Author profile picture

Merijn Luijkx (Veldhoven, 1979) werd als boerenzoon geboren op een melkveebedrijf in Brabant. Toen de boerderij opgeofferd moest worden voor de uitbreiding van vliegveld Eindhoven, trokken zijn ouders met hun vier zonen naar Weert. “Ik heb wel de HAS in Den Bosch gedaan maar ik had geen interesse om de boerderij over te nemen. Toch is de affiniteit met het boerenbedrijf nooit meer weggegaan.”

Na zijn specialisatie voeding en marketing, onderdeel van de opleiding bedrijfskunde, lokte de economische kant van het boerenbedrijf en dan met name de voedingsindustrie. “Ik dacht: ik ga toetjes bedenken bij Campina en dan zie ik wel wat de markt doet.” Hij kwam er niet tussen en meldde zich bij Randstad. Dat kwam met Rabobank op de proppen. “Dat leek me dus hartstikke saai. Ik zou zelf nooit hebben gesolliciteerd, mannen in pak en stropdas die alleen maar rekenen, mij niet gezien.’ Dat pakte dus bepaald anders uit, de cirkel is rond: Luijkx helpt ondernemers in de agrofood sector die vooruit willen. ‘Dat gaat eerder over communicatie en strategie dan rekenen. Dit is echt mijn wereld, ik ben er opgegroeid en ik begrijp die mensen.”

Geen doorsnee bankier

De laatste jaren is de landbouwsector in een storm terecht gekomen, meer bepaald sinds de Stikstofuitspraak in 2019. “Het maakte van mij eerder een lobbyist dan een doorsnee bankier. Ik moest de milieuregels komen uitleggen, rekening houden met het draagvlak voor de sector in de maatschappij. Die leek overal de schuld van te krijgen.” Luijkx werd aan alle overlegtafels uitgenodigd om deel te nemen aan het discours. “Ik zit er altijd wel een beetje dubbel in. Neem de BBB. Mooi dat zo’n partij die onder andere opkomt voor boeren is ontstaan. Tegelijkertijd is het de vraag in hoeverre hetgeen ze willen bereiken, mogelijk is binnen de gemaakte afspraken. Soms remmen mensen terwijl dingen moeten veranderen. Ik herken dat. Mijn vader was een ouderwetse, traditionele boer, die dacht vanuit een traditionele opvatting. Je kunt de boel wel blokkeren maar daardoor verandert de Europese wetgeving niet en we moeten ook zorg dragen voor de aarde.” De rol van verbindingsofficier vervult hij graag.

Honger in de wereld

Merijn Luijkx: “Na de Tweede Wereldoorlog had de agrarische sector de opdracht om zoveel betaalbaar voedsel te produceren dat er geen honger meer zou zijn. Dat leidde tot schaalvergroting en lage kostprijzen. Het is wat de overheid faciliteerde en wat de maatschappij wilde. Wij, bankiers financierden dat. Maar dat veranderde toen al die losse wetten en regelgeving na dertig jaar op een hoop werden gegooid. Natuurlijk wisten we dat de milieusituatie onhoudbaar werd, maar er is nooit echt op doorgepakt. En nu is het zover dat niet meer alles overal kan. Toch is er ook veel tegenstrijdigheid, wat beter is voor het milieu, hoeft niet altijd beter te zijn voor dierenwelzijn. Bij een grote moderne stal met veel dieren op één plek in een gesloten systeem heb je de laagste milieu-impact per dier. En we kunnen wel veel productie terugdraaien maar er is nog steeds honger in de wereld. Dat zien wij in Europa allemaal niet zo. Want we hebben het geluk dat we op de goede plek wonen. Er zijn heel veel mensen op deze wereld die de luxe niet hebben om na te denken of de kip een goed leven heeft gehad.”

Luijkx is ervan overtuigd dat er ook in zijn sector maatwerk geleverd moet worden. “De locatie is veel belangrijker dan vroeger. Maar ook: wat voor type ondernemer ben je? In welke sector ben je actief? Hoeveel gebouwen heb je en hoe oud zijn die? Hoeveel financiering heb je? Waar wil je naartoe? Dat is voor iedereen anders. Waar eerst iedere boer altijd voor zichzelf werkte, krijg je nu steeds meer keteninitiatieven. Waar het gaat om wederkerigheid in plaats van winstmaximalisatie. Dan is het misschien niet nodig om van product te switchen maar dan moet je wel weten waar je aan levert en welke ruimte je hebt.”

Brightlands Campus Greenport Venlo

Sinds een jaar of vier is Luijkx ook op de Brightlands Campus Greenport Venlo actief, hij houdt er af en toe kantoor. “Het is veel meer dan een bedrijfsverzamelgebouw met al die start-ups en partners. Vanuit dit ecosysteem komt veel innovatie voort. Wij kunnen als bank concrete leads vooruithelpen met toekomstgerichte proposities die een oplossing kunnen zijn voor de sector. We zitten met verschillende campusbewoners aan tafel en proberen te schakelen naar ondernemers binnen en buiten de campus. We doen mee aan het start en scale up-programma, het experience center en werken mee aan gezamenlijke bijeenkomsten gericht op innovatieve verdienmodellen.”

Dat gebeurt overigens niet ad hoc. Rabobank heeft een uitgesproken en zorgvuldig gevormde toekomstvisie als het gaat om financiering van de agrofood sector. “De campus is belangrijk al richt ze zich vrijwel uitsluitend op de toekomst van de plantaardige sector. Maar een plant groeit niet zonder mest dus je hebt ook een rol voor het dier. Uit de reststromen van de plantaardige teelt kun je biogas maken maar ook veevoer. Geen kringlooplandbouw zonder veehouderij maar dat gezegd hebbende is de focus van de campus gericht op precisielandbouw, op gezonde voeding, op future proof plantaardige teelten en dat is ook een scope van Rabobank. Nu is het zo dat 60% van ons voedsel uit dierlijk eiwit bestaat en 40% is plantaardig. Wij vinden dat het andersom moet. Daarom zitten we goed op de campus. Andere collega’s maken zulke crossovers juist op de Health Campus in Maastricht of de Brightlands Chemelot Campus in Geleen.”

Business Innovatie Team

Het Business Innovatie Team werd in eigen boezem opgericht in 2018. “Omdat we economisch wat achter bleven ten opzichte van andere provincies in het land. Banken wilden geen risico lopen en financierden voorzichtig. Als iemand met een plan kwam dan kreeg hij te horen: neem een adviseur, maak maar een plan en als het allemaal doorberekend is dan kom je maar terug. Dat is niet goed, constateerden wij in Limburg. Zo innoveer je de sector niet terwijl de maatschappij wel verandert. En dus hebben we het Business Innovatie Team opgericht. We helpen ondernemers die willen veranderen. Als het lukt dan is het goed voor de ondernemer, goed voor de werkgelegenheid, goed voor een duurzame economie en ook goed voor ons als bank zelf.”

Luijkx kan er zijn expertise, voedseltransitie, volop benutten. Collega’s gaan over energietransitie of duurzaam wonen. “We proberen mensen te helpen met antwoorden op relevante maatschappelijke vragen of technische vragen als ze een extreem nieuwe technische innovatie willen toepassen.”

Hij geeft als voorbeeld de transitie van het boerenbedrijf dat ooit van zijn vader was; het is nu een zorgboerderij. Of een melkveehouder die over wil schakelen op kaas. “Ik help zulke ideeën om te vormen tot een realistisch plan en de financiering rond te krijgen. Soms zijn dergelijke transities ingegeven door regelgeving zoals stikstofnormering. Daar kun je iets van vinden maar de vraag is vooral: wat is er in de toekomst wél mogelijk. Soms moet je ondernemers een spiegel voorhouden maar we wijzen overheden en anderen ook op hun verantwoordelijkheden. Die combinatie van operationeel en politiek, dat voortdurend schakelen, geeft mij veel voldoening.”

Bank van de vervuilende sector

Dat de bank serieus werk maakt van een toekomstvisie en met beleid investeert in de toekomst van de agrofood sector maakt dat Merijn Luijkx zich nog steeds op zijn plek weet. “De agrarische sector toekomstgericht houden of maken maar ook het belang van de sector uitdragen naar de maatschappij vind ik heel belangrijk. Vroeger waren we trots dat we de tweede exporteur ter wereld waren op agrarisch vlak. De toegevoegde waarde is, naast het produceren van kwalitatief hoogwaardig voedsel, dat deze sector CO₂ kan opslaan, in planten, in bomen, in de grond. Nu wordt de sector nog vooral gezien als CO₂ uitstoter of ammoniak uitstoter of vervuiler. En zijn wij als Rabobank de bank van de vervuilende sector. Terwijl we de sector juist helpen naar een nieuwe realiteit. Stop met financieren van de bio-industrie, krijgen we vaak te horen. Ik denk dat het genuanceerder ligt: laten we deze ondernemers helpen naar een nieuwe wereld en hoe die eruitziet, is voor iedereen anders. Dat kan nog steeds hoog productief zijn en veel op één plek zijn maar wel met de juiste techniek en op een plek waar dat kan. En als dat niet kan, dan helpen we zoeken naar een alternatief, een anders verdienmodel. Het is maatwerk. En let op, deze sector heeft niet de oplossing voor het klimaatprobleem maar met name glastuinbouwers zijn straks de energieleverancier die de balans maakt op het energienet. Veehouders produceren groen gas als alternatief voor fossiele brandstoffen. En de agrarische sector houdt straks het water vast als het regent en geeft het terug aan de natuur als het droog is. Dat zit er allemaal aan te komen.”

Dus is het wachten tot natuurbeschermers boeren en tuinders komen bedanken? “Dat gaat gebeuren.”

Samenwerking

Dit artikel is gemaakt in een samenwerking tussen Brightlands en onze redactie. Innovation Origins is een onafhankelijk journalistiek platform dat zijn partners zorgvuldig uitkiest en uitsluitend samenwerkt met bedrijven en instellingen die achter onze missie staan: het verhaal van innovatie verspreiden. Op die manier kunnen wij onze lezers waardevolle verhalen aanbieden die volgens journalistieke richtlijnen tot stand zijn gekomen. Wil je meer weten over hoe Innovation Origins samenwerkt met andere bedrijven? Klik dan hier