Een recent onderzoek van TNO onthult dat de productie van groene waterstof in Nederland kan oplopen tot meer dan €13 per kilogram, hoger dan eerdere schattingen. Dit cijfer is gebaseerd op real-time gegevens van projecten die momenteel worden ontwikkeld op Maasvlakte 2 in de haven van Rotterdam, een knooppunt voor grootschalige groene waterstofinitiatieven.
Stijgende elektriciteitsprijzen, verhoogde netwerkkosten en inflatie hebben bijgedragen aan de kostenpiek. Hoewel het huidige prijspunt ontmoedigend is, suggereren parallellen met offshore windenergie een potentieel voor aanzienlijke kostenreducties. Samenwerking tussen industrie en overheid, aanpassingen in de regelgeving en technologische vooruitgang zijn essentieel voor Nederland om een concurrentievoordeel te behalen op de markt voor hernieuwbare waterstof.
Waarom dit belangrijk is
Groene waterstof is een van de oplossingen voor het koolstofvrij maken van moeilijk te elektrificeren sectoren zoals zwaar transport en industrie, maar de kosten ervan zijn nog steeds te hoog om op gelijke voet te komen met de huidige opties.
De productiekosten van groene waterstof begrijpen
Om waterstof te produceren zonder koolstofuitstoot, bekend als groene waterstof, is elektrolyse nodig die wordt aangedreven door hernieuwbare bronnen zoals zon en wind. Het onderzoek van TNO onderstreept de cruciale rol van groene waterstof bij het koolstofvrij maken van sectoren waar directe elektrificatie een uitdaging is, zoals zwaar transport en de luchtvaart.
Het proces is echter niet zonder obstakels. De recente TNO-studie, geïnformeerd door input van een tiental bedrijven die elektrolysefabrieken in Nederland ontwikkelen, heeft een essentiële basis geleverd om deze kosten te begrijpen. De uitkomsten van het onderzoek geven aan dat de unit capital cost (UCC), het prijskaartje van de installatie zelf, in eerder onderzoek is onderschat. Subsidies, met name de beschikbaarheid van SDE++-subsidies (Sustainable Energy Transition Incentive Scheme), hebben volgens TNO een significante invloed op de UCC.
Vergelijking met windenergie op zee
Ondanks de cijfers is er ook een lichtpuntje. Branchevereniging NLHydrogen ziet deze bevindingen als een startpunt voor kostenreductie en trekt een analogie met de offshore windsector. In 2013 bedroegen de kosten van offshore windenergie ongeveer 17 cent per kWh als gevolg van onervarenheid en technische risico’s. Dit cijfer was gedaald tot 5,5 cent per kWh. Dit cijfer was binnen een paar jaar gedaald tot 5,5 cent per kWh.
Het potentieel voor kostenreductie van groene waterstof is net zo veelbelovend. Factoren zoals de standaardisatie van fabrieksontwerpen, massaproductie van elektrolyzers, kortere bouwtijden, hogere omzettingsefficiënties en aangepaste netwerktarieven kunnen allemaal bijdragen aan een dalende trend in de kosten.
Overheid en industrie: een weg vooruit
NLHydrogen heeft een beroep gedaan op de overheid om belemmeringen in de regelgeving weg te nemen en op bedrijven om doortastendheid te tonen bij hun investeringsbeslissingen. Bovendien is een samenwerkingsplan tussen de publieke sector en de industrie essentieel om de kosten te verlagen. Deze gezamenlijke inspanning zou Nederland wereldwijd in de voorhoede van de productie van hernieuwbare waterstof kunnen plaatsen.
Het TNO-rapport beveelt aan om de marktontwikkeling regelmatig te monitoren, analyses aan te vullen met diverse gegevensbronnen en de kaders voor overheidssteun aan projecten te verbeteren. Het is van vitaal belang om de studie te blijven actualiseren om deze aan te passen aan het verschuivende financiële landschap van groene waterstofproductie.
Uitdagingen en kansen voor de toekomst
Hoewel de kosten voor de productie van hernieuwbare waterstof in Nederland momenteel hoog zijn, wordt verwacht dat optimalisatie en schaalvoordelen aanzienlijke besparingen zullen opleveren voor toekomstige projecten. De studie van TNO omvatte gegevens van veertien elektrolyseprojecten, variërend van 100 MW tot 200 MW, en identificeerde de belangrijkste bijdragen aan de genivelleerde kosten van waterstof als de kosten van elektriciteit, investeringskosten en het transporttarief van het hoogspanningsnet.
Het is echter cruciaal om op te merken dat de resultaten van de TNO-studie niet veralgemeend mogen worden voor toekomstige projecties. De gegevens zijn aanzienlijk variabel en weerspiegelen het prille stadium van de industrie en de zich ontwikkelende technologie. De box- en whiskerplots van de studie laten de aanzienlijke spreiding en onzekerheid van de gegevens zien, wat aangeeft dat sommige projecten gunstiger kunnen uitpakken, maar dat andere projecten moeite kunnen hebben om levensvatbaar te worden zonder substantiële overheidsbijdragen.
De weg naar concurrerende groene waterstof
Ondanks de uitdagingen laat het onderzoek zien dat de productie van groene waterstof in Nederland veelbelovend is. De grootschalige waterelektrolyseprojecten in het land, hoewel momenteel beperkt in realisatie vanwege de hoge kosten, zouden kunnen profiteren van gedeelde ervaringen en technologieverbeteringen. Regelmatige updates van het onderzoek en nauwgezette aandacht voor marktontwikkelingen zullen cruciaal zijn voor het creëren van een gedeeld begrip onder projectontwikkelaars, beleidsmakers en onderzoekers. Tot slot zal de betrokkenheid van de publieke en private sector waarschijnlijk het tempo bepalen waarin groene waterstof een concurrerende en duurzame energiebron wordt.