De burgemeesters van Eindhoven, Venlo, Mönchengladbach en Düsseldorf voeren een gezamenlijke lobby voor de komst van de intercity tussen Eindhoven en Düsseldorf. Vanmiddag gaven ze een persconferentie, met een opmerkelijk goed Duits sprekende Rob van Gijzel in de hoofdrol.
Rob van Gijzel verwacht geschenk in Duitslandjaar
“Wij, Eindhoven en Düsseldorf, doen samen een ‘dringende oproep’ op onze regeringen om tijdens de topontmoeting van beide regeringen toe te zeggen dat er snel intercity’s ‘van hsl-kwaliteit’ gaan rijden tussen de twee steden.”
De roep van burgemeester Rob van Gijzel van Eindhoven vandaag in Düsseldorf klonk de opgetrommelde media als muziek in de oren. Eindelijk, hoorde je het journaille denken, een bestuurder die houdt van helderheid. Dus was het niet vreemd dat Van Gijzel na afloop van de persconferentie als eerste de microfoon van een cameraploeg onder zijn neus kreeg gedrukt.
“Ik geloof in hsl-verbindingen: ze zijn snel en lopen van hart tot hart. De hele wereld is ermee bezig: China, de VS, Frankrijk en Duitsland. Nederland blijft op dit gebied erg achter. Onze economie is afhankelijk van internationale connecties. Met Duitsland, in de eerste plaats.”
Topontmoeting
Eindhoven voert samen met Venlo, Düsseldorf en Mönchengladbach een hernieuwde lobby voor de intercity Den Haag-Düsseldorf (via Eindhoven, Venlo en Mönchengladbach). Hiervoor is het noodzakelijk dat de enkelbaans spoorlijn tussen Kaldenkerken en Dülken verdubbeld wordt.
“Bizar dat de steden in Nederland nog niet goed per spoor verbonden zijn met Duitsland. We staan met de rug naar onze belangrijkste handelspartner en dat moeten wij doorbreken”, aldus Van Gijzel. Hij spreekt van een “intercity van hsl-kwaliteit”. De trein zal sneller gaan dan een normale intercity en zal minder vaak stoppen.
Lees ook:
- Vaart achter HSL-trein naar Düsseldorf
- Lobby voor snelle trein naar Duitsland
- Alles over het internationale treinenproject RoCK
De burgemeesters van de vier steden willen met hun lobby bereiken dat de intercity een plek krijgt op het Duitse sporenplan, dat volgens Van Gijzel medio april wordt gepresenteerd. In het sporenplan staan de meest noodzakelijke verbeteringen aan het spoorwegnet opgesomd. Daaruit moet een keuze worden gemaakt. De definitieve besluitvorming vindt in het najaar plaats.
Van Gijzel hoopt dat de knoop wordt doorgehakt tijdens een topontmoeting dit jaar tussen bondskanselier Angela Merkel en premier Mark Rutte. “Wat mij betreft wordt 2016 het Duitslandjaar.”
Voordelen
Een goede treinverbinding verlicht de druk op de A67 en A58. Ook het vrachtvervoer heeft er baat bij. Het reizen gaat bovendien veel sneller. De huidige ‘boemeltrein’ stopt op Duits grondgebied bij alle kleinere stations. De reistijd Eindhoven-Düsseldorf bedraagt daardoor twee uur. Dat is een uur langer dan met de auto.
Van Gijzel hamert erop om niet bedrijfseconomisch, maar macro-economisch naar de kwestie te kijken. Vrij vertaald: de intercity dient een groter belang. Hij staaft dat met enkele voorbeelden. Van de totale Nederlandse export – 105 miljard euro in 2013 – gaat veertig procent naar Noordrijn Westfalen. Van de totale Duitse import – 63 miljard euro in 2013 – komt dertig procent uit de grensprovincie. “Onze economie zou zonder Duitsland bijna half zo klein zijn. Onze economische relatie is de meest intensieve tussen twee landen, na die tussen Amerika en Canada.”
Kosten
De eerste plannen voor een verdubbeling van de spoorlijn dateren van ruim twintig jaar geleden. Destijds bedroegen de geschatte kosten 43 miljoen euro. Nu wordt uitgegaan van ruim 105 miljoen euro. Dat de kosten in de tussentijd ruimschoots zijn verdubbeld, heeft vooral te maken met het plaatsen van schermen om de geluidsoverlast terug te dringen. De Duitsers nemen alle kosten op zich. In eerdere plannen was er sprake van dat Nederland zou meebetalen.
Van Gijzel: “Düsseldorf vindt het nu toch ook wel heel belangrijk om aangesloten te worden. En dit wil toch wel wat zeggen: de hoofdstad van Noordrijn-Westfalen, een deelstaat die meer inwoners heeft dan Nederland. Als Merkel en Rutte straks zeggen: wij willen intensievere verbindingen tussen onze economieën, dan zullen ze daar toch uitvoering aan moeten geven. Anders kun je hun top niet serieus nemen.”
Hoofdfoto: Burgemeesters Rob van Gijzel (Eindhoven), Antoin Scholten (Venlo), Hans Wilhelm Reiners (Mönchengladbach) en Thomas Geisel (Düsseldorf) – Foto (c) David Young.
