Techgiganten zoals Microsoft en Google hebben eensgezind gelobbyd bij de wetgevers van de Europese Unie om haar aanstaande risicogebaseerde kader voor het reguleren van toepassingen van kunstmatige intelligentie (de AIA) niet toe te passen op AI voor algemene doeleinden (GPAI). Ook de Amerikaanse regering heeft zich hiertegen verzet met het argument dat dit “zeer belastend” zou zijn. De onderhandelingen over de vorm van het reglement van de EU zijn nog steeds aan de gang, waarbij intensieve druk wordt uitgeoefend door goed gefinancierde lobbyisten. Techcrunch schrijft over deze lobbystrijd.
OpenAI’s ChatGPT is ontwikkeld met potentieel gebruik in creatieve taken zoals het schrijven van poëzie of academische essays (en een familielid schreef dit artikel, red), maar cybercriminelen gebruiken het al voor kwaadaardige doeleinden zoals phishing-aanvallen of pogingen tot imitatie.
Gegevensbeschermingsdeskundigen waarschuwen nu dat het verzamelen van trainingsgegevens zonder toestemming in strijd kan zijn met EU-regelgeving zoals de AVG, die personen een ‘recht op wissen’ geeft. De Europese Commissie werkt aan nieuwe richtsnoeren om de gegevensprivacy van gebruikers te beschermen en misbruik van nieuwe technologie door slechte actoren te voorkomen.
De AI Act van de Europese Commissie (AIA) is een op risico gebaseerde benadering van de regulering van AI-toepassingen, waarbij bepaalde toepassingen (zoals voor justitie, onderwijs, werkgelegenheid, immigratie, enz.) een “hoog risico” inhouden en aan de strengste regelgeving worden onderworpen, terwijl voor andere apps met een beperkter risico minder strenge eisen gelden en apps met een laag risico zichzelf gewoon kunnen reguleren via een gedragscode.
Techgiganten zoals Microsoft en Google zijn aan het strijden om de virale conversatiechatbot ChatGPT van OpenAI snel te beconcurreren door de grote taalmodellen (LLM) in hun eigen interfaces op te nemen – zoals viqa New Bing, of Google’s conversatiezoekmachine Bard AI.
Big Tech wil een uitzondering
Ondanks de hevige rivaliteit tussen de techgiganten, laat de Europese lobbygroep voor transparantie, Corporate Europe Observatory (COE), zien hoe deze zelfde rivalen achter de schermen verenigd zijn in het lobbyen bij de wetgevers van de Europese Unie om het komende AI-reglement niet toe te passen op AI’s voor algemene doeleinden.
Google en Microsoft behoren tot de technologiereuzen die in het rapport worden genoemd en die bij de wetgevers van het blok aandringen op een uitzondering voor AI voor algemene doeleinden. Zij stellen dat de AIA niet van toepassing zou moeten zijn op de bronleveranciers van grote taalmodellen (LLM) of andere AI voor algemene doeleinden. In plaats daarvan pleiten zij ervoor de regels alleen toe te passen op degenen die dit soort modellen op “riskante” manieren gebruiken.
Gebruikers blootstellen aan risico’s
Als GPAI-modelmakers uiteindelijk niet worden geconfronteerd met harde eisen in het kader van de AIA – zoals het gebruik van niet-gebaseerde trainingsgegevens of het proactief aanpakken van veiligheidsproblemen – bestaat het gevaar dat er een constante strijd ontstaat waarbij de verantwoordelijkheid voor veiligheid en vertrouwen wordt gelegd bij de gebruikers van AI-modellen voor algemene doeleinden.
Deze kleinere spelers zullen niet over de middelen beschikken die de modelbouwers zelf hebben om de door AI veroorzaakte toxiciteit op te ruimen – wat betekent dat de gebruikers zullen worden blootgesteld aan bevooroordeelde of onveilige technologie, terwijl de toepassers de rekening krijgen voor eventuele wetsovertredingen en zelfs bredere productaansprakelijkheid in verband met AI-schade.