Daan Bakx, redacteur bij @OCW, het interne magazine van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, bracht samen met enkele OCW-collega’s een bezoek aan de Brainport Industries Campus (BIC). Ze waren onder de indruk, zo blijkt uit het verslag, dat is geschreven als toelichting op de werkwijze van OCW, met Brainport als voorbeeld. Met toestemming van @OCW publiceren we het artikel ook op Innovation Origins.
Door Daan Bakx, @OCW
‘Ja, in de regio daar gebeurt het’. Het wordt vaak gezegd. Maar wat gebeurt daar dan zoal en wat betekenen regionale ontwikkelingen voor het werk op OCW? Op zoek naar antwoorden spreken we collega’s Inge Vossenaar en Nico Klaasen en nemen we een kijkje bij een van dé regionale hotspots van het moment: ‘Brainport Eindhoven’.
Ingeklemd tussen de A2 en Eindhoven Airport ligt het terrein van de ‘Brainport Industries Campus’ (BIC). De bushalte staat nog ongebruikt aan de kant van de weg en de bouwketen, waar de studenten van het Summa College tot voor kort in gehuisvest waren, staan er verlaten bij. Het terrein moet in 2019 omgetoverd zijn tot een prachtige groene campus. Inmiddels is een deel van het hoofdgebouw klaar en wordt er onderwijs gegeven aan de mbo-studenten van Summa. Het wachten is nog op het inhuizen van een aantal toeleveranciers van onderdelen aan bekende bedrijven, zoals ASML, Philips en NXP.
Op de website van BIC prijkt prominent: ‘Hét gezicht van de hightech maakindustrie’ en ‘De campus van de toekomst’. Twee zinnen die een van de grote uitdagingen voor deze regio uitdrukken: onderwijs en bedrijfsleven zo organiseren dat er constante kruisbestuiving tussen kennis en talent ontstaat. Om al in het onderwijs van morgen aan de slag te kunnen met technologische uitdagingen van vandaag. In de praktijkruimtes van Summa is die samenwerking al tastbaar. Een aantal van de meest kostbare machines zijn ter beschikking gesteld door bedrijven uit de regio. Zo kunnen studenten niet alleen kennismaken met de techniek, maar ook met de didactiek en manier van werken van het bedrijf. Binnenkort krijgt deze uitwisseling een vervolg op het centrale plein van de campus, waar studenten en medewerkers van bedrijven elkaar dagelijks zullen treffen bij koffie en lunch.
Zo moet het centrale plein er uiteindelijk uit komen te zien.
We sluiten aan bij een bezoek van een OCW-delegatie waar naast Marcelis Boereboom (DGHBWE) ook Inge Vossenaar (directeur MBO), Jantina Walraven, Siu-Siu Oen en Nico Klaasen deel van uit maken. Op het programma staat een rondleiding over de campus, gevolgd door een heuse ‘High level meeting’ over onder meer hybride leeromgevingen en leven lang ontwikkelen. Gesprekspartners zijn mensen van BIC, Brainport Development, TU/e, Summa College, Fontys Hogescholen, ROC Ter AA en onderwijswethouders van Eindhoven en Helmond. De agenda voor het overleg wordt door de aanwezigen al gauw als ‘ambitieus’ gekwalificeerd en past daarmee volgens Inge uitstekend bij deze regio.
Doel van het overleg is om elkaar te informeren, te enthousiasmeren en om met elkaar mee te denken. En dat sluit aan bij wat Nico in een eerder gesprek zei over de rol van OCW in de regio. ‘Die is in dit soort trajecten anders dan we gewend zijn. Minder leidend, meer faciliterend. Maar daarmee niet minder nuttig en nodig. Naast de reguliere bekostiging (in totaal gaat vanuit OCW zo’n 3 miljard richting de Brainport-regio) en financiering van projecten kunnen we veel betekenen in het bij elkaar brengen van kennis, mensen, organisaties en middelen.’
‘Onderwijs in de Achterhoek concurreert met bodemdaling in de Randstad’
Knelpunten en kansen
Maar liefst 79 keer wordt ‘de regio’ genoemd in het regeerakkoord. Voor regionale knelpunten was dan ook 900 miljoen beschikbaar. Een aantal van deze knelpunten raakt nadrukkelijk aan OCW-beleid. Na de formatie besloot het MT-OCW om met een aantal coördinerend directeuren te gaan werken. Eén voor gelijke kansen, één voor klimaat, één voor Groningen en jawel, één voor ‘de regio’. Inge Vossenaar pakte die handschoen op en Nico Klaasen ging in haar team met Brainport aan de slag. Hij haast zich erbij te zeggen dat, hoewel er in het regeerakkoord vooral over knelpunten wordt gesproken, er in de regio juist veel kansen liggen. ‘Brainport is één grote kans! Niet alleen voor de regio zelf, maar ook voor OCW. De ervaringen die hier opgedaan worden, kunnen wij gebruiken voor ontwikkeling van het nationale stelsel.’
De interdepartementale besluitvorming over de besteding van het geld was op zijn zachtst gezegd complex, de lijst met knelpunten lang. Nico: ‘Je moet je voorstellen dat bijvoorbeeld onderwijs in de Achterhoek concurreert met bodemdaling in de Randstad. Onvergelijkbare problematiek natuurlijk en dus moesten we af en toe ook wat opportunistisch te werk gaan. Niet altijd was haalbaar wat voor OCW bovenaan stond en soms is het dan beter om in te zetten op iets dat in het totaal aan interdepartementale belangen wél haalbaar is.’ Inge: ‘Mede door de inzet van OCW wordt naast ‘fysieke welvaart’ ook geïnvesteerd in ‘brede welvaart’. Dus niet alleen geld voor bedrijventerreinen en wegen maar ook voor projecten op gebied van samenbindende cultuur en de innovatieve kracht van onderwijs.’
Brainport Eindhoven was een van de eerste regio’s waarvoor, samen met onder andere Zeeland en Rotterdam-Zuid, een regiodeal werd gesloten waardoor het geld uit het regeerakkoord vrijkwam. De uitdagingen zijn groot en wisselend, ook op OCW-gebied. Zonder coördinerende regioaanpak op OCW zou Brainport zaken doen met 27 OCW-collega’s. Nu is er in de persoon van Nico één aanspreekpunt voor alle onderwerpen die OCW aangaan.
BIC is de volgende in een groeiende rij van campussen in de Brainportregio waar onderwijs en bedrijfsleven elkaar vinden in de drang naar vernieuwing. Maar dat innovatie niet altijd vanzelf gaat en vooral hard werken is, blijkt uit een aantal ontboezemingen. Zo werd BIC gasloos aangelegd met negenduizend zonnepanelen op het dak. Pas achteraf bleek dat de studenten van Summa wel een gasleiding moeten kunnen leren afsluiten. Ook ROC Ter AA kwam erachter wat het betekent om ‘als school een fabriek te runnen’. Ze schaften prachtige machines aan en ontdekten pas daarna dat de stroomvoorziening ter plekke niet voldoende was om ze te laten draaien.
‘Het onderscheid tussen theorie en praktijk is volledig achterhaald’
Praktijk overvleugelt het systeem
Tijdens het overleg delen alle partijen waar ze mee bezig zijn en wat de voortgang belemmert. Zo zijn er zorgen over de invloed van het lerarentekort, kan de samenwerking tussen onderwijssectoren en instellingen af en toe beter, is er te weinig geld om te investeren in traditionele én hybride leeromgevingen en is het lastig om het MKB goed te betrekken.
Nienke Meijer, bestuursvoorzitter van Fontys, vat het samen: ‘Er gebeurt in deze regio heel veel, met goede energie en samenwerking. Maar de praktijk overvleugelt inmiddels wel het systeem.’ Antoine Wintels, bestuursvoorzitter van Summa vult aan: ‘Wij mogen hier (op BIC red.) eigenlijk helemaal niet zitten als Summa. De locatie heeft geen onderwijsbestemming! Maar het onderscheid tussen theorie en praktijk is volledig achterhaald, daar is echt een herdefiniëring nodig. We hebben OCW nodig om, bijvoorbeeld in gesprek met de ministeries van EZK en BZK, belemmeringen weg te nemen.’
‘We hoeven elkaar hier niet te overtuigen’, aldus Marcelis. ‘Ik begrijp jullie zorgen en wensen heel goed. En ik zie ook dat de ambities op het gebied van faciliteiten, mensen, middelen of systeem de mogelijkheden soms overstijgen. We zullen zeker proberen samen belemmeringen weg te nemen. Maar er zijn ook grenzen aan wat wij in een kabinetsperiode kunnen doen. Ik nodig jullie dan ook uit om ons de knelpunten mee te blijven geven. Kunnen we er nu niets mee, dan misschien wel bij de voorbereidingen op een nieuw regeerakkoord.’