Het duurzaam renoveren van monumentale panden vraagt om allerlei ingrepen. Maar of het nu gaat om een eeuwenoude grachtenpand of Noord-Hollandse stolpboerderij, dan wel monumenten met een historische waarde zoals kerken, musea, molens of landhuizen: voor monumentale panden gelden er speciale regels. Zo mogen bij monumentale woningen de zonnepanelen vanaf de openbare weg niet zichtbaar zijn. Naast de wet- en regelgeving heb je bij oude gebouwen bovendien te maken met bouwfysische en bouwtechnische beperkingen en kunnen zaken als het draagvermogen van het dak een rol spelen.
Energietransitie
Dat is volgens Jeroen Twisk, bouwkundig adviseur monumenten en tot voor kort directeur Monumentenwacht Noord-Holland, ook de reden waarom men bij monumenten nog wat voorzichtig is met het verduurzamingsvraagstuk. “De monumentenwereld loopt niet echt voorop met de energietransitie. De meeste gebouweigenaren willen wel verduurzamen, ze weten alleen niet hóe. Waar moeten ze beginnen? Het is ook een lastig dilemma: welke veranderingen ga je aan een gebouw aanbrengen? En hoe verhoudt dit zich tot het behoud van hun monumentale karakter en monumentale waarden?”
Sommige dingen kunnen bij monumentale gebouwen simpelweg niet, weet Twisk uit ervaring. “Bij oude vensters heb je bijvoorbeeld vaak te maken met raamsponningen waar je geen isolatieglas in kunt plaatsen. In zo’n geval biedt bijvoorbeeld vacuümglas een oplossing, of moet je volstaan met een achterzetraam. Je moet dus heel goed van tevoren nadenken over wat wel en niet kan. Je kunt namelijk maar één keer iets vervangen. Dat is dan ook waar het bij zulke duurzame renovaties om gaat: de juiste keuzes maken. En kijken wat het meeste effect oplevert.”
Integrale aanpak
Dat is waar de Adviestool Verduurzaming Monumenten, die De Groene Grachten heeft ontwikkeld, gebouweigenaren bij kan helpen. “Met die adviestool kunnen Monumentenwachters en andere erfgoedprofessionals een duurzaam plan opstellen voor allerlei soorten monumenten”, vertelt Suze Gehem, oprichter en directeur van De Groene Grachten. “Het is een vervolg op onze Groene Menukaart en Zelfscan Duurzaam Monument: platforms, bedoeld voor de monumenteigenaren zelf om aan de slag te gaan. De Adviestool Verduurzaming Monumenten, bedoeld voor professionals, gaat een stap verder. De database bevat informatie over de verduurzaming van erfgoed evenals de regelgeving bij een 50-tal gemeentes, financierings- en subsidiemogelijkheden. Ging in ons advieswerk voorheen bovendien alles nog handmatig, nu kan de adviseur gebruik maken van een tablet die gekoppeld is aan de database en allerlei processtappen automatiseert. Dat werkt veel efficiënter!”
Verduurzamingsplan
De bedoeling is om in de komende drie jaar alle 120.000 gebouweigenaren van zo’n verduurzamingsplan te voorzien. De Monumentenwacht, verantwoordelijk voor de inspectie en het onderhoud van 20 procent van alle Nederlandse monumenten, is bij de uitrol hiervan betrokken.
Gehem: “Zij kunnen als landelijke organisatie met tien regionale vestigingen zo’n verduurzamingsplan opstellen, samen met de pandeigenaren en afgestemd op de reeds geplande onderhoudswerkzaamheden. Dat begint altijd met een laagdrempelig keukentafelgesprek met de gebouweigenaar, waarbij je samen inzicht probeert te creëren in de ambities en kansen voor verduurzaming. We gebruiken de tool bij De Groene Grachten ook zelf voor onze maatwerkadvisering. Daarnaast verzorgen wij trainingen aan de monumentenwachters en diverse andere partijen over het gebruik en toepassing van de adviestool.”
Ondanks dat er bepaalde overeenkomsten zitten tussen de verschillende types gebouwen, blijft ieder monumentaal pand anders. Dit vraagt om maatwerk, waarbij het volgens Twisk aankomt op uitwerking op detailniveau. “Daarbij ga je meer de diepte in op de onderdelen dak, gevel, vloerconstructies en gevelopeningen, zoals vensters. Waarbij je steeds moet nadenken: wat zijn de bouwfysische en technische gevolgen van een bepaalde ingreep? Maar ook: hoe zit het met de monumentale waarde van dat specifieke onderdeel? Daaruit komen allerlei concrete aanbevelingen ten aanzien van de te gebruiken materialen en technieken. Het blijft uiteindelijk maatwerk.”
Slimme technologie
De ervaringen met het verduurzamen van ruim duizend monumentale gebouwen heeft voor De Groene Grachten een rijkdom aan kennis en ervaring opgeleverd. En hoewel Gehem beaamt dat ieder monument anders is, zijn in de loop der tijd allerlei ‘slimmigheden’ naar voren gekomen, waar andere gebouweigenaren hun voordeel mee kunnen doen.
“Zo helpen wij bij het opstellen en realiseren van de verduurzamingsplannen voor een groot aantal culturele instellingen en maatschappelijk vastgoed, waaronder de Melkweg in Amsterdam, het Singermusuem in Laren en het Teylersmuseum in Haarlem. Daarbij komen allerlei technologieën naar boven die prima toepasbaar zijn in vergelijkbare monumentale gebouwen. Klimaatbeheersing in musea, waarbij ook rekening wordt gehouden met de ventilatie, is daar een mooi voorbeeld van. Het leidt tot minder energieverbruik maar ook een passend binnenklimaat. Daarmee voorkom je onder meer dat er houtrot in de oude balken ontstaat door vocht.”
Een ander mooi voorbeeld noemt Gehem warmteterugwinning. “Zo wordt bij de Melkweg de afgegeven warmte van de koelkasten en ijsblokjesmachines niet langer de buitenlucht in gepompt maar opnieuw gebruikt voor het verwarmen van de kleedkamers. Ook zijn er waterloze urinoirs in gebruik genomen, die 1,4 miljoen liter schoon drinkwater op jaarbasis besparen.”
Creatieve oplossingen
Er is weliswaar een hoop mogelijk, beaamt Twisk. Het gaat daarbij echter meestal om uitwendige ingrepen. “Zoals elektriciteit opwekken met zonnepanelen, daar waar het kan, maar ook voor de warmteopwekking. Aardwarmte biedt daarbij ook een mooie oplossing. De grote uitdaging blijft het beperken van warmteverliezen via dak en gevel. Gevelisolatie blijft echter risicovol met het oog op het behoud van de historische waarde van het gebouw.”
Naast alle technische oplossingen zouden volgens Twisk gebruikers ook na moeten denken over hun eigen gedrag. “Dat kan zijn: minder verwachtingen koesteren ten aanzien van de binnentemperatuur. Maar ook creatieve oplossingen bedenken voor de energiebesparing. Waarom zou je bijvoorbeeld binnen een kerk, waar slechts 1 x per week een dienst wordt gehouden, niet lokaal kunnen verwarmen en isoleren?”
Winst
Met de verduurzaming van monumenten is veel winst te behalen. Zo is er voor de erfgoedsector in de Routekaart Duurzame Monumenten, een onderdeel van de Klimaattafel Gebouwde Omgeving, een CO2-reductie van 40 procent in 2030 en van 60 procent in 2040 vastgelegd. De adviestool kan daar een substantiële bijdrage aan leveren.
Naast de energietransitie-doeleinden is het verduurzamen van monumenten echter ook goed nieuws vanuit een cultuurhistorisch besef, aldus Twisk. “Het gaat uiteindelijk ook om het toekomstbestendig maken van ons cultureel erfgoed.”