Het kantoor waar de scale-up Avular deze zomer introk, is al snel weer te klein, zegt het nieuwe directielid Koen Evers. “We groeien hard, elke twee week komt er wel iemand bij.” Het gaat de scale-up, die voortkomt uit een studententeam van de TU Eindhoven, voor de wind. Niet alleen lanceerde Avular vorige maand de online-verkoop van de Prime, een standaard bouwblok voor mobiele robots. Daarnaast won het bedrijf een prijs voor deze innovatieve bouwblokken voor mobiele robots. Die prijs werd uitgereikt door de Consumer Electronics Show (CES), de grootste technologiebeurs ter wereld.
“We willen zoveel mogelijk partijen met ideeën voor een robot helpen om dat idee te realiseren”, legt Evers uit. “Vaak heeft een bedrijf wel verstand van een specifiek domein, weet het wat de meerwaarde van een mobiele robot kan zijn en wat een toepassing moet doen. De kennis over de robotica zelf ontbreekt vaak. Wij leveren dan de basis van mobiele robotica. Daarmee kunnen bedrijven zelf, al dan niet met ondersteuning van onze engineers, de specifieke toepassing maken.”
Bibliotheek aan software
De Prime is het eerste product dat te koop is via de webshop. Een real-time controller, van acht bij acht centimeter en vijf centimeter hoog, die uitermate geschikt is voor het uitlezen van sensoren en het aansturen van bijvoorbeeld motoren, lampjes en robotarmen, beschrijft mede-oprichter Yuri Steinbuch in een eerder interview. Een ander product dat volgt, is bijvoorbeeld modulaire software, een “bibliotheek aan basisblokjes waarmee je kunt programmeren”. Of modules waarmee je de Prime kunt uitbreiden, zodat er nog meer toepassingen op aan te sluiten zijn. Een aantal klanten werkt al met deze producten, op termijn komen ze ook in de webshop beschikbaar, zegt Evers.
Zo kunnen bedrijven die wel kennis hebben van high-tech machinebouw, maar niet de mankracht of specifieke kennis van robots hebben toch zelf een mobiele robot ontwikkelen, gaat Evers verder. “Als de benodigde kennis helemaal ontbreekt, dan nemen onze engineers de ontwikkeling op zich.” Vorig jaar oktober vroeg het bedrijf het patent voor de Prime en andere onderdelen in de reeks. De Prime is daarbij het brein van de machine. Het zorgt dat de machine doet wat het moet doen. Met het Eindhovense schoonmaakbedrijf i-team ontwikkelde de scale-up bijvoorbeeld een reeks autonome schoonmaakmachines. Evers: “Vorige week was ik bij hun lanceringsevent waar die schoonmaakwagens tussen het publiek rondreden.”
Groeien
Dat de Prime een veelbelovend product is, zag dus ook de jury van CES. Van 5 tot en met 8 januari is de eerst volgende editie, die zoals elk jaar in Las Vegas plaatsvindt. Avular is onderdeel van de Nederlandse afvaardiging, die uit 50 start- en 20 scale-ups bestaat. Daarnaast won het op 14 oktober ook een Innovation Award Honoree. Elk jaar reikt een jury bestaande uit leden van onder meer Google, BBC, Abobe en Qualcomm, prijzen uit aan de meest innovatie toepassingen. Er zijn 28 verschillende categorieën, Avular won een prijs in die van ‘Robotica’.
Evers werkte 14 jaar bij Vanderlande, een bedrijf voor de geautomatiseerde logistiek. Hij had verschillende functies, waarin hij zich bezig hield met productontwikkeling en productmanagement. Ook was hij commercieel verantwoordelijk voor onder meer Schiphol Groep. De laatste jaren proefde Evers zelf van het werken in een start-up. Hij zette een binnen Vanderlande een start-up op die automatisch geleide voertuigen ontwikkelt om koffers en pallets te vervoeren. Via dit project leerde hij Avular kennen. Toen die start-up weer onderdeel werd van het bedrijf, zette Evers de stap naar Avular. “Dit is een groep jonge energieke mensen, met goede ideeën voor de toekomst. Een toekomst waarin mobiele robotica veel kan betekenen voor een betere wereld. Ik wil het bedrijf helpen te groeien.”
Het bedrijf wil de komende tijd groeien naar ruim honderd mensen. Evers: “Maar groei betekent niet alleen meer mensen. Onze producten zijn operationeel bij klanten, dus je kwaliteitsbeheer en je service moet je ook beter organiseren. Daar heb ik ervaring mee. We zijn een goede match.”
Glazen ruimte
Eigenlijk was zijn start, halverwege juli, hét perfecte moment om het team te leren kennen, zegt Evers. Het nieuwe kantoor moest nog afgemaakt worden. “Doe maar niet je goede kleren aan”, werd tegen hem gezegd. “Met het hele team zijn we aan de gang gegaan. Dus eigenlijk zit ik hier net zolang als iedereen. We maken er samen iets van. Ik was gelijk onderdeel van de wereld hier.”
Het nieuwe kantoor is, net als het vorige, ook op Strijp-T. In een van de panden op het voormalige Philipsterrein dat nog moest worden gerenoveerd. Avular heeft er een hele etage. Een grote open ruimte met verschillende kantoorruimtes waar de teams werken aan nieuwe toepassingen voor robots. In een grote glazen ruimte kun je daadwerkelijk de engineers de producten zien maken. Eleni Nikolla en Konstantina Skrika zijn bezig om de bestelde Prime’s in elkaar te zetten. “De printplaten worden ergens anders geproduceerd. Hier doen we de eind-assemblage en testen we ze.”
Thomas van den Braak werkt, in hetzelfde glazen lab, aan een modulair platform voor een rijdende robot. Evers: “Sommige bedrijven starten met niets meer dan een idee, zoals het aardappelteeltbedrijf waarvoor we dit maken. Daarom ontwikkelen we ook een rijdend en vliegend modulair platform, drone, als kant-en-klare basis voor een mobiele robot.” Van den Braak: “Ik werk hier nu sinds april. Het is heel afwisselend de ene keer werk ik aan een drone en nu aan dit framewerk.”
Bij het koffiezetapparaat
“Onze kracht is dat we de producten die we ontwikkelen gelijk toepassen bij onze klanten”, zegt Evers. “De ene groep medewerkers ontwikkelt de standaardblokken, de Essentials, en de andere groep gebruikt die blokken in een project bij een klant om snel een toepassing te maken. De terugkoppeling gebeurt letterlijk bij het koffiezetapparaat. Dus we leren heel snel, waardoor we die modulaire bouwblokken steeds weer verbeteren.”
Voor Evers is het ook belangrijk dat je ziet waaraan je werkt. “Dat was ook mijn reden om toentertijd werktuigbouwkunde te gaan studeren, omdat het iets fysieks oplevert. Dat is hier ook. De mensen die aan de software werken zien wat het eindproduct is. Dat is niet alleen belangrijk om te leren en voor het gevoel met het product, maar ook voor het enthousiasme van het team. Je maakt het echt met elkaar.”