Jelle Prins. Image: cradle.bio
Author profile picture

Toen Apple in 2007 de AppStore lanceerde, voelde Jelle Prins aan alles: ik moet apps ontwikkelen. Hij voegde daad bij het woord – en dat bleef niet onopgemerkt. In 2008, amper geland in New York voor zijn graduate studies, belden de oprichters van Uber. Nog geen dag later zat hij tegenover ze in een Starbucks.  

“Toen Travis en Garret (Kalanick en Camp, red.) hun idee pitchten om een app te ontwikkelen voor taxi’s, was mijn eerste reactie: ‘Er rijden hier allemaal yellow cabs, waarom zou je daar een app voor nodig hebben?’” Eenmaal thuis zag hij na even Googelen dat Kalanick en Camp meerdere bedrijven voor miljoenen hadden verkocht. “Al geloofde ik toen niet zo in het idee, voor mij als student was het fascinerend om met ze te werken. Achteraf bleek het een geval ‘op de juiste moment, op de juiste plek’.”

Een afgeladen zaal

De zaal bij Prins’ Tech Talk op de eerste dag van de The Next Web Conference in Zaandam is afgeladen. Het is ook een indrukwekkend cv. Hij is het eerste personeelslid van Uber, waar hij in zijn eentje verantwoordelijk is voor het design van de app. Dat kunstje voert hij later nog meerdere malen uit voor onder andere Booking.com, CataWiki en de Coronamelder van de overheid.

In 2021 richtte hij, samen met Stef van Grieken, Elise de Reus, Harmen van Rossum en Eli Bixby Cradle.bio op: een AI-platform voor de ontwikkeling van nieuwe eiwitten. Het bedrijf haalde tot nu toe ruim €30 miljoen op en werd door MT/Sprout verkozen als startup van het jaar, met potentie om ‘de volgende Nederlandse unicorn’ te worden. De veertig werknemers – biologen, appbouwers, machine learning-experts en programmeurs – werken vanuit het kantoor in Zürich, het kantoor en laboratorium in Amsterdam of vanuit huis waar dan ook ter wereld.

Een miljoen bedrijven helpen

Van de vijf co-founders, is de rol van Prins het minst gedefinieerd. “In het begin was ik verantwoordelijk voor het product design team, dat staat nu. Op dit moment houd ik me vooral bezig met de positionering van ons merk in de markt. Hoe willen we dat mensen over ons denken? Wat resoneert en wat niet?”

Prins is nog aan het uitvogelen wat op die vraag het juiste antwoord is. Wat hij wel weet: Cradle is een platform, dus hij wil het verhaal van zijn bedrijf vertellen door het te hebben over wat andere bedrijven met de door Cradle ontworpen technologie kunnen. “Als wij succesvol zijn, zijn er een miljoen bedrijven die met onze technologie allemaal een stukje van het klimaatprobleem gaan oplossen.”

Zijn grootste fuck-up? “Ik ben best snel weggegaan bij Uber. Dat is waarschijnlijk de slechtste financiële beslissing uit mijn leven geweest (lacht).” Maar, Prins merkt ook dat hij, wanneer hij een paar jaar later terugkomt bij Uber, veel meer impact kan maken door de ervaring die hij opdeed bij andere bedrijven. Hij heeft na zijn tijd bij Uber ook weleens gedacht: ik was de eerste werknemer, het bedrijf werd een immens succes, beter of groter dan dit gaat het nooit meer worden. Gelukkig blijkt dat niet zo te zijn. “Ik denk echt dat Cradle de potentie heeft om meer impact te maken dan Uber heeft gedaan. Daar ben ik trots op, dat ik in mijn carrière tot nu toe altijd heb kunnen groeien.”

AI wordt de nieuwe revolutie

Het idee voor Cradle ontstaat als Van Grieken, een oud-Google werknemer en vriend van Prins, Prins vertelt over wat hij ziet gebeuren rondom AI. “Hij kreeg hetzelfde gevoel als toen ik de eerste iPhone zag: AI wordt de nieuwe revolutie.” Het duo onderzocht waar zij verwachtten dat AI de grootste impact kon maken en kwam uit bij de biologie.

Vanuit die overtuiging zochten de vrienden medeoprichters die – in tot tegenstelling henzelf – experts zijn op dit gebied. Prins: “Bij Cradle maken we biologie programmeerbaar en ontwerpen we slimmere proteïnen die bijna alles kunnen maken en afbreken. Zo kunnen er heel veel processen duurzamer, efficiënter en beter ingericht worden.” Prins kijkt het meest uit naar de toepassing in productieprocessen die nu veel energie kosten en fossiele brandstoffen nodig hebben. “Stel dat we gas en olie kunnen vervangen door CO₂ in een vat te stoppen en er een brandstof uitkomt. Dat zou een enorm verschil maken.”

De biologie programmeren: het klinkt interessant. Maar hoe dan?

Proteïnen zijn complexe moleculen met verschillende structuren. Je kunt het vergelijken met kleine machientjes die alles om ons heen kunnen maken of juist afbreken. Het ontwerpen van een optimale proteïne is voornamelijk een proces van trial and error: het is moeilijk, duur en kost veel tijd. Een experiment met een nieuw eiwit duurt al gauw weken en een slagingspercentage van 1% wordt al als succesvol beschouwd.

Het computermodel van Cradle spreekt de taal van proteïnen, zodat het de impact van een of meerdere veranderingen in een proteïne voorspellen. Bovendien komt het met ideeën waar mensen nooit op zouden komen. Dit zorgt ervoor dat het ontwerpproces van klanten tien tot twaalf keer sneller verloopt, tien keer goedkoper is en de kans op succes veel groter is.

Europa succesvol in tech bedrijven groot maken? Onzin

De ambities van Cradle zijn groot. Bij voorkeur maakt het die ambities waar vanuit Europa, maar of dat gaat lukken, weet Prins niet. “In Amerika en China worden de winnaars van de industrie gesteund en geaccelereerd door de overheid. Dat doen we in Europa veel minder. Er wordt vaak gezegd dat we het al heel goed doen, maar dat is theater. Ja, als je je focust op een paar goede cijfers misschien, maar er komen nu eenmaal veel meer unicorns uit de VS.”

Daar zou iets aan kunnen veranderen, als overheden bedrijven meer zouden steunen, aldus Prins. “Door te zeggen: als het lukt, zijn wij jullie eerste grote klant. Bovendien trekken universiteiten hier vaak een veel te grote broek aan en moeten we hier alles uit de kast trekken om de 30%-regeling voor expats te verdedigen. Terwijl de cijfers heel duidelijk laten zien: de expats leveren Nederland veel meer op dan ze kosten. Schandalig vind ik dat.”

Fingerspitzengefühl voor nieuwe technologie

Dat Prins betrokken is bij Cradle, is moeilijk toeval te noemen. Hij heeft een Fingerspitzengefühl voor wanneer technologie klaar is om impact te maken. “Waar dat vandaan komt? Geen idee. Mijn moeder is aerobiclerares en zijn vader reumatoloog, dus het is niet zo dat ik ermee ben opgegroeid.” Maar zolang hij zich kan herinneren, vindt hij het leuk om na te denken over hoe technologieën bij elkaar komen. De komende twee jaar verwacht hij een explosie van robots. In zijn tas zit een bril met een cameraatje. “Die is nog niet klaar voor de massa, maar ik koop hem wel, zodat ik me kan voorstellen hoe het de wereld gaat veranderen.”

De belangrijkste les die hij tot nu toe leerde is tweeledig. Eén: van een jaar ondernemen leerde hij meer dan jaren studeren. “Je bouwt geen netwerk op. Ervaringen opdoen bij verschillende bedrijven, startups en agencies is veel leerzamer. Het is die opeenstapeling van ervaringen waardoor je met meer intuïtie betere beslissingen kunt nemen.”

Twee: het is belangrijk om met mensen samen te werken die zo goed zijn, dat ze je intimideren. “Het is heel aangenaam om de slimste te zijn in een ruimte, maar je leert er geen fuck van. Bij Cradle lopen genoeg mensen rond die ik briljant vind. Al weet ik objectief gezien dat het niet nodig is, ik heb constant last van imposter syndrome. Maar dat moet je niet tegenhouden om iets niet te doen. Juist buiten die comfort zone kun je dingen bereiken. Bovendien: als je je maar ergens in verdiept, kun je heel snel op een niveau komen dat je een beetje gevaarlijk wordt.”