Als het om innovatie gaat, heeft Brainport Eindhoven een onmisbare aanjagersrol. “Niet alleen komt heel veel innovatie hier direct vandaan, maar het zorgt ook nog eens voor heel veel vernieuwingen elders”, zegt het Brabantse PvdA-Statenlid Martijn de Kort. De ondernemer/politicus staat 25ste op de kieslijst voor de Tweede Kamerverkiezingen.
In de aanloop naar de verkiezingen van 15 maart laat E52 zeven Kamerkandidaten aan het woord over innovatie en de rol van Brainport Eindhoven daarbij. In deze serie spreken we met Paul Smeulders (GroenLinks), Agnes Mulder (CDA), Bart van Kent (SP), Jessica van Eijs (D66), Martijn de Kort (PvdA), Bas van ‘t Wout (VVD) en Henk Krol (50PLUS). De PVV reageerde niet op ons verzoek tot een gesprek. Lees hier de hele serie.
De wereld verandert snel en niet alle ontwikkelingen zijn even gunstig. Het recente protectionisme in de VS is voor De Kort zo’n voorbeeld. “Maar dat moet ons niet van de wijs brengen: juist in dit soort tijden is innovatie harder nodig dan ooit. Denk je nu echt dat ze in Amerika zonder de chipmachines van ASML kunnen? Die zijn onmisbaar.”
De Kort lijkt als een ondernemer met honderden personeelsleden een a-typische PvdA’er. Zelf ziet de eigenaar van een keten van kapperszaken dat compleet anders. “De VVD mag dan vooral aanhang bij de multinationals hebben, wij zijn een echte partij voor ondernemers. Met nadruk op het mkb en extra waardering voor vakmensen. Vandaar ook onze focus op het beroepsonderwijs: we hebben goede mensen nodig, talenten. Met de nadruk op praktische vaardigheden, daar is vaak te weinig aandacht voor. Het meester/gezel systeem dat in Duitsland nog heel gewoon is, zou ook bij ons weer meer steun verdienen. Zoals ze bij het Ambachtshuis in Eindhoven al heel goed hebben begrepen. Maar ook bij een groot bedrijf als VDL zie je dat gelukkig terug.”
De Kort ziet weinig heil in verdere uitbouw van subsidie in de vorm van de innovatiebox, zoals de VVD voorstaat. “Ondernemers hebben er veel meer aan dat de overheid hun producten afneemt, dan dat hun R&D wordt gesubsidieerd. In Eindhoven laten ze al zien hoe dat werkt: de aanschaf van tientallen elektrische bussen, de proeftuin voor veiligheid op het Stratumseind: allemaal lokaal ontwikkelde vernieuwingen die daadwerkelijk worden ingezet.”
Een ander verschil ziet De Kort in de manier waarop de lokale gemeenschap wordt ondersteund. “Sociaaldemocraten zijn daar toch beter in dan liberalen. Ook dat zie je terug in het mkb: die houdt de lokale bevolking aan het werk, zorgt voor stageplaatsen en sponsort het verenigingsleven. De betrokkenheid met de directe omgeving is groot, ook dat is ondernemerschap.”
Zorgen heeft De Kort vooral over cultuurzaken, in de brede zin van het woord: “Is Eindhoven aantrekkelijk genoeg voor de buitenlandse kenniswerkers? Daar kun je vraagtekens bij zetten. Natuurlijk, het is mooi dat PSV er is, dat er concerten zijn en dat die internationale school zo goed functioneert. Maar het is hard nodig om daar verder in te gaan investeren, anders dreigen we die status als economische kernregio ook ooit weer kwijt te raken.” Maar kunnen die expats die willen werken dan niet gewoon in Amsterdam of Utrecht gaan wonen? “Dat hoor je wel eens ja, vanwege de korte afstanden in ons land. Maar dat is niet echt reëel natuurlijk. De mensen die dat doen zijn toch uitzonderingen.”
Leefbaarheid heeft niet alleen met cultuur te maken, benadrukt De Kort. Een verstandig natuurbeheer is eveneens van belang. “Onder meer door de stikstofuitstoot vanuit de intensieve veehouderij zijn we op onze heidegebieden tot wel 80% van onze biodiversiteit kwijtgeraakt, dat kun je je haast niet voorstellen. Met het huidige bestuur van de provincie, zonder het CDA dus, zijn we hard op weg daar een halt aan toe te roepen. Het gaat daarbij om respect voor dieren en natuur, om slim gebruik van de ruimte maar zeker ook om de volksgezondheid. We zijn in Brabant hard op weg daar een doorbraak in te krijgen, maar er is nog veel meer nodig. Ook op landelijk niveau.”