Author profile picture

Veel huishoudens en bedrijven maken gebruik van kunststofpanelen om de keuken, de vloer, het plafond of de gevel af te werken. Daarvoor worden verschillende materialen gebruikt zoals MDF of spaanplaat. Een zeer populaire trend is het gebruik van “high pressure” laminaat (HPL), dat bestaat uit meerdere lagen papier die onder hoge druk worden samengeperst met een soort hars. Hierdoor ontstaat een hard materiaal dat goed beschermt tegen vocht en licht.

Probleem van de HPL-platen is alleen dat er voor de hars gebruik moet worden gemaakt van de stof fenol en deze staat op de EU-lijst van zorgwekkende stoffen. Op zich is dat in huishoudens nog niet zo’n probleem, maar wel als bijvoorbeeld een keuken of een vloer wordt vervangen en fenol vrijkomt in het milieu.

50 procent minder fenol

De Universiteit van Wageningen ging daarom acht jaar geleden samen met de R&D-afdeling van het Nederlandse bedrijf Trespa International, het Italiaanse zusterbedrijf Arpa Industriale en andere materiaaltechnologiebedrijven van de Broadview Holding op zoek naar een alternatief, en vonden dat in de milieuvriendelijke stof lignine.

HPL-platen in het interieur, foto Arpa Internationale

De partners zijn volgens de Universiteit van Wageningen nu zover dat er in de HPL-platen 50 procent minder fenol hoeft te worden gebruikt. Het streven is naar 100% binnen enkele jaren.

“In het nieuwe productieproces maken we optimaal gebruik van de intrinsieke bindingseigenschappen van lignine”, vertelt Richard Gosselink van Wageningen Food & Biobased Research. “Als je lignine op grote schaal wilt gebruiken, heb je voldoende grondstoffen nodig. Daarom hebben we gekozen voor lignine die vrijkomt als nevenstroom bij het zogeheten kraftproces, het belangrijkste pulpproces voor de productie van cellulose voor papier. In dit proces wordt hout verwerkt tot houtpulp. Vervolgens hebben we onderzocht hoe de lignine zich gedraagt bij de synthese van de op lignine gebaseerde hars en tijdens het lijmproces. We kwamen er al snel achter dat je in het bestaande proces niet zomaar lignine kunt gebruiken. Daarvoor zijn aanpassingen nodig. Uiteindelijk zijn we acht jaar bezig geweest, wat resulteerde in een doorbraak waarbij 50 procent fenol kon worden vervangen.”

Samenwerking met Finland

De doorbraak is erg belangrijk voor Trespa, zegt Pieter Peters, R&D-directeur bij Trespa. “Acht jaar geleden zijn we een samenwerkingsverband aangegaan met Wageningen Food & Biobased Research, omdat we onze ecologische voetafdruk wilden verkleinen en meer natuurlijke grondstoffen wilden gaan gebruiken. Dit ligt in lijn met wat onze klanten nodig hebben.”

Om tot een commercieel levensvatbaar product te komen, werd verder samengewerkt met het Technical Research Centre of Finland (VTT), de universiteit van Helsinki en UPM Oy, een van de grootste papierproducenten ter wereld.