zien tot eind oktober van dit jaar. Het museum is open op dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur en iedere eerste donderdag van de maand tot 21.00 uur. In schoolvakanties is het museum ook geopend op maandag. Tevens biedt het museum mogelijkheden voor rondleidingen en educatieve programma’s.