Bij een vermoeden van longkanker wordt er op dit moment een ‘hapje’ weefsel weggehaald en onder de microscoop bekeken. Hier komt in de toekomst mogelijk verandering in. Sylvia Roovers-Genet onderzocht eiwitten in het bloed van mensen met, zonder en met mogelijk longkanker tijdens haar promotieonderzoek. Daarmee ontwikkelde ze een methode om via bloedonderzoek longkanker aan te tonen. Die methode kan in de toekomst uitgewerkt worden, met als doel dat deze geschikt te maken voor het voorspellen van longkanker. Sylvia Roovers-Genet verdedigde op 1 februari haar proefschrift bij de faculteit Biomedical Engineering.
Al bij de start van haar promotie aan de faculteit Biomedical Engineering wist Sylvia Roovers-Genet dat ze doelbewust zou toewerken naar een klinische toepassing. Ook niet gek als je bedenkt dat ze haar onderzoek deed in nauwe samenwerking met collega’s van het Catharina Ziekenhuis en het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven/Veldhoven. Het doel was om op zoek te gaan naar kenmerkende eiwitten (markers) in het bloed van longkankerpatiënten.
Sylvia Roovers-Genet. © Vincent van den Hoogen
Roovers: “Het is belangrijk om te weten dat er vaak over longkanker gesproken wordt alsof het één aandoening is, terwijl er juist heel veel verschillende vormen bestaan. Elk met zijn eigen behandeling en aanpak. Voor een longarts is het dus van groot belang om precies te weten met welke variant hij of zij te maken heeft.”
Huidige aanpak
“Op dit moment is er een gouden standaard om vast te stellen of iemand longkanker heeft. Bij een vermoeden is de eerste stap een scan, zoals CT of PET CT. Die geeft inzicht in waar de klachten vandaan kunnen komen en waar de mogelijke kankercellen of tumor zich bevindt.”
De tweede stap is een biopsie. “Om zeker te weten dat er sprake is van kanker en niet van een andere aandoening, geeft nu alleen een biopt van longweefsel zekerheid. Maar dat bewijs van tumorcellen is niet altijd te verkrijgen. Soms zijn mensen te oud of te ziek en is de biopsie zelf al te riskant voor hun gezondheid. En soms weigeren mensen de ingreep te ondergaan.”
Op zoek naar nieuwe methode
“Daarom zijn wij op zoek gegaan naar een methode die voor de patiënten veel minder ingrijpend is. Bloedprikken is veel minder pijnlijk en riskant. Zeker voor de risicogroep voor longkanker, waarbij roken en ouderdom de belangrijkste risicofactoren zijn”, vertelt Roovers.
Voor het onderzoek was het van belang om in ieder geval bloed te onderzoeken van drie groepen mensen: met, zonder en met mogelijk longkanker. “Maar liefst zes Nederlandse ziekenhuizen werkten mee aan het onderzoek door patiënten te vragen of ze wilden meedoen, wanneer ze met een vermoeden van longkanker bij de longarts kwamen. Vervolgens werden relevante patiëntgegevens vastgelegd en hun bloed werd onderzocht om de eiwitten te bepalen.”
Uiteindelijk werkten meer dan duizend mensen mee aan het onderzoek. Door de grootte van die groep zijn de resultaten uit het promotieonderzoek van Roovers erg betrouwbaar. Interessant was bijvoorbeeld om te zien dat bij dertien procent van de patiënten met de huidige gouden standaard niet onomstotelijk kon worden vastgesteld of deze patiënten longkanker hadden. Voor deze patiënten zou bloedonderzoek in de toekomst wellicht een uitkomst kunnen bieden.
Eiwitanalyse om longkanker aan te tonen
Het patiëntenonderzoek leverde een enorme database op, waarmee Roovers en collega-onderzoekers aan de slag konden. “Wij hebben nieuwe detectiemethoden ontwikkeld voor het kwantificeren van twee veelbelovende longkanker-eiwittumormarkers gebaseerd op vloeistofchromatografie-tandemmassaspectrometrie (LC-MS/MS). Dat is een methode die kijkt naar het gewicht van de eiwitten in het bloed en zo de tumormarkers herkend.”
“Daarmee konden we deze markers zelfs bij zeer lage concentraties in het bloed van patiënten met longkanker detecteren. De nieuwe methoden kunnen helpen om in vervolgonderzoek uit te zoeken of de LC-MS/MS-gebaseerde detectie ook in de klinische praktijk in het ziekenhuis van toegevoegde waarde kan zijn in vergelijking met huidige methoden”, zegt Roovers.
Stap naar de dokterspraktijk
Om de stap naar het ziekenhuis, oftewel de klinische praktijk, te vergemakkelijken, ontwikkelden Roovers en collega’s niet alleen de diagnostische methode, maar ook een beslisalgoritme voor artsen.
“Het is niet één marker waarop je als arts moet letten, het is een combinatie van factoren. Daarom helpen we artsen om de uitslag van bloedonderzoek volgens onze methode op de juiste manier te interpreteren. We kunnen nu met onze methode voor twee derde van de patiënten met tenminste 95 procent zekerheid zeggen dat ze longkanker hebben, op basis van bloedonderzoek.”
We hebben nu wetenschappelijk bewezen dat longkanker in het bloed kan worden aangetoond.
Sylvia Roovers-Genet
Gevraagd naar de praktische toepassing, houdt Roovers nog een slag om de arm. “We hebben nu wetenschappelijk bewezen dat longkanker in het bloed kan worden aangetoond. De volgende stap is dan altijd een validatieonderzoek in de praktijk. Dat wordt opgezet en opgepakt door een samenwerking van de TU/e, het Catharina Ziekenhuis en Máxima Medisch Centrum.”
Prikken bij de huisarts?
En daarna? Gewoon naar de huisarts en even bloedprikken om te weten of je longkanker hebt? “Wie weet”, zegt Roovers lachend. “Maar zover is het voorlopig nog niet. Vergis je niet, longkanker is helaas nog steeds erg dodelijk. Na vijf jaar leeft nog slechts negentien procent van de mensen met longkanker. Dus het zou fantastisch zijn om juiste deze vorm(en) van kanker eerder te vinden, zodat ze beter te behandelen zijn.”
Titel van Sylvia Roovers-Genet’s proefschrift: Lung cancer protein tumor markers: Development, validation and clinical use of quantitative serum tumor marker assays.