Je hoort het veel mensen zeggen als het over privacy gaat: “van mij mogen ze alles weten, ik heb niks te verbergen”. Ik wacht op een TV-format waar we de mensen die dat het hardste roepen als eerste gaan doorlichten en hen vervolgens confronteren met een gegarandeerde lange lijst van dingen die beter verborgen hadden kunnen blijven. Beter voor henzelf, maar ook voor de maatschappij. Als er al iemand zou bestaan die niks te verbergen heeft dan hoef ik hem of haar ook niet kennen, daar valt weinig van te leren of mee te lachen, vrees ik. Als er geen privacy is, is er ook geen ruimte voor zonde. Dat zou pas echt zonde zijn.
In de mobiliteit gaat dit fenomeen erg belangrijk worden omdat auto’s steeds meer meten en weten door alle sensoren en camera’s. Die technologie wordt primair gebruikt om het rijden veiliger en comfortabeler te maken, maar kent een erg grote bijvangst, vol privacygevoelige informatie. Over het gedrag van de chauffeur, maar ook over van alles en iedereen rondom de auto. Als je bijvoorbeeld straks toegang zou hebben tot de data van een paar procent van de rondrijdende auto’s zou je al een soort van live Google Streetview kunnen maken. Zie je mooi hoe druk het is in winkels, maak je de beste regenradar, kun je terugkijken wie er gisteren een overval pleegde, en kun je controleren of je je voordeur hebt laten open staan. Iemand anders ook trouwens, daar heb je hem al, die privacy.
“Als er geen privacy is, is er ook geen ruimte voor zonde. Dat zou pas echt zonde zijn.”
Die data kan wel eens heel veel waard worden. Heel misschien wel meer dan wat het kost om een auto te rijden. Dan betaal je voor het rijden met je privacy, precies hoe je nu ook voor al die geweldige diensten van de Googles en Facebooks betaalt. De waarde van die data is ook de reden dat Google en Apple zich de laatste jaren zo actief met zelfrijdende auto’s bezighouden, dat zijn de paarden van Troje voor de data-jagers. (Overigens met flinke tegenwind, zo blijkt hier en hier)
Maar ook als het niet lukt met hun eigen auto’s zullen Google en Apple proberen om toegang te krijgen tot de schat aan data uit voertuigen, bijvoorbeeld via hun platformen Android Auto and Apple Carplay. Maar ze zijn niet de enigen die op de loer liggen. Autofabrikanten, importeurs, dealers, leasebedrijven, garagebedrijven, verzekeringsmaatschappijen, de ANWB’s, allemaal azen ze op dat wat de auto weet. Want zonder die data geen automotive business.
“Data uit auto’s kan wel eens meer waard worden dan het kost om er mee te rijden”
De bepalende factor in dat spel is privacy en de winnaar is wie het spel met de gegevens het beste speelt. Want al is de wetgeving misschien wat complex over van wie de data is, wat wel duidelijk is, is dat de berijder als “betrokkene” bepaalt wat er met zijn of haar data mag worden gedaan. Nu gebeurt dat met een lange lijst aan voorwaarden waar iedereen blindelings “oké” indrukt maar in de toekomst zal dat veel explicieter worden geregeld. Dat biedt kansen voor partijen die we meer dan gemiddeld vertrouwen, zoals die vriendelijke ANWB of je plaatselijke dealer. Want die moet sowieso naarstig op zoek naar nieuwe bronnen van omzet als we dadelijk in zo-goed-als-onderhoudsvrije elektrische auto’s gaan rijden. In plaats van erg goed kleppen kunnen stellen en uitlaten vervangen moet die goed worden om zijn klant diensten aan te bieden. Een sportwagen voor een weekend, een software-update om een nieuw dashboard voor je neus te krijgen, een auto om een taxidienst door vrijwilligers op te zetten om het dorp verbonden te houden, een deelauto voor algemeen gebruik van die paar mensen die maar een paar keer per maand rijden. Allemaal gebaseerd op de data die je uit de voertuigen van je klanten haalt, waardoor je precies weet wat die willen en nodig hebben. En vooral omdat je netjes vergeet wat je allemaal niet van je klant hoeft te weten, mag jij hem dat aanbieden. En zo geldt het voor elke industrie. Er is genoeg te verdienen als je maar respecteert dat mensen veel te verbergen hebben.
Over deze column:
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Lucien Engelen, Tessie Hartjes en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De zes columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Hier alle eerdere afleveringen.