Lex Hoefsloot, CEO van Lightyear, sprak over de laatste inzichten rond Lightyear met E52-partner Fast Moving Targets. Wat hij te vertellen had, wordt hieronder samengevat door Leonieke Daalder van FastMovingTargets. De video van het interview staat helemaal onderaan dit artikel.
Door Leonieke Daalder
De ontwikkeling van auto’s die niet langer rijden op benzine of diesel lijkt een nieuwe fase te zijn ingegaan. De huidige elektrische modellen, zoals de Tesla of de Nissan Leaf, moeten regelmatig worden opgeladen. Bij de auto van het Nederlandse LightYear zal dat praktisch overbodig worden. De auto rijdt op zonne-energie en kan die ook goed opslaan in een batterij. “De batterij fungeert als buffer. In de Nederlandse winter moet je eens in de twee a drie weken laden, maar vanaf de lente is dat bijna niet meer nodig”, aldus Lex Hoefsloot CEO bij LightYear.
Het idee voor de auto werd geboren in 2012 en was voor het eerst te zien tijdens de World Solar Challenge, waar het vierpersoonsmodel won. “Destijds was het een nieuw concept: een 4-persoons auto in plaats van een 1-persoons model. Dat hebben we verfijnd en nu zijn we klaar om de stap naar de markt te zetten.” Er komen 1000 auto’s op de markt. Kosten 119.000 euro per stuk. Eind 2019 zullen de eerste exemplaren naar verwachting gaan rijden.”We zijn nu bezig met het ontwerp, eind 2018 zal het eerste prototype de weg opgaan en het jaar daarna zijn de eerste uitleveringen.”
“Minder gewicht is de toekomst”
Voor het ontwerp van de LightYear One is goed gekeken naar de elektrische auto. “We hebben een elektrische auto gepakt en daar zonne energie aan toegevoegd. Daarnaast hebben we de aerodynamica verbeterd door de hele architectuur van de auto te veranderen. Bij een elektrische auto zitten de motoren laag in het midden van de auto. Wij denken dat je die motoren beter in de wielen kunt plaatsen. Dat is mogelijk doordat het gewicht van de auto lager is.” Hoefsloot denkt dat het ontwerp Tesla naar de kroon kan steken. “Tesla doet een hele hoop dingen goed natuurlijk. Maar Tesla’s lijken toch nog te veel op de oude auto’s. In die tijd kon je de keuzes die wij nu maken ook nog niet maken. Als Tesla nu begonnen was, hadden ze waarschijnlijk dezelfde keuzes gemaakt.”
Dat klinkt alsof de Tesla al heel oud is, maar we spreken over een periode van een jaar of vijf. In die tijd zijn de prijzen voor carbon fiber, zonnecellen en batterijcellen enorm gedaald. “Je kon grofweg twee kanten op: meer batterijen zoals Tesla heeft gedaan of minder gewicht. Ik denk dat iedereen vandaag de dag dat laatste zou kiezen.” Een lastig element zijn de zonnepanelen. Die worden standaard in een rechte platte vorm gemaakt, terwijl ze voor de auto krom moeten zijn. “Eén cel die de verkeerde kant op kijkt beïnvloed de capaciteit van het hele paneel, dus je moet ze allemaal loskoppelen met speciale elektronica. We zijn ook druk bezig met het chassis. De auto is ook ontworpen voor een 5 x roll over, want het moet veilig zijn.”
“30 miljoen ophalen om tot productie te komen”
De belangrijkste stap is het op tijd afkrijgen van een goed werkend prototype. “Dan kun je laten zien dat het werkt en kunnen we met de grote investeerders praten. We moeten iets van 30 miljoen ophalen om tot productie te komen. Tot die tijd zijn er verschillende inkomstenbronnen.” Voordat de auto de markt op kan moet er ook nog veel gedaan worden aan de vorm. De meest aerodynamische vorm is een druppel, maar daar leggen mensen waarschijnlijk geen 119.000 euro voor neer. “Het moet echt lijken op een auto. We werken samen met een groot Italiaans ontwerpbureau. Het technische deel, wat wij doen, ofwel de package, bepaalt voor een groot deel waar bijvoorbeeld de stoelen zitten en dat bepaalt grofweg het silhouet van de auto. Samen met de Italianen kunnen we tot een heel mooi ontwerp komen. Een groot deel van de verbetering zit aan de onderkant van de auto, waar de aerodynamica verbeterd is. En natuurlijk het gewicht. Ook de batterij, die we deels zelf bouwen, is lichter.”
Hoewel de bestaande auto industrie inmiddels ook wel snapt dat elektrisch rijden de toekomst is, vreest Hoefsloot geen directe concurrentie uit die hoek. De oude trage industrieën zullen moeite hebben om om te schakelen. “Wat wij proberen te doen is een nieuw systeem opbouwen naast een bestaand systeem. Het bestaande systeem is de automotive industrie en de energiesector. Dat zijn 2 gigantische trage oude industrieën en die moeten met elkaar samenwerken om elektrische auto’s te bouwen en palen neer te zetten. Dat is ontzettend moeilijk. Wij beginnen los daarvan. Eerst klein om vervolgens met die technologie het systeem uit te bouwen. Wij richten ons ook niet per se op het Westen, maar voornamelijk op de opkomende industrieën omdat daar de echte problemen zijn. Daar is smog, er is geen infrastructuur en er zijn problemen met het grid. Een zonneauto is in principe goedkoper dan een ‘normale’ auto. De batterij is kleiner, elektrische motoren zijn niet moeilijk en zonnecellen zijn zeker in de toekomst heel goedkoop. Dus dat wordt zonder twijfel de goedkoopste manier om te rijden. En het kan heel snel gaan. ”