Author profile picture

De brancheorganisatie ITCO schatte dat er in Nederland in 2009 circa 250.000 tankcontainers in gebruik waren. Deze verzorgen het transport van onder andere vloeistoffen, voedingsmiddelen, veevoer, gassen, chemicaliën en zelfs explosieven. In totaal ging het naar verwachting om ruim 675.000 transporten via vrachtwagen, trein, boot en trailer en dat zijn er in de loop der tijd alleen maar meer geworden. Als je je bedenkt dat elke tankcontainer na elke vracht volledig gespoeld en gereinigd moet worden en dat er per spoeling 1,5 tot 2 kuub water doorheen gaat, kun je op je vingers uittellen wat voor verspilling dat met zich meebrengt. Dat moest anders, vond het Valkenswaardse bedrijf Mega-Inliner. Zij ontwikkelden 2 jaar gelden dan ook een gelijknamig product, dat het spoelen en reinigen van tankcontainers overbodig maakt.

“De Mega-Inliner is simpel gezegd een grote plastic zak gemaakt van hightech folie, die in de tankcontainer geplaatst kan worden en ervoor zorgt dat er geen gassen in en uit kunnen”, vertelt Sidon van Laarhoven, eigenaar-grootaandeelhouder van het bedrijf. “Dat bespaart op jaarbasis niet alleen miljoenen liters drinkwater, maar zorgt ook voor een aanzienlijke CO2-reductie. Dit omdat vervoerders nu eenvoudig van lading naar lading kunnen rijden en niet meer na elke vracht naar een cleaning station hoeven te gaan.”

Bovendien zorgt de Mega-Inliner voor een toename van de voedselveiligheid en heb je niets meer te maken met restricties die gelden, zoals het feit dat voor elke nieuwe vracht de voorgaande 5 vrachten bekend gemaakt moeten worden en niet mogen conflicteren. Dat bespaart dus ook nog eens aanzienlijk wat werk. “Met de Mega-Inliner focussen we ons op alle vloeibare, niet gevaarlijke stoffen, ook wel NON ADR-producten genoemd. Denk daarbij aan bier, juices, siropen, melk, yoghurts, maar ook latex, rubbers en glycerine.” Het is daarbij wel noodzakelijk dat de tankcontainer omgebouwd wordt en voorzien wordt van een aangepaste uitloop en een mangat onderin aan de achterzijde. “Dit om de zak te kunnen plaatsen en verwijderen en te voorkomen dat er ongewenste attributen in de tank vallen, zoals bij een mangat aan de bovenzijde nog weleens het geval was.”

Hoewel het idee van de Mega-Inliner eigenlijk heel erg voor de hand ligt, mag het product een baanbrekende innovatie worden genoemd. Maar een goed idee hebben is één, het op de markt brengen en opschalen ervan blijkt een ander verhaal. Van laarhoven: “Zo’n drie jaar geleden is het idee voor de Mega-Inliner geboren en in de tussentijd ben ik druk bezig geweest met alle voorbereidingen. Zo hebben we eerst gekeken naar de technische haalbaarheid van het product en dat liep eigenlijk parallel met de verkoopbaarheid. Er is uitgebreid onderzoek gedaan om inzicht te krijgen in de behoeften van de markt. Daar hebben we uiteindelijk een theoretisch prototype van de Mega-Liner tegenover gesteld en dat bleek een match. Pas toen hadden we een businesscase.”

 

“Het niet kunnen bemachtigen van een container heeft ons uiteindelijk veel verder gebracht dan we gehoopt hadden.”,

De technische bottlenecks waren inmiddels zo goed als opgelost en op dat moment ontstond er een financieringsbehoefte. “Het kost immers veel geld om op te schalen en van handmatige naar volledig geautomatiseerde productie te gaan. We zijn toen met al onze plannen naar de Teckle-adviseur van de Rabobank gestapt. De conclusie van het gesprek was dat de Rabobank zelf qua financiering niets kon betekenen, aangezien zij wettelijk gezien in de pre-seed fase niet in mogen stappen, maar zij hebben wel een hele belangrijke deur voor ons opengezet, namelijk die naar Bright Move. Dit investeringsvehikel is een samenwerkingsverband tussen TU/e, Fontys, Brainport Development en de BOM en het helpt startende ondernemers om hun hightech ideeën naar de markt te brengen. Zo investeert Bright Move in de ontwikkeling, treedt de BOM op als medefinancierder en is de Rabobank betrokken bij het expertteam dat de plannen vanuit verschillende invalshoeken becommentarieert.”

Tijdens de ontwikkelingsfase liep Van Laarhoven nog tegen een andere uitdaging aan. “Om het product te kunnen testen, hadden we namelijk een tankcontainer nodig. Een tweedehands exemplaar kost gemiddeld zo’n 10.000 euro, maar helaas was er geen vervoerder bereid om ons er een ter beschikking te stellen. Dan blijkt dat je als new kid on the block toch echt wel een bedreiging vormt voor bestaande partijen in een vrij conservatieve industrie. Uiteindelijk heb ik mijn zakenpartner Willy van Barschot verzocht om koste wat kost er een te vinden. En met succes. Binnen een week zaten we om de tafel met Jan van Opstal, mede-eigenaar van Tankwell, een Rotterdamse producent van tankcontainers. We konden elke tankcontainer krijgen die we maar wilden.”

Probleem opgelost, zou je denken, maar toen rees echter meteen de vraag waarom je een bestaande container om zou gaan bouwen, als je bij de bron zit van de productie. “Ofwel, waarom je geen afgeschreven tanks ombouwt naar Mega-Inliners om zo direct bij te dragen aan de CO2-reductie. Daarmee was een nieuwe samenwerking een feit en we gaan nu gezamenlijk onze eigen Mega-Inliner-containers produceren en op de markt brengen onder de naam Co2-Reduce BV. Inmiddels zijn de eerste testexemplaren gereed en door klanten in gebruik genomen om te testen. De eerste geluiden zijn positief. Zo zie je maar dat het niet kunnen bemachtigen van een container ons uiteindelijk zoveel verder heeft gebracht dan we gehoopt hadden.”