Bijna het hele Nederlandse elektriciteitsnet is tegenwoordig overbelast. Nieuwe bedrijven moeten daardoor soms lang wachten op een aansluiting. Bovendien wordt de integratie van groene stroom in het net vertraagd. De hogere vraag naar elektriciteit is de belangrijkste reden voor netcongestie, die optreedt wanneer elektriciteit de eindgebruiker niet bereikt door overbelasting van het net. Kortom: er is dus beperkte capaciteit beschikbaar op het net om aan de vraag te kunnen voldoen.
Wat zijn mogelijke oplossingen voor netcongestie? Als je het Sjoerd Doumen vraagt, is overstappen op lokale elektriciteitsmarkten (LEM’s) een optie. Het gaat om de lokale handel in elektriciteit, waardoor de flexibiliteit in het gebruik van energie groter wordt. Doumen onderzocht in zijn promotieonderzoek aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) de toepassing van LEM’s. Hij ontdekte dat ze het elektriciteitsnet kunnen ontlasten, het gebruik van hernieuwbare energie kunnen bevorderen en energie goedkoper kunnen maken voor iedereen.
Road to 2050
Het lijkt misschien ver weg, maar over 26 jaar is het 2050. Tegen die tijd willen alle EU-landen klimaatneutraal zijn, in lijn met de doelen die zijn stelden in de Overeenkomst van Parijs. Maar wat betekent klimaatneutraal? Een dienst, proces of product is klimaatneutraal als alle broeikasgassen in het proces gecompenseerd worden door klimaatmaatregelen. Hoewel het verminderen van uitstoot een manier is om klimaatneutraliteit te bereiken, betekent dit niet dat er geen uitstoot is; deze wordt gecompenseerd door ondersteuning van klimaatbeschermingsprojecten. Welke stappen moeten we nemen om klimaatneutraliteit te bereiken? Hoe maken we onze economie klimaatneutraal? In Road to 2050, kijken we naar de uitdagingen die we moeten overwinnen.
Handel op lokaal niveau
Momenteel wordt elektriciteit nationaal verhandeld; energieleveranciers zoals Essent, Engie of Vattenfall kopen energie in en verkopen die aan hun klanten. LEM’s daarentegen, zijn marktplatforms voor het verhandelen van lokaal geproduceerde hernieuwbare energie tussen klanten binnen een hechte gemeenschap. Doumen bestudeerde de implementatie van een LEM in een specifieke straat. Hij onderzocht of we er klaar voor zijn om de overstap te maken van een gecentraliseerde naar een meer decentrale energiehandel.
Een paar jaar geleden werd er een pilot uitgevoerd in het Zwitserse dorp Walenstadt. Hier werd een blockchain-gebaseerde markt voor de handel in elektriciteit gecreëerd. 37 huishoudens kregen toegang tot het portaal van het energiebedrijf Water and Electricity Works Walenstadt om lokaal elektriciteit te verhandelen. Burgers konden elektriciteit van het bedrijf kopen, en bovendien hun overtollige zonne-energie weer verkopen. Consumenten konden hun prijslimieten aanpassen, maar het prijsplafond voor lokale zonne-energie was bijna nooit hoger dan dat voor netstroom.
“Zolang jij en ik bijvoorbeeld dezelfde energieleverancier hebben, kunnen we energie verhandelen. Er zijn echter nog veel barrières. Energieleveranciers worden niet gestimuleerd om klanten deze diensten aan te bieden en consumenten kunnen niet zo vrij elektriciteit verhandelen als LEM’s dat zouden vereisen. Er is meer wetgeving nodig,” benadrukt Doumen.
Flexibiliteit en complexiteit
De afgestudeerde TU/e’er, die nu als consultant werkt voor ENTRNCE, een handelsplatform voor energie, ziet verschillende voordelen in LEMs. “Je hebt veel controle over de energie, je hebt een extra instrument om netcongestie aan te pakken, en er ontstaat een gevoel van samenwerking tussen de deelnemers”, legt hij uit.
De pieken die ontstaan tijdens de productie van hernieuwbare energie, vragen om een grotere flexibiliteit van het elektriciteitsnet. Dat is iets wat LEM’s kunnen bieden met de toevoeging van een lokale energieprijs, zoals een dynamisch tarief dat afhankelijk is van de lokale netwerkomstandigheden. Handel op lokaal niveau kan ook helpen om piekverbruik over de dag te spreiden.
Niettemin zijn LEM’s complexer in termen van technologie en gebruikersinzicht. “Als je niet oplet, betaal je misschien meer dan de gemiddelde elektriciteitsprijs. Uiteindelijk zullen we geautomatiseerde systemen nodig hebben om de prijzen te controleren, anders gaat niemand eraan beginnen,” zegt Doumen. Er is meer nodig om LEM’s te ondersteunen.
Markten ontwikkelen zich
Naast regelgeving zijn er andere prikkels nodig om de adoptie van LEM te stimuleren. Doumen is van mening dat het compenseren van degenen die groene stroom produceren en terugleveren aan het net (denk aan maatregelen zoals de salderingsregeling voor zonnepanelen) niet de juiste manier is om te subsidiëren. De consultant zou eerder kiezen voor belastingkortingen voor degenen die hun elektriciteit verhandelen. Brusselaars kunnen bijvoorbeeld hernieuwbare energie uitwisselen en een korting krijgen op de elektriciteit die ze verbruiken, afhankelijk van de hoeveelheid lokale energie die ze gebruiken.
Naast de technische en wettelijke hindernissen, besteedt Doumen ook aandacht aan de sociale implicaties van LEM’s. Het is volgens hem van groot belang om mensen te navigeren door de flexibele elektriciteitsmarkten. “Het is wetenschappelijk bewezen dat een dynamisch elektriciteitscontract beter is dan een contract met een vast tarief. Toch aarzelen mensen om over te stappen omdat ze stabiliteit verkiezen boven marktschommelingen,” benadrukt Doumen.
Toch is flexibiliteit in de markten voor elektriciteitscomponenten – transport, elektriciteit en verbruik – de enige manier om congestieproblemen te beperken. LEM’s zijn echter slechts een deel van de oplossing. In de volgende aflevering van Road to 2050 gaan we dieper in op een andere IT-oplossing om beter om te gaan met elektriciteitsdistributie.