Foto Pixabay
Author profile picture

De universiteiten van Mainz en Uppsala werken onafhankelijk van elkaar aan een medicijn tegen het covid-19-virus. In Mainz gaat het om een profylaxe die bescherming biedt tegen het coronavirus. Bij de Zweden gaat het om een medicijn dat het virus terugdringt.

Lees hier de persberichten uit Zweden en Duitsland.

Mainz

Centraal bij het onderzoek uit Mainz staan zogenoemde anorganische polyfosfaten die zouden kunnen worden ingenomen met bijvoorbeeld een neusspray.

Polyfosfaten zijn lange polymeerketens van fosfaten (een soort zouten of esters). “Het was al bekend dat sommige van deze polymeerketens de binding van het AIDS-virus aan potentiële gastcellen afremmen,” schrijft het onderzoeksteam onder leiding van professor Werner Müller. Met behulp van computermodellen is nu bewezen dat polyfosfaten ook infecties met coronavirussen kunnen voorkomen als ze zich verbinden met “spike-proteïnen”, die van wezenlijk belang zijn voor een virus om zich te kunnen binden aan een cel.

De onderzoekers hebben verder geconstateerd dat de polyfosfaten ook het natuurlijke afweermechanisme tegen virussen sterken door middel van slijmproductie.

De onderzoekers zijn nu begonnen met het experimenteren met nanodeeltjes waarin de polyfosfaten kunnen worden verpakt. Die nanodeeltjes zouden vervolgens met een neusspray kunnen worden geïnhaleerd.

Het middel kan volgens de onderzoekers vooral nuttig zijn voor mensen die te weinig zogenoemde bloedplaatjes (trombocyten) hebben en daardoor een verhoogd risico lopen op een covid-infectie. Het voordeel van de polyfosfaten is dat ze niet giftig zijn en makkelijk te produceren. Van de andere kant is nog veel onderzoek nodig voor het medicijn daadwerkelijk kan worden toegepast. De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het tijdschrift Biochemical Pharmacology.

Uppsala

De Universiteit van Uppsala is bij zijn zoektocht naar een medicijn uitgegaan van een eerdere studie naar de werking van stikstofmonoxide (NO) tegen het SARS-CoV-2-virus.

Tijdens de SARS-epidemie in 2003 was al bekend dat NO in lage concentraties bij acute longproblemen als inhalatiegas kan worden toegediend om de opname van zuurstof in het bloed te verhogen. Tijdens de SARS-epidemie werd deze therapie met succes uitgeprobeerd. Een belangrijke reden voor het succes destijds was dat de ontsteking in de longen van patiënten afnam. De onderzoekers wilde uitvinden of dat bij covid-19 ook werkt. Dat bleek het geval.

“Totdat we een werkend vaccin hebben, hopen we dat het inademen van NO een effectieve vorm van behandeling is. De dosering en het tijdstip waarop de behandeling start, spelen waarschijnlijk een belangrijke rol en moeten nu zo snel mogelijk worden onderzocht”, zegt Åke Lundkvist die de Zweedse studie leidt.