Author profile picture

Studenten ICT van Fontys werken in Eindhoven op Strijp-T sinds dit studiejaar in een innovatielab aan verschillende projecten rond big data, game design en interactive design. Klassikaal onderwijs is niet langer de norm, maar studententeams zetten hun eigen projecten op. Ze werken hiervoor samen met bedrijven op het voormalig Philips-terrein, regelen zelf gastsprekers of starten een onderneming. “Studenten werken aan echte problemen van echte bedrijven”, licht Joep Houterman van het college van bestuur van Fontys toe. “Het is niet langer schools.”

Lees hier meer over het innovatielab van Fontys ICT

“Tegenwoordig is alleen vakkennis niet voldoende, wij geloven dat studenten ook creatief, ondernemend en oog voor technologie moeten hebben, –TEC-skills noemen we dat – om bij te dragen aan de maatschappij. Om dit te leren zijn open learning labs belangrijk. Hier komen onderwijs en bedrijfsleven samen. Dat heeft de toekomst”, aldus Houterman. Om deze manier van onderwijs meer vorm te geven gaat Fontys een samenwerking aan met de Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Cambridge. De Amerikaanse technische universiteit heeft met het Make Impact Consortium samenwerkingen met bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen over heel de wereld. Het doel van het programma is om universiteiten (en hogescholen) middelen te bieden waarmee ondernemerschap en innovatie wordt gestimuleerd, één van die manieren zijn zogenaamde makerspaces waar studenten – net als de ICT-studenten in Eindhoven – verantwoordelijk zijn voor hun eigen projecten. Uiteindelijk profiteren omliggende innovatie-ecosystemen hier ook van, zegt MIT-professor Martin Culpepper.

Culpepper is in Eindhoven om dit programma verder toe te lichten, ook wil hij met eigen ogen zien hoe er wordt samengewerkt in de Brainport regio. “Uit onderzoek blijkt dat innovatie vooral veel plaatsvindt rond universiteitscampussen. Dat proces proberen we te versnellen door studenten te laten werken aan projecten waar ze enthousiast over zijn en waar ze samenwerken met gelijkgestemden in makerspaces. Hier hebben ze niet alleen toegang tot machines om bijvoorbeeld prototypes te maken, maar hebben ze lol en ontdekken waar hun talenten liggen.”

Draait om mensen

Machines staan niet op één, zo benadrukt Culpepper, het draait om de mensen met wie je werkt. “Zodra iets moet is de lol eraf. Het enige dat we doen is studenten een ruimte geven waarin ze samen aan projecten kunnen werken. Ze zijn overal zelf verantwoordelijk voor; delen de ruimte in en beheren het budget. Hierdoor voelen ze zich thuis. Ook organiseren ze er allerlei andere sociale activiteiten of zijn hier nog tot laat in de avond te vinden om hun project af te maken. Het is veel meer dan een werkplaats waar je uitleg krijgt over machines.”

Studenten zouden volgens hem veel meer vertrouwen moeten krijgen. Onderwijs wordt vaak gezien als een lineair proces, waar studenten leren van een leraar of uit een boek. “Ik vergelijk het met leren rijden. Wanneer iemand z’n rijbewijs heeft gehaald, moeten we erop vertrouwen dat die persoon kan rijden. Dat gebeurt nu in het onderwijs vaak niet, studenten die bijvoorbeeld verschillende certificaten hebben voor verschillende ingewikkelde machines worden weinig uitgedaagd. In de makerspaces geven we deze studenten vertrouwen en verantwoordelijkheid. Ze ondersteunen leraren in de les en helpen mede-studenten, dit doen ze vrijwillig buiten hun eigen lessen.”

In sommige gevallen scheelt het de universiteit veel geld, lacht Culpepper: “In een van de makerspaces stond ineens een 3D-printer die meer dan 40.000 dollar kost. Toen ik dat ding zag staan hield ik wel even m’n hart vast. Bleek dat ze het apparaat gratis konden ophalen omdat het kapot was. De studenten hebben het zelf gerepareerd. Dat vind ik mooie voorbeelden van creativiteit die je in een normale schoolomgeving niet tegenkomt.”

Bootcamp 

Naast ruim 40 makerspaces die er al zijn opgezet is er in het programma ook een app ontwikkeld om studenten wegwijs te maken waar ze terecht kunnen voor welke apparaten. Hier kunnen ook oud-studenten gebruik van blijven maken. “Soms weten studenten wel welke machines of expertises ze nodig hebben, maar hebben ze geen flauw idee waar ze dit vandaan moeten halen. In deze app kunnen ze alle informatie vinden. Om het netwerk te versterken kunnen oud-studenten hun diensten aanbieden of terecht bij makerspaces”, zegt Culpepper.

Fontys gaat ook gebruik maken van dit systeem, zodat studenten bijvoorbeed makkelijker contact kunnen leggen met het bedrijfsleven voor projecten. In juni bezoekt een Fontys-delegatie een bootcamp van MIT in Engeland waar ze leren hoe ze zulke makerspaces het beste kunnen opzetten en implementeren in het onderwijs. Want dat is vaak lastig zegt Ella Hueting, directeur van Fontys Engineering. “Je hebt te maken met regelgeving van de onderwijsinspectie. Bovendien is het budget strak afgebakend. Per student heb ik bijvoorbeeld 3,2 vierkante meter, voor een klaslokaal is dat prima. Maar wil je andere dingen opzetten, zoals makerspaces, wordt dat lastig. Maar we doen al veel om dit te veranderen. We delen ruimte en kennis met de TU/e, er is een 3D-printlab dat volledig door studenten wordt gerund en in Helmond op de Automotive Campus werken studenten met bedrijven samen. Deze samenwerking met MIT is een vliegwiel, ik denk dat dit het onderwijs positief zal veranderen.”