Onderzoekers van SRON, KNMI, TNO en TU Delft hebben met het TROPOMI-ruimte-instrument aanzienlijke methaanemissies gedetecteerd van stortplaatsen en fossiele brandstoffen. Op basis van die successen pleiten zij er nu voor dat ons land het voortouw neemt bij het identificeren en verminderen van dit “laaghangend fruit” van broeikasgassen wereldwijd. Atmosfeerwetenschapper Jochen Landgraf onderstreept de urgentie en het vermogen van Nederland om op lokale schaal een substantiële invloed uit te oefenen op de methaandetectie, wat een uitgelezen kans biedt voor wereldwijd leiderschap op milieugebied.
Methaan is een onzichtbaar, reukloos gas, maar de invloed ervan op de opwarming van de aarde is groot en meetbaar. Betere monitoring van methaan kan de strijd tegen klimaatverandering aanzienlijk beïnvloeden.
Geavanceerde satelliettechnologie
De kern van het Nederlandse voorstel is het TROPOMI-ruimte-instrument, dat sinds 2017 dagelijks wereldwijd gegevens over methaanemissies levert, zij het met een lage resolutie. Deze waarnemingen hebben enorme methaanpluimen van stortplaatsen en locaties waar fossiele brandstoffen worden gewonnen aan het licht gebracht. Er wordt echter algemeen erkend dat deze bevindingen slechts het topje van de ijsberg vormen wat betreft de wereldwijde methaanuitstoot.
Aaldert van Amerongen van SRON, verbonden aan het Nederlandse Clear Air Consortium, heeft de cruciale rol die Nederland op dit gebied kan spelen onderstreept. Het consortium, waar nationale instituten als KNMI, TNO en TU Delft deel van uitmaken, is de drijvende kracht achter de ontwikkeling van de TANGO-satelliet, die vanaf 2027 de uitstoot van CO2 en methaan gaat meten. Dit initiatief sluit aan bij de dringende behoefte aan betere monitoring die Pepijn Veefkind van het KNMI verwoordt. Hij benadrukt de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd, frequent en tot op het niveau van de individuele vervuiler te volgen.
Lokale actie voor wereldwijde impact
Het TANGO-satellietproject is vooral belangrijk omdat het een gedetailleerd inzicht belooft te geven in lokale emissiebronnen. Kees Buijsrogge van TNO wijst op de kritische noodzaak om deze bronnen te identificeren zodat landen een effectiever emissiereductiebeleid kunnen formuleren. Deze gelokaliseerde aanpak is essentieel, omdat het landen in staat stelt om gerichte actie te ondernemen tegen grote methaanuitstoters en zo een tastbaar verschil te maken in de mondiale methaanvoetafdruk.
Het werk van het Clear Air consortium gaat verder dan alleen het monitoren van de atmosfeer; het is een gezamenlijke inspanning om klimaatactie te ondersteunen en tegelijkertijd luchtvervuiling en biodiversiteitsverlies te verminderen. Door gebruik te maken van de expertise van instellingen als de TU Delft draagt het consortium niet alleen bij aan het wetenschappelijk inzicht in emissies, maar pleit het ook voor een verandering in beleid en praktijk die kan leiden tot echte milieuvoordelen.
Urgentie
Methaanemissies zijn verantwoordelijk voor 45% van de netto opwarming van de aarde, waardoor het een cruciaal doel is voor klimaatactie. Nu de wereld worstelt met de escalerende effecten van klimaatverandering, wordt de rol van leiders in het monitoren van methaan steeds crucialer. Nederland, met zijn geavanceerde satelliettechnologie en een consortium van toegewijde onderzoekers, staat op de drempel om zo’n rol op zich te nemen en mogelijk een standaard te zetten voor landen over de hele wereld.