Toen John Körmeling gevraagd werd wat hij wilde veranderen aan Eindhoven, wilde hij het liefst in een bulldozer stappen en hele gedeeltes van de stad omgooien. Dat bleek te ambitieus om de DDW te halen. In plaats daarvan ontwierp hij een nieuw kozijn voor de Zustersflat. We gingen met hem in gesprek over architectuur in Eindhoven.
Je wilde in een bulldozer stappen?
‘Dat was mijn eerste plan. Gewoon met een bulldozer eroverheen en dan ruimte maken in plaats van alles steeds maar dicht te bouwen. Maarja, als je doorkrijgt wat een goeie tweedehands bulldozer kost op Marktplaats laat je dat wel achterwege.’
De nieuwbouw van nu is pure angstarchitectuur: alles is naar binnen gericht en afgeschermd van de buitenwereld.
En toen werd het een kozijn?
‘Ik ben iets kleiner gaan zoeken en keek naar de Zustersflat, wat eigenlijk een prachtig gebouw is. Maar ik miste wat. Vroeger zaten daar hele mooie open ramen in. Die zijn inmiddels vervangen met dikke plastic kozijnen. Resultaat; er is bijna geen raam meer open. Slechts een muur met een paar gaatjes erin. Dat wil ik herstellen.’
‘Al snel kwam ik bij een licht metalen kozijn uit: veel dunner, meer glas en dus meer lichtinval. Zoals dat vroeger vaak terugkwam in Nederlandse architectuur. Ik wilde meer van de binnenkant met de buitenwereld verbinden. Dat gebeurt steeds minder.’
‘De plastic kozijnen zijn er destijds ingezet om beter te kunnen isoleren. Dat hoeft nu niet meer. Het stalen kozijn is van een laag rubber voorzien. Met de technieken van nu hoeven we niet meer zo voorzichtig te zijn in onze ontwerpen.’
Wat kan de huidige nieuwbouw leren van de oudere generaties?
‘De nieuwbouw van nu is pure angstarchitectuur: alles is naar binnen gericht en afgeschermd van de buitenwereld. Alles is vlak en uniform. Kijk naar de ontwerpen in de jaren vijftig en zestig. Die (de architecten) hadden er nog zin in. Alles knalt naar buiten en alles was mogelijk.’
‘Veel van dat ambitieuze en wilde dat er toen was is afgestorven in de loop van de tijd. Ik moet altijd denken aan die futuristische filmpjes van toen. Daar zaten de meest wilde ideeën in en bijna niets daarvan is uitgekomen.’
Hoe is dat ‘wilde’ terug te halen naar een stad?
‘Probeer de functies van gebouwen of terreinen te mixen, dan ontstaat er meer levendigheid. Maar bovenal, creëer openheid. Toen ik net op de TU/e begon met mijn studie, vond ik het een prachtig complex. Alles was goed met de auto te bereiken, er was een doorstroom aan verkeer en er gebeurde van alles. Nu ligt er nog steeds een weg, maar je komt niet voorbij de slagboom tenzij je er werkt of studeert. Dat vind ik een walgelijke houding.’
Lees hier meer over de DDW.
Strijp-S is opengooid, hoe zie je dat?
‘Vroeger was Strijp open maar er zat een hek omheen, nu is het hek weliswaar verdwenen, maar voelt alles juist afgesloten. Kijk eens naar de indeling van de wegen. Al het verkeer wordt naar de rondweg gestuurd. Dan vraag ik me toch af: Hoe kan het dat er verkeersopstoppingen bestaan op plekken waar bijna niemand hoeft te komen? Zo nu en dan bekruipt me het idee dat Eindhoven ontworpen is met het doel om het er zo druk mogelijk uit te laten zien. Er staan veel mooie gebouwen in deze stad, maar veel plekken kunnen nog veel beter ingericht worden. Vandaar dat ik zo graag in die bulldozer wilde stappen.’
De bulldozer moet nog even wachten. Eerst dat raamkozijn. Al is op moment van schrijven, enkele weken voor de DDW, nog niet duidelijk of het kozijn daadwerkelijk geplaatst mag worden. “Daarover zijn we nog in gesprek met de eigenaar”, zegt Körmeling. “Wat mij betreft gaan we het gewoon doen, het kozijn is afgemeten dus in de praktijk zou het kunnen. En anders doe ik het toch zelf. Alhoewel, er lopen toch aardig wat stadswachten en politieagenten rond tijdens zo’n evenement. Ook nog even over nadenken misschien.”
Of het nou gemonteerd is in het raam of op de expositie binnein de Zustersflat. Het kozijn van Körmerling is gedurende de hele DDW te zien.