Wie ooit een reanimatiecursus heeft gevolgd, kan het zich vast nog herinneren: de saaie lessen met een pop als slachtoffer in een klaslokaal. Zo’n les komt niet in de buurt van de impact van een echte reanimatie. Dat kan anders, ziet docent Pieter van Gorkom. Hij ontwikkelt toepassingen van Virtual Reality (VR) in het onderwijs. “Met een VR-bril op reanimeren studenten ineens in een spannende, meer realistische situatie, bijvoorbeeld langs de snelweg”, schetst hij.
Minor ontwikkelen
Dit is een van de vele toepassingen die Van Gorkom de laatste jaren heeft ontwikkeld. Hij is al bijna twintig jaar docent bij de opleiding verpleegkunde en werkte daarvoor als IC-verpleegkundige. Tien jaar geleden zette hij met een groepje collega’s de minor Expertisecentrum Gezondheidszorg & Technologie op, waarin hij verpleegkunde en technologie combineert. Inmiddels heet de minor Health-TEC. “Ik zag dat technologie steeds belangrijker werd in de zorg”, zegt hij. Hij ging zelf op onderzoek uit naar de mogelijkheden in het onderwijs. Dat groeide de laatste jaren steeds verder. “Studenten vinden het ook heel gaaf om te experimenteren met VR, 360°-video’s en andere nieuwe technologieën.”
Docent als avatar
In het Explore Lab bij Fontys staan twee VR-sets. “Daar geef ik vaak les”, vertelt Van Gorkom. “Een student zet de VR-bril op en ziet zo bijvoorbeeld een orgaan of een operatiekamer. Dat zorgt voor een andere beleving van de les.” Ook het oefenen van gespreksvaardigheden kan via een virtuele wereld. Normaal gesproken worden moeilijke gesprekken, bijvoorbeeld wanneer een patiënt agressief wordt, geoefend met acteurs. Zij spelen bepaalde emotie na en studenten moeten daar dan op reageren. “Voor veel studenten is dat heel lastig en er wordt vaak wat lacherig over gedaan”, vertelt Van Gorkom.
“Daarom hebben we een toepassing gemaakt waarin de student met VR een kamer inloopt met een client”, gaat hij verder. De client is een avatar die door de docent bestuurd kan worden. De docent kan dus via een microfoon praten en dan lijkt het alsof de avatar praat. Ook kan de avatar virtueel door de ruimte bewegen. “Dit is voor studenten heel indrukwekkend, het komt echt in de buurt bij gesprekken in de echte wereld.”
Toetsen in escaperoom
Van Gorkom heeft in de minor Health-TEC ook de manier van toetsen aangepast. “Veel toetsen zijn nog op basis van goed of fout. Studenten leren dan alleen voor de toets, maar steken er verder niet veel van op”, stelt hij. Daarom heeft Van Gorkom een escaperoom in VR ontwikkeld.
“Eén student heeft de bril op en zit zodoende in een virtueel huis. Een paar andere studenten zitten voor een scherm. Zij moeten de student door het huis heen coachen. Gaandeweg komt er dan lesstof voorbij waar ze mee aan de slag moeten om uit het huis te kunnen komen. Zo ontstaan er discussies over de lesstof, je ziet de studenten voor het scherm klinisch redeneren. Dat is naar mijn idee veel waardevoller dan kruisjes zetten in het goede vakje tijdens een toets.” Zijn escaperoom is inmiddels een summatieve toets, wat wil zeggen dat studenten er daadwerkelijk studiepunten voor krijgen als het lukt om uit het huis te ontsnappen.
Meer waardering voor VR
Van Gorkom ziet langzaam steeds meer ruimte ontstaan voor het toepassen van nieuwe technologieën in het onderwijs. “Ik begon als eenling met de experimenten met VR en inmiddels maken steeds meer docenten er gebruik van. Het is meer geaccepteerd en gewaardeerd, al vinden veel docenten het nog steeds wel spannend om niet meer uit een boek les te geven maar echt gebruik te maken van VR”, ziet hij. Van Gorkom vertelt dat er inmiddels wel een VR-les in het curriculum zit, “dus docenten moeten nu wel”.
Studenten ontwikkelen mee
Tijdens de minor krijgen studenten de kans om zelf ook nieuwe innovaties te ontwikkelen. “Ik wil studenten stimuleren en motiveren om leuke dingen te doen”, zegt Van Gorkom. Studenten komen met interessante vindingen, waarvan een deel ook daadwerkelijk in de praktijk is gebracht. “Studenten hebben voor het Catharina Ziekenhuis virtuele rondleidingen gemaakt van afdelingen zoals het kankercentrum. Zo kunnen patiënten alvast een kijkje nemen zoals met Google Streetview. Dit is onderdeel van het voorlichtingsmateriaal voor patiënten.”
De overheid lijkt ook meer aandacht te hebben voor nieuwe technologieën in het onderwijs. Van Gorkom kreeg een projectsubsidie voor een van zijn projecten, namelijk 360°-video’s met keuzemomenten. “Studenten zetten een bril op en komen dan bijvoorbeeld in een kamer bij een patiënt”, vertelt hij. “Dan stopt de film en moeten de studenten een keuze maken over de behandeling van de patiënt. Daarna gaat de film door en ziet de student meteen de gevolgen van zijn keuze.” Van Gorkom heeft deze nieuwe methode nu met zeventig studenten getest en het overgrote deel was enthousiast. “Ik moest hen op een gegeven moment echt onderbreken in het spel en terug naar de echte wereld brengen, ze zaten er helemaal in.”
Een blijvertje
“VR is geen hype, het is een blijvertje. Dat geldt voor het onderwijs, maar ook steeds meer grote bedrijven investeren erin”, gaat hij verder. Dat ging niet vanzelf. “Als innovator heb je een lange adem nodig. Het duurt lang voordat mensen echt de waarde van nieuwe technologie in gaan zien en er ook echt gebruik van gaan maken. Fontys heeft nu een voorbeeldfunctie voor andere hogescholen.
Goed voorbereid
De technologie kan het onderwijs voorgoed veranderen. “Studenten verpleegkunde ervaren in de eerste weken van hun stage altijd als stressvol. Er komt zo veel op hen af en omdat het over de zorg voor mensen gaat, is de druk direct heel hoog”, zegt Van Gorkom. “Studenten weten vaak helemaal niet wat hen te wachten staat en dat schrikt af.” Hij noemt de zorg voor mensen met dementie als voorbeeld. “Studenten weten helemaal niet hoe ze een gesprek met iemand met dementie moeten voeren. Tijdens stage staan ze dan ineens voor zo’n situatie”, schetst hij. Nu worden er tijdens de lessen vaak casussen besproken op papier, maar dat is toch anders dan in de praktijk. “Met VR kunnen we veel dichter op de praktijk komen. Dat maakt het leerzaam, maar ook leuk. De meeste studenten leren liever met deze nieuwe technologie dan uit een boek.”