Microplastics vormen een groot probleem. Deze superkleine plasticdeeltjes zijn afkomstig van verpakkingsmateriaal. Maar ze zitten ook in cosmetica. Uiteindelijk komt het plastic terecht in rivieren, meren en oceanen. En via allerlei waterdieren komt het ook weer op ons bord terecht en dus in ons lichaam. Maar hoe zit het met landbouwproducten? Wetenschappers van het Fraunhofer-Institut für Umwelt-, Sicherheits- und Energietechnik UMSICHT en het Institut für Ökologie und Politik Ökopol hebben nu voor het eerst in opdracht van de NABU (Naturschutzbund Deutschland) e. V. onderzocht hoeveel micro- en macroplastic in de landbouwbodem terechtkomt en uit welke bronnen het afkomstig is.
Zij hielden rekening met kunststoffen die rechtstreeks uit de landbouw afkomstig zijn. Maar ook met bijvoorbeeld zuiveringsslib, compost, gistingsresiduen en weggegooid afval. Met de studie “Plastics in the Environment: Emissions into Agricultural Soils”, die in mei is gepubliceerd, wilden de onderzoekers volgens eigen zeggen “leemten in de kennis opvullen, een eerste algemeen overzicht geven, de behoeften aan verder empirisch gedetailleerd onderzoek vaststellen en eerste aanbevelingen voor actie doen”.
Basis voor verder onderzoek
Daartoe waren ook vertegenwoordigers van de landbouw en de kunststoffenindustrie in deskundigenpanels vertegenwoordigd. “Onze resultaten zijn een beoordeling op basis van een verscheidenheid aan gegevens. Het gaat daarbij zowel om literatuurbronnen en meningen van deskundigen, als onze eigen veronderstellingen en ramingen”, aldusJürgen Bertling van Fraunhofer UMSICHT. “Het verslag moet dus niet als definitief worden opgevat. Het is veeleer een basis voor verdere analyses en debatten over het onderwerp. Daarnaast is het bedoeld ter ontwikkeling van adequate maatregelen om de plasticuitstoot te verminderen.”
Uit de cijfers van de studie blijkt dat de Duitse landbouw ongeveer 1,1 miljoen ton plastic per jaar verbruikt. Dit is 4,7 procent van het totale Duitse verbruik van 23,6 miljoen ton. Toch wordt ongeveer 37 procent van alle in de landbouw gebruikte kunststoffen gerecycleerd. Daarmee loopt de landbouw ver voor op andere kunststoftoepassingen bij de invoering van een circulaire economie. Niettemin schatten de onderzoekers dat de plasticemissies naar landbouwgronden ten minste 19.055 ton per jaar bedragen. Daarvan zou 19 procent (3.635 ton) rechtstreeks van de landbouw afkomstig zijn, terwijl 81 procent (15.420 ton) van buitenaf komt.
Hier zijn meststoffen, bodemverbeteraars, pesticiden en zaden de boosdoeners. Maar er komen ook kunststoffen vrij in de voeder- en gewassenteelt, door planthulpmiddelen, plantcontainers of irrigatiesystemen. “Bepaalde landbouwpraktijken leiden tot een bijzonder hoge input. Bijvoorbeeld door planthulpmiddelen in de wijn- en tuinbouw. Maar ook bemesting met compost, teelt onder folie, en gebruik van zuiveringsslib zijn boosdoeners. Dat geldt ook voor meststoffen met langzame afgifte en bodemverbeteraars in de vorm van hydrogels,” leggen de onderzoekers uit.
Recycling versterken
Anderzijds vermindert juist het gebruik van folies ook de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen en maakt het de regionale teelt van bijvoorbeeld aardbeien of asperges überhaupt mogelijk. De auteurs hebben voorstellen uitgewerkt over hoe de plastic-emissies in de landbouw kunnen worden verminderd. Een educatief initiatief zou bijvoorbeeld informatie moeten verstrekken over alternatieve praktijken waarbij geen plastic vrijkomt. Bovendien moet de recycling in alle kunststoftoepassingen verder worden versterkt, aldus de onderzoekers.
“Een geschikte en reproduceerbare meetmethodologie voor kunststoffen in de bodem is nog steeds nodig voor een alomvattende en noodzakelijke monitoring van het milieu.” Last but not least moeten naar hun mening ook de grens- en drempelwaarden voor kunststoffen als bestanddeel van vreemde stoffen aanzienlijk worden aangescherpt.
Foto: Stro-balen worden vaak vastgebonden met plastic touw om ze in vorm te houden en op hun plaats te houden.© NABU/Katharina Istel
Ook interessant:
Microplastics zitten overal – “Onze wegwerpcultuur is twijfelachtig en moet worden veranderd”