Author profile picture

Bijna alle high tech bedrijven maken gebruik van systems engineering, maar ieder bedrijf geeft er net weer een andere invulling aan. Om dat te veranderen steekt een aantal bedrijven en kennisinstellingen uit de Brainport regio de koppen bij elkaar. De komende jaren gaan ze gebruiken voor een betere definitie van het begrip, uitwisselbaarheid van processen binnen de regio en het opzetten van een gerichter onderwijssysteem. Zo schreven we afgelopen week.

Maar wat houdt systems engineering precies in? Waarom is het zo belangrijk? En wat draagt het bij aan innovatie? Om antwoord te krijgen op die vragen, gaan we digitaal langs op de Universiteit van Twente bij het Systems Engineering Knowledge Center Twente of kortaf SEKCT. Dit kenniscentrum bundelt systems engineering-kennis rond verschillende sectoren en deelt deze kennis om het vakgebied verder te helpen.

“Niet iedereen kan systems engineer worden”, vertelt Maarten Bonnema. Bonnema werkte zo’n 20 jaar geleden voor ASML waar hij complexe machines ontwierp. Nu is hij ‘alweer een hele tijd’ verbonden aan de UT. Hier houdt hij zich bezig met verschillende systems engineering onderzoeksprojecten rond high tech systemen. “Je moet in staat zijn om naar het grote plaatje te kunnen kijken, dat is een typisch talent voor een goede systems engineer”, hij houdt een koffiekop in de lucht. “Waar gebruik je het? En gebruik je het thuis anders dan op je werk? Ook denk je na over het materiaal en wat er na de levenscyclus gebeurt met het kopje. Het vereist een andere manier van denken.”

Gezichtspunten bij elkaar brengen

In het ontwerpproces van bijvoorbeeld een auto zijn ontwerpers bezig met losse onderdelen. De ene ontwerper houdt zich bezig met de rem, een ander zorgt voor de elektronica en weer een ander bouwt de aandrijving. Al deze onderdelen samen vormen een auto. Bonnema: “Zo’n ontwikkeling is een multidisciplinair proces, waar verschillende vakgebieden samenkomen. In systems engineering gaat het om de onderlinge interactie of zoals wij dat noemen: de interface. Hier komen deze losse componenten en verschillende vakgebieden samen. Dat is ook waar het vaak misgaat, niet zozeer bij de losse onderdelen. Dat komt omdat een werktuigbouwkundige een andere taal spreekt dan een productontwerper of elektro engineer. Een systems engineer spreekt de talen van meerdere disciplines om al deze verschillende gezichtspunten bij elkaar te brengen.”

En zo’n systeem kan van alles zijn, vult Robin de Graaf aan. De Graaf runt samen met Bonnema SEKCT. Hier houdt hij zich vooral bezig met systems engineering in civiele projecten. “Een systeem is een set van samenhangende elementen. Welke dat zijn bepaal je voor een groot deel zelf. Een kaartjesmachine op het station is een systeem. Het station is weer onderdeel van het railnetwerk. Zoom je nog verder uit, kom je bij de infrastructuur in brede zin. Het ligt er dus maar net aan vanuit welk perspectief je naar een vraagstuk kijkt.”

Niet alleen het bos zien, maar ook de boom

De Graaf vergelijkt het systeemdenken met een helikoptervlucht: “Zo vertel ik het mijn studenten ook. Vanuit de helikopter heb je het overzicht en zie je van bovenaf wat er gebeurt. Maar je kunt ook lager vliegen. Dus inzoomen op een bepaald proces binnen een systeem. Je moet dus niet alleen het bos kunnen zien, maar ook de losse bomen.”

Bonnema zit instemmend mee te knikken: “Maar, hierbij is de kunst om je niet in details te verliezen. In een machine zitten boutjes om iets vast te zetten, maar welke maat precies is voor het systeemdenken niet van belang. Je moet je constant afvragen of een bepaald onderdeel invloed heeft op de werking van het totale systeem.”

Zo maakte De Graaf mee dat een bedrijf een grote machine liet maken, die uiteindelijk niet door de deuren bleek te passen. “Zo’n machine is helemaal ge-engineerd en uitgedacht. Dit is een typisch voorbeeld dat het niet alleen om de machine gaat, maar ook om de omgeving waar deze komt te staan. Het zijn soms hele kleine geniepige dingen die je over het hoofd kunt zien als je alleen in je eigen straatje bezig bent.”

Draagt deze methode bij aan innovatie?

Bonnema vat het als volgt samen: “Het is een generieke methode die je overal kunt toepassen. Het bestaat uit drie pilaren. Het gaat over processen. Bijvoorbeeld hoe je iets ontwikkelt. Als tweede is het een manier van denken en als laatste is het een gereedschapskist. In deze kist vind je vooral tools die belangrijk zijn voor de communicatie tussen verschillende disciplines.”

En hoe zit het met innovatie? Draagt systems engineering bij aan nieuwe technologie of uitvindingen? De Graaf: “Systems engineering toepassen leidt niet logischerwijs tot innovatie nee. Het draagt wel bij aan de trefzekerheid en snelheid van innovatie omdat je goed over het geheel nadenkt en hiermee grote problemen voorkomt. Wel zie je dat innovatie vaak plaatsvindt als verschillende disciplines op een creatieve manier bij elkaar worden gebracht. Het systeemdenken kan hier aan bijdragen omdat je hiermee slimmere manieren kunt bedenken om dit te doen.”