“Hans houdt al meer dan dertig jaar een dagboek bij en vindt daar troost bij, schept er ook genoegen in. Laatst vond hij zijn dagboek uit ’47, las daarin en werd er, ondanks de idee voor een verhaal of zelfs een roman, toch heel treurig van. Er waren dingen in dat verleden die hij liever voorgoed was vergeten.”
In 2018 publiceerde Mensje van Keulen haar dagboeken uit 1977-1979 onder de titel Neerslag van een huwelijk. Bovenstaand fragment staat erin. Vooral de laatste zin is herkenbaar: gedane zaken nemen geen keer, maar toch hebben velen onder ons spijt van dingen die we wel of niet deden. Of betreuren we hoe dingen gelopen zijn, of dat ze ons overkwamen.
De last van het geheugen is een terugkerend thema in de filosofie. Friedrich Nietzsche schreef hoe de mens “niet kan leren vergeten en altijd maar aan het verleden vastzit. Hoe ver, hoe snel hij ook loopt, de keten loopt mee.” Hoe ouder je wordt, hoe zwaarder de bagage kan wegen. Maar als je niet vergeet, “is het echter onmogelijk ook maar te leven.”
In de poëtische film Eternal Sunshine of the Spotless Mind laten ex-geliefden hun geheugen wissen na een liefdesbreuk, om met een schone lei verder te kunnen. Anno 2019 zouden ze niet enkel het eigen geheugen, maar ook het vaak meedogenloze geheugen van het internet moeten wissen, om van het verleden los te komen.
Hilarisch of hartverscheurend
Aan het einde van het jaar schotelt Facebook haar gebruikers hun ‘Year in review’ voor. Aan de hand van een fotocollage krijg je een overzicht van het afgelopen jaar. In een veelbesproken blogpost uit 2014 spreekt Eric Meyer over ‘onbedoelde algoritmische wreedheid’. In december 2014 kreeg hij zijn jaaroverzicht te zien. “Here’s what your year looked like!” en toen verscheen zijn breedglimlachend dochtertje Rebecca. 2014 was het jaar waarin zij overleed. Meyer stelt dat als een persoon dit zou doen bij ouders van een overleden kind, we het moreel zouden veroordelen. Maar voor een computercode is het niet eenvoudig om uit te maken of een foto ‘leuk’ gevonden wordt omdat die hilarisch dan wel hartverscheurend is. Facebook zou de gebruiker meer controle kunnen geven, bijvoorbeeld door het uitschakelen van jaaroverzichten en pushberichten van herinneringen eenvoudiger te maken.
Het mobiele internet en het Internet of Things maken coveillance makkelijker: elkaar in de gaten houden. Met de camera in onze smartphone maken we publiek en privé foto’s en filmpjes, vaak zonder erbij stil te staan of dat wenselijk is. Online kunnen we anderen (ongevraagd) in de openbaarheid sleuren, ook als het echt niet grappig is.
Dani Mathers, een Amerikaans model, zag in de kleedkamer van de sportclub een oudere dame douchen, maakte een foto van de naakte vrouw en zwierde die op Snapchat met de woorden: ‘If I can’t unsee this then you can’t either’ (‘Als ik dit aanzicht niet ongedaan kan maken, dan jullie ook niet’). De foto werd massaal gedeeld en verscheen op internationale nieuwswebsites. Mathers werd ervoor veroordeeld, maar de vrouw op de foto moet ermee leren leven dat die foto niet van het internet zal verdwijnen.
Een slachtoffer van de terroristische aanslagen van 22 maart 2016 in de luchthaven van Zaventem getuigde hoe, terwijl hij op de grond lag te bloeden, omstanders foto’s van hem namen: “Dat Jan en alleman foto’s neemt, terwijl er mensen liggen te creperen, begrijp ik niet. Zelf zou ik dat nooit doen. No pictures please, heb ik op den duur geroepen. Dat is toch niet normaal?” Kijken lijkt soms de plaats van denken in te nemen.
Het recht op ruis
In ‘Long time coming’ zingt Bruce Springsteen over zijn kinderen: “Well if I had one wish in this god forsaken world, kids / It’d be that your mistakes would be your own.” Vroeger groeiden enkel kinderen van voorname families voor het oog van camera’s op. Ondertussen zijn er legio beeldarchieven van kinderen en jongeren, waardoor de kans stijgt dat er stommiteiten geregistreerd staan.
“Once a dustbin, history becomes a freezer,” stelt Anita Allen. De geschiedenis evolueerde recent van een ‘vuilnisbak’ naar een ‘diepvriezer.’ Bovendien weet je niet op welke servers er data, foto’s of filmpjes van jou worden bijgehouden die later ‘ontdooid’ kunnen worden. Voorbeelden daarvan zijn naaktfoto’s en wraakporno, die jaren later nog online kunnen opduiken.
In 2007 pleitten onderzoekers Martin Dodge en Rob Kitchin ervoor om een ‘ethiek van vergeten’ in het ontwerp te programmeren. Bijvoorbeeld door het feilloze geheugen van technologie opzettelijk minder perfect te maken of door gebruikers in elk geval die optie te geven. Dat kan door bepaalde gegevens te wissen, wazig te maken of door ruis toe te voegen aan de data. Zo een opzettelijke vorm van ‘geheugenverlies’ kan mensen bevrijden van een last, door het verleden los te weken. Vergeten is een belangrijke waarde in een informatiemaatschappij. ‘The right to erasure’ vormt al een onderdeel van de AVG. Het recht op ruis mag daar gerust bij komen.
Niet alle van de hierboven beschreven problemen vragen natuurlijk om een technologische oplossing. We hebben meer etiquette nodig als het over (ongevraagd) filmen, monitoren en fotograferen gaat. Een betere wereld begint ook bij een eeuwenoude gulden regel: ‘Doe een ander niet aan wat je zelf niet wilt.’
Over deze column:
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Mary Fiers, Carlo van de Weijer, Eveline van Zeeland, Lucien Engelen, Tessie Hartjes, Jan Wouters, Katleen Gabriels en Auke Hoekstra, probeert Innovation Origins uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, af en toe aangevuld met gastbloggers, zijn allemaal op hun eigen manier bezig met oplossingen voor de problemen van onze tijd. Zodat Morgen Beter wordt. Hier alle eerdere afleveringen.