Buiten het centrum van de stad Groningen, op de Zernike Campus, is Build In Groningen (BuildinG) gehuisvest. Wie het terrein bezoekt, komt ogen tekort. Op het terrein van 1,5 hectare verbouwen ze biobased bouwmaterialen zoals vlas en hennep. Even verderop zijn studenten druk met het opbouwen van een circulair gebouwtje, dat volledig bestaat uit gebruikte materialen. Een grote loods met rode binnenwanden vormt het hart van het kennis- en innovatiecentrum; de testhal is helemaal ingericht op toekomstbestendig wonen.
BuildinG werd in 2017 opgericht door Economic Board Groningen en de Hanzehogeschool in samenwerking met TNO en Bouwend Nederland. Het kenniscentrum is ontstaan vanuit het aardbevingsdossier, vertelt programmaleider Jelle Pama. “We staan voor een enorme opgave in Groningen. In de nieuwe compensatieregeling die uit de parlementaire enquête is gekomen, ‘Nij begun’ (Nieuw begin), staan vijftig maatregelen. Maatregel 28 luidt: ‘Alle woningen die nu versterkt worden, gaan we ook verduurzamen.’ En maatregel 29: ‘Voor alle woningen in Groningen moeten er extra verduurzamingsmogelijkheden komen.’ Onze regio heeft een enorme kans om koploper te worden; nergens in Nederland is er zo’n stimulans om te verduurzamen als hier. Tegelijkertijd ligt het hebben van een toekomstbestendige, duurzame woning nergens zo gevoelig als hier.” Dat betekent ook dat er heel veel vakmensen nodig zijn om die klus te klaren. Daarbij is innovatie van de producten en processen onmisbaar.
Regionaal Bouwen aan Human Capital
De bouw innoveert om tot een schone, circulaire en toekomstbestendige leefomgeving te komen. Met de opkomst van nieuwe technologieën als kunstmatige intelligentie, 3D-printen en duurzaam beton is de bouwsector in transitie. Om deze innovaties succesvol in de praktijk te laten landen, hebben vakmensen nieuwe skills nodig. Met het programma Regionaal Bouwen aan Human Capital wil TKI Bouw en Techniek, het Topconsortium voor Kennis- en Innovatie, de ontwikkeling van deze skills bij zowel huidige als toekomstige vakmensen versnellen. Hierbij is de ontwikkeling van een schaalbare regionale aanpak rond Human Capital een belangrijk onderdeel. Na een looptijd van ruim een jaar, komt er aan het programma in zijn huidige vorm een einde. In deze serie maken we de balans op, en vragen we de betrokken partijen, waaronder vier regionale Hubs (Noord, Oost, Zuid en West), naar de belangrijkste resultaten.
Leren door te doen
Onder het programma Regionaal Bouwen aan Human Capital, stelden ze in Groningen acht projecten op. “Leren door te doen, is hier de mantra. Dat sluit heel goed aan bij het concept Sharebouw& Techniek, waar het ook draait om het verbinden van werken, leren en innoveren. De bouwsector bestaat uit heel veel kleine mkb’ers. Van de ruim vierhonderd Bouwend Nederland-Noord leden, heeft zeventig procent minder dan tien man in dienst. Hen bereik je niet door hoogdravende events te organiseren, maar door projecten op te tuigen waar je kennisinstellingen en bouwbedrijven samenbrengt”, verduidelijkt Pama.
De showcase Minerva Hub is een van die acht projecten. De hoofdvraag is: hoe zorg je ervoor dat kennis over het ontwerp- en bouwproces om circulair te bouwen kan landen in het curriculum van kennisinstellingen? Om dat te onderzoeken, gingen studenten van de Hanzehogeschool (hbo) en het Alfa-college (mbo), samen met een bouwbedrijf, aan de slag met een ontwerp van een klein paviljoen volledig bestaat uit secundaire materialen. De studenten zijn nu bezig met de bouw van het huisje en krijgen ondersteuning van verschillende mkb-bedrijven. “De kennis die we opdoen, wordt onderdeel van het curriculum van de 150 studenten die nu de bachelor Built Environment volgen op de Hanzehogeschool. Dat geldt nog eens voor 150 mbo-studenten van het Alfa-college. Bovendien inspireert een fysiek gebouw de omgeving”, aldus Pama.
Van Plant tot Pand is nog zo’n voorbeeld. Het doel van deze showcase is om nieuwe kennis over eigenschappen en toepassingen van biobased bouwproducten – denk aan hennep, vlas of miscanthus – op te doen. Of Trust in Timber, waar wordt gekeken wat ervoor nodig is om vertrouwen te krijgen in het ontwerpen en bouwen met houtconstructies bij grote gebouwen. Pama: “Het gebruik van hout heeft een positief effect op de CO₂-voetprint van gebouwen. Opdrachtgevers, ingenieurs en bewoners moeten meer vertrouwen krijgen in het bouwen van grote constructies met hout, in plaats van beton. Studenten, ingenieursbureaus, woningcorporaties en bedrijven werken voor dit project samen aan een showcase om te laten zien dat het écht kan.” Het project krijgt een vervolg, vanwege de grote belangstelling van bedrijven.
‘Nieuwe processen inrichten kost tijd’
De belangrijkste les die ze afgelopen jaar leerden bij BuildinG? “Dat het tijd kost om een proces in te richten en verbinding continu gestimuleerd moet worden. Je kunt wel iets opzetten of een bijeenkomst organiseren, maar hoe geef je daar structureel vervolg aan, als de urgentie nog niet heel hoog is. Tuurlijk, we weten allemaal dat de bouw moet verduurzamen om de CO₂-uitstoot terug te dringen, maar voor veel bedrijven is dat nog een stip aan de horizon. Wij willen hier ook duidelijk maken dat die nieuwe regels er echt snel aankomen, en dat het dus slim is om nu te kijken naar circulaire opties.”
Pama refereert naar de recente uitspraken van Hugo de Jonge. Zo gaat de mpg (de MilieuPrestatie Gebouwen) vijf jaar eerder dan gepland van 0,8 naar 0,5: vanaf 1 januari 2025 moeten bedrijven hier aan voldoen (in plaats van 2030). Dat houdt in dat een gebouw jaarlijks per vierkante meter gemiddeld niet meer dan 0,5 euro aan milieuschade mag opleveren. In het vervolgtraject van het programma Regionaal Bouwen aan Human Capital, gaat BuildinG onder andere een duurzame, modulaire, losmaakbare en opschaalbare starterswoning ontwikkelen met een mpg van 0,3. In 2024 moeten de eerste twee woningen af zijn, uiteindelijk gaat BuildinG samen met partners uit het bedrijfsleven en overheden 22 units bouwen. “We gaan simpelweg leren van het bouwen van die woningen. We organiseren bijeenkomsten en workshops, werken samen met houtbouwers, architecten, het mkb. Alle kennis die we opdoen, delen we met de andere hubs.”
Vertrouwen in de nieuwe generatie
Een digitale, duurzamere bouw vergt ook een nieuw soort werknemer. Zo sprak Pama onlangs met een bedrijf dat grote houtconstructies fabriceert. “Hij zei: ‘Ik zoek personeel dat in onze fabriek de digitale kant kan inrichten. Mensen met ICT-kennis en een bouwkundige achtergrond.’ Daar zal in de toekomst alleen maar meer vraag naar komen. We proberen daar hier op de Hanzehogeschool zo goed mogelijk op in te spelen.”
Wat dat betreft heeft de programmaleider van BuildinG alle vertrouwen in de jonge generatie. “Ik zie dat ze nieuwsgierig zijn en zich digitale technieken snel eigen maken. Bovendien: studenten vinden het steeds belangrijker dat bedrijven zich bezighouden met circulair bouwen, en hun processen digitaal ingericht hebben. Aan ons de taak om de vakmensen van morgen zo goed mogelijk voor te bereiden en de huidige vaklui te laten zien wat er allemaal mogelijk is. Daar heeft het programma Regionaal Bouwen aan Human Capital hier in de regio echt aan bijgedragen.”
“Studenten vinden het steeds belangrijker dat bedrijven zich bezighouden met circulair bouwen, en hun processen digitaal ingericht hebben.”
Jelle Pama