Fontys © IO
Author profile picture

Nu de zomervakantie weer voorbij is werd het voor Fontys hoog tijd om het nieuwe studiejaar officieel te openen. Nienke Meijer, voorzitter van het College van Bestuur, deed dit in het gezelschap van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees.

Een leven lang leren en jezelf blijven ontdekken stonden centraal in Nienke Meijers’ drukbezochte toespraak in de vernieuwde aula van de Eindhovense Fontys-campus. Meijer benadrukt dat niet alleen studenten worden gestimuleerd hun hele leven lang door te blijven leren, ook medewerkers zullen worden aangemoedigd zichzelf steeds opnieuw te blijven ontdekken: “Ik vind echt dat wij het voorbeeld moeten zijn van practice what you teach. We hebben in Fontys Focus 2020 met elkaar afgesproken dat we in dat jaar écht een lerende organisatie willen zijn. In mijn ogen kunnen in zo’n leercultuur alle medewerkers de kans krijgen om hun eigen talenten te ontplooien.”

De aanwezige D66-minister Wouter Koolmees is onder de indruk hoe Fontys innoveert met het leven lang leren-project. “Met deze aanpak gaat Fontys maatschappelijke tweedeling tegen, geven ze jonge afstudeerders toekomstgerichte bagage mee en krijgen werkenden de kans om kennis en vaardigheden op te doen aan de hogeschool. Het is een strategie die past bij onze Hollandse koopmanstraditie: als handelaren pas je je voortdurend aan, met win-win als uitgangspunt.”

Vernieuwing in het onderwijs

“We leven in een ongelofelijk spannende tijd: aan de ene kant is het enige dat we écht over de toekomst weten, het feit dat deze heel anders gaat zijn dan onze wereld nu.” Gericht op de aanwezige studenten vervolgt Koolmees: “Jullie leren voor banen die de volgende decennia de toekomt van ons land bepalen. Met bijvoorbeeld een hoofdrol voor hoogopgeleide verpleegkundigen, die steeds meer taken van artsen overnemen en robots straks zó inzetten dat ze het zware werk doen.”

Koolmees ziet vernieuwing echter ook als oorzaak van een oneerlijk kansenmechanisme op de arbeidsmarkt: “Ontwikkelingen als computers, globalisering en de opmars van flexibele contracten veranderen de manier waarop we werken en leven. We leven in een samenleving waarin winst en verlies steeds minder draaien om de haves en havenots, maar om de cans and cannots.” Hij vervolgt: “Of je het gaat redden of niet heeft voor een deel te maken met de hulpbronnen die je tot je beschikking hebt, én wat je daarmee doet.”

Monopoly

Met behulp van een metafoor probeert hij het kansenmechanisme te verhelderen: “Misschien spelen jullie wel eens Monopoly. Daarin zit ook zo’n mechanisme. Als je in de eerste rondes de Coolsingel en Kalverstraat mist, dan voel je de bui al hangen: dit wordt een hele lange middag. Want al verdedig je je Dorpstraat met man en macht, je weet dat je niet gaat winnen. Onze toekomst mag nooit zo’n alles-of-niks spel worden, bepaald door de mazzel of pech van de ogen die je gooit.” 

Dit najaar presenteert de minister een actieplan om dit scheve kansenmechanisme tegen te gaan. “Het doel van de plannen is dat mensen meer invloed krijgen op hun loopbaan en zich op tijd kunnen aanpassen aan veranderingen op de arbeidsmarkt. Ons voorbereiden op de toekomst, betekent dat ook wij ons telkens opnieuw moeten uitvinden, en nieuwe manieren bedenken om maatschappelijke veranderingen aan te pakken.”