Nederlandse kersentelers krijgen een jaar extra toegang tot bestrijdingsmiddelen Tracer en Exirel om de Suzuki-fruitvlieg te bestrijden die zacht fruit zoals kersen aantast. Echter, deze middelen brengen risico’s voor het waterleven en bijenpopulaties, die al onder druk staan. Terwijl de fruitsector blij is met een jaar extra toegang van de middelen, bestaan er ook zorgen over de toepassing en de gevolgen ervan. De NVWA heeft in recent onderzoek al aangegeven dat de naleving van de veilige toepassing van deze middelen onvoldoende is.
Waarom dit belangrijk is
Het gebruik van pesticiden vormt een aanzienlijk risico voor het leven van bestuivers. Deze chemicaliën bedreigen niet alleen het milieu, maar brengen ook cruciale bestuivers zoals bijen in gevaar, die essentieel zijn voor onze voedselzekerheid.
Een dubbelzijdige strijd in de kersenteelt
De recente beslissing om Nederlandse kersentelers een extra jaar toegang te geven tot de bestrijdingsmiddelen Tracer en Exirel zorgt voor opluchting in de sector. De middelen zijn effectief in de strijd tegen de Suzuki-fruitvlieg, een exotische plaag die al meer dan een decennium een serieuze bedreiging vormt voor de fruitteelt in Nederland. De werkzame stof in Tracer, spinosad, is een product van de bodembacterie Saccharopolyspora spinosa en wordt onder andere toegepast op fruitbomen. Hoewel dit middel voor mensen relatief onschadelijk is, is het zeer giftig voor bijen, een essentiële factor in de bestuiving van vele gewassen. Exirel, dat cyantraniliprole bevat, is ook effectief, maar net als spinosad brengt het risico’s met zich mee voor het milieu, met name voor het waterleven en bijenpopulaties.
Naleving van veiligheidsvoorschriften schiet tekort
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geadviseerd tegen de vrijstelling van deze bestrijdingsmiddelen vanwege onvoldoende naleving van de veilige toepassing door telers. Ondanks de erkenning van het probleem van de Suzuki-fruitvlieg, blijkt uit inspecties van de NVWA dat de naleving van veiligheidsvoorschriften tussen 2018 en 2023 onvoldoende was, met nalevingsscores variërend van 58 tot 74%. Overtredingen betroffen vooral voorschriften die drift van de middelen naar omliggende gebieden moesten voorkomen, wat essentieel is om niet-doelwitorganismen te beschermen.
De kwetsbare staat van Nederlandse bijenpopulaties
De bijenpopulatie in Nederland staat al jaren onder druk, met meer dan de helft van alle bijensoorten op de rode lijst. Bijen zijn van cruciaal belang voor de bestuiving van circa 70% van de gewassen. Het gebruik van spinosad, het actieve bestanddeel van Tracer, vormt een directe bedreiging voor deze belangrijke bestuivers. De situatie wordt verder gecompliceerd door het feit dat er in Nederland waarschijnlijk al te weinig insecten zijn om planten te bestuiven, wat leidt tot een risico voor de biodiversiteit en voedselzekerheid.
Waterkwaliteit en milieugevaren
Nederland kampt niet alleen met een afnemende bijenpopulatie, maar ook met problemen omtrent de kwaliteit van het oppervlaktewater. Bestrijdingsmiddelen zoals Tracer en Exirel kunnen, bij onjuiste toepassing, in het oppervlaktewater terechtkomen en daar schade toebrengen aan het aquatische leven. Volgens het veiligheidsinformatieblad van Tracer is het middel geclassificeerd als zeer giftig voor het aquatische milieu op de korte en lange termijn. Dit verhoogt de zorgen omtrent de waterkwaliteit in Nederland, een land waar waterbeheer van groot belang is.
Alternatieve bestrijdingsmethoden en duurzame oplossingen
Hoewel het gebruik van Tracer en Exirel vooralsnog wordt toegestaan, is het van belang dat er wordt gekeken naar duurzamere bestrijdingsmethoden. De Wageningen University & Research (WUR) heeft verschillende alternatieven onderzocht, zoals het gebruik van netten over boomgaarden en de ‘lokken en doden-strategie’. Deze methoden kunnen de afhankelijkheid van chemische bestrijdingsmiddelen verminderen en helpen bij het beschermen van niet-doelwitorganismen zoals bijen en waterdieren.
Een balans vinden tussen landbouw en ecologie
Het behouden van de Nederlandse kersenteelt is van economisch belang, maar dit mag niet ten koste gaan van de ecologische waarde van het land. De urgentie van de situatie vereist een zorgvuldige afweging van de economische voordelen tegen de milieurisico’s. Het is cruciaal dat telers de voorschriften voor de toepassing van de bestrijdingsmiddelen strikt volgen en dat er wordt geïnvesteerd in het ontwikkelen en implementeren van duurzame bestrijdingsmethoden die de gezondheid van het milieu waarborgen.