Uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er aanzienlijk minder plastic afval in de oceaan zit dan wetenschappers eerder dachten. Dit nieuwe inzicht kwam voort uit berekeningen met een computermodel dat een recordaantal metingen en waarnemingen van plastic in de oceaan omvat, aldus de universiteit in een persbericht. Het onderzoek laat ook zien dat een groot deel van het plastic in de oceaan uit grote stukken bestaat die makkelijker op te ruimen zijn.
- Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat er minder plastic afval in oceanen zit dan gedacht – ongeveer 2 miljoen ton, met een groter deel aan het oppervlak.
- Grote drijvende stukken plastic aan het oppervlak zijn makkelijker op te ruimen dan microplastics; plastic blijft tientallen jaren in oceanen, waardoor aanhoudende inspanningen nodig zijn voor effectieve vermindering.
De totale hoeveelheid plastic in de oceaan werd tot op heden geschat op meer dan 25 miljoen ton, waarvan een kwart miljoen ton op het oceaanoppervlak drijft. Uit de nieuwe studie blijkt dat de hoeveelheid plastic op het oceaanoppervlak veel hoger is, namelijk ongeveer 2 miljoen ton, maar dat er slechts een miljoen ton in de diepere oceaan aanwezig is (dat is exclusief de hoeveelheid plastic die op de oceaanbodem ligt). De totale hoeveelheid plastic in de oceaan is dus veel lager en het aandeel dat op het oppervlak drijft veel groter.
Kinderschoenen
Bovendien belandt er per jaar veel minder nieuw plastic in de oceaan dan voorheen werd aangenomen: een half miljoen ton in plaats van vier tot twaalf miljoen. Het zijn enorme verschillen. Volgens hoofdauteur Mikael Kaandorp laat dit goed zien dat het onderzoek naar plastic in de oceaan in de kinderschoenen staat. “We zijn echt nog op zoek naar ordegroottes.”
Decennia in de oceaan
Hoewel de meeste plastic deeltjes in de oceaan heel klein zijn, is de totale massa van die microplastics dus relatief klein. Een verrassende bevinding gezien de verwachtingen, vindt Erik van Sebille, Kaandorps promotor. En goed nieuws. “Grote, drijvende stukken op het oppervlak zijn veel makkelijker op te ruimen dan microplastics.” Overigens laat de studie eveneens zien dat ongeveer de helft van die grote stukken afkomstig is van de visserij.
Een andere belangrijke conclusie die de onderzoekers trekken is dat plastic veel langer in de oceaan blijft hangen dan gedacht, grofweg decennia. Er belandt per jaar immers veel minder plastic in de oceaan dan gedacht, maar de hoeveelheid die op het oppervlak drijft is veel groter dan gedacht. En dat is volgens Kaandorp dan weer slecht nieuws: “Het betekent dat we minder snel effect zullen zien van maatregelen om plasticafval tegen te gaan. Het wordt nóg lastiger om te komen tot de situatie zoals die ooit was. Daarbij geldt ook dat als we nu géén maatregelen nemen, de gevolgen nog veel langer voelbaar zijn.”
Complex computermodel
De nieuwe voorspellingen over de hoeveelheden plastic in de oceaan zijn gedaan met een computermodel. Kaandorp voedde het model met metingen en waarnemingen van hoeveelheden plastic in de oceaan. Vervolgens leidde het model de totale hoeveelheid plastic daarvan af. Het maakte daarbij gebruik van allerlei variabelen, waaronder de snelheid waarmee plastic aanspoelt, het in kleinere stukken uiteenvalt en bedekt raakt met algen waardoor het zwaarder wordt en naar de bodem zinkt.
Recordaantal data
Eerdere schattingen over hoeveelheden plastic werden eveneens gedaan met computermodellen, maar dit model onderscheidt zich door het recordaantal metingen en waarnemingen die zijn meegenomen. “Daarmee is dit model nauwkeuriger”, aldus Kaandorp. “Tot nu toe keken wetenschappers met name naar metingen van hoeveelheden plastic in de bovenste laag van het wateroppervlak. Wij hebben daar onder andere tellingen van beach cleanups op diverse plekken in de wereld aan toegevoegd en waarnemingen van heel grote drijvende plastic objecten op het water. Die stukken zijn relatief schaars, maar omdat ze zwaar zijn, vormen ze een groot deel van de totale hoeveelheid plastic in de oceaan.”