© Pixabay
Author profile picture

De ambities van de overheid wat betreft waterstof zijn groot. Het Nationale Waterstof Programma laat zien dat de overheid vol voor waterstof als energiesysteem van de toekomst wil gaan. Maar, hoe staat onze waterstofsamenleving en -economie er eigenlijk voor? In de zomerserie ‘Nederland, waterstofland’ bespreken we met technici en wetenschappers de stand van zaken aan de hand van thema’s uit het Nationale Waterstof Programma. In de vierde aflevering: verwarming van huizen en gebouwen. Lees hier de complete serie tot nu toe.

beenhere

Het Nationale Waterstof programma

Het Nationale Waterstof Programma (NWP) werd begin juli aangeboden aan de staatsecretaris door de cross-sectorale werkgroep waterstof (CSWW). CSWW is een samenwerking van 19 organisaties. Het programma vloeit voor uit het Klimaatakkoord van de overheid. In de Kabinetsvisie Waterstof is de beleidsagenda opgenomen waarin de inzet van de Rijksoverheid verder is uitgewerkt. De periode tot en met 2021 is de voorbereidingsfase voor de daadwerkelijke opschaling en uitrol van waterstof vanaf 2022. De tweede fase van het NWP – eigenlijk de echte start – gaat op 1 januari 2022 in.

Kanttekeningen

Nieuwbouw woningen krijgen sinds 1 juli 2018 geen aardgasaansluiting meer. Maar wat doe je dan met de al bestaande woningen die ook in 2050 klimaatneutraal moeten zijn? Waterstof lijkt een oplossing. Maar milieuorganisaties als Natuur & Milieu plaatsen daar weer kritische kanttekeningen bij. 

Michelle Prins, programmaleider duurzame industrie bij Natuur & Milieu, zat aan de overlegtafel ‘industrie’ tijdens het klimaatakkoord. Zij onderhandelde daar namens de milieubeweging. Ook werkte ze mee aan het NWP. “Wij zien het steeds vaker gebeuren dat waterstof als oplossing voor alle duurzaamheidsvraagstukken wordt aangedragen. Zo zien wij dat niet. Groene waterstof heeft voor ons vooral prioriteit in de verduurzaming van de industrie. Want daar is de CO2-uitstoot het grootst en zijn er geen alternatieven.” 

In een eigen publicatie ontkracht de milieuorganisatie de vijf mythes over waterstof en is er een waterstofladder die prioriteert waar waterstof moet worden gebruikt. “Onze boodschap is dat we waterstof zeker nodig hebben, maar het is niet de oplossing voor alles.” 

Stad aan ‘t Haringvliet

Het NWP verwoordt de ambitie dat in 2030 er een duidelijk idee moet zijn hoe waterstof kan helpen om huizen en gebouwen in 2050 klimaatneutraliteit te laten zijn. Waterstof kan op langere termijn een belangrijke bijdrage leveren aan de verwarming van onze huizen, zo staat te lezen. Volgens verschillende onderzoeken is er zeker potentie, maar zijn er nog belangrijke vragen rond toepasbaarheid, veiligheid, beschikbaarheid, duurzaamheid en betaalbaarheid. Volgens het NWP is de eerste opgave om de randvoorwaarden voor het veilig toepassen van waterstof in de gebouwde omgeving op orde te krijgen.

Aan die randvoorwaarden draagt onder meer het project als Stad aan ’t Haringvliet bij. Dit project heeft als doel om medio 2025 groene stroom, gemaakt met groene windstroom, te leveren aan zo’n 600 woningen. “Mits de inwoners daarvoor kiezen”, benadrukt Silvan de Boer, Business developer New Energy Development bij Eneco.

Keten

Vanuit het programma H2GO werken de gemeente, Eneco, netbeheerder Stedin, Deltawind, Hygro, Gasunie, woningcoöperatie Oost West wonen en tankstation exploitant Greenpoint samen om er waterstof te gaan produceren en te gebruiken voor de verwarming van de woningen. Een dorpsraad vertegenwoordigt de bewoners. De Boer: “We willen waterstof gaan leveren aan de inwoners. Met het project demonstreren we hoe de hele keten werkt.” 

Volgens De Boer doe je dit “eigenlijk alleen in wijken waar je geen andere duurzame oplossingen kan bieden”. Isoleren, elektrificeren en hybride oplossingen zoals een waterstofketel in combinatie met een warmtepomp, noemt De Boer als eerste opties. “Maar sommige huizen zijn te oud of monumenten en dan is vaak groene waterstof of groen gas de enige, betaalbare, oplossing om van het aardgas af te gaan.” 

Eneco is als grote aardgasleverancier voorstander om waterstof als alternatief voor aardgas in die oude of monumentale woningen aan te bieden. “Vaak wordt gezegd dat je groene waterstof eerst moet gebruiken als grondstof voor de industrie, landbouw, scheepvaart en luchtvaart. Wij kijken daar anders tegenaan. Je hebt in veel bestaande wijken geen andere keus om te verduurzamen.”

The Green Village

Binnen The Green Village, de proeftuin voor duurzame innovatie in onze wijken en te vinden op de campus van de TU Delft, kijken onderzoekers en bedrijven wat waterstof kan betekenen voor het energiesysteem van wijken. In een van de grotere projecten onderzoeken netbeheerders met elkaar hoe het huidige aardgasnet geschikt kan worden gemaakt voor waterstof. Dit heeft geresulteerd in een klein gasnet voor waterstof op The Green Village: de Waterstofstraat. Ook staan er bewoonde huizen op deze proeftuin. 

Zo werkt het bedrijf gAvilar, specialist in regelapparatuur voor gasdistributie, er onder meer aan producten als een gasdrukregelaar en veiligheidssystemen. Het bedrijf, is naast Flamco, Het Internet Huis, PIA Automation, Beutech, Breman en Empuls partner in het vanuit de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland gesubsidieerde project H2@Home. “Als gAvilar laten we graag echt zien hoe een binnen-installatie met waterstof veilig en betrouwbaar kan werken in een bestaande omgeving”, zegt Lianne Mostert, projectmanager bij gAvilar. Zo test het bedrijf binnenkort een sensor die een lekkage met waterstof kan signaleren en de toevoer van waterstof kan laten stoppen.

Van elkaar leren

Dat is het mooie van The Green Village, zegt Arnoud van der Zee, programmamanager Energietransitie bij The Green Village. “Dit is niet alleen de perfecte plek om je innovatie te testen, maar ook om kennis te delen. Wij brengen mensen bij elkaar in de gebouwde omgeving om van elkaar te leren. Niet alleen voor het thema waterstof. Er zijn ook testen met warrmtenet innovaties en gelijkstroomsystemen.”  Vooralsnog zijn het vooral beleidsmakers uit Den Haag of uit gemeentes die een kijkje komen nemen, laat Van der Zee weten. Zijn collega Lidewij van Trigt leidt de projecten die met waterstof te maken hebben. 

Invoedinstallatie waterstofnet the Green Village © Green Village

“Als je het hebt over klimaatneutraliteit in 2050 dan zijn wij van mening dat je er niet aan ontkomt om in de gebouwde omgeving ook iets met waterstof te doen”, stelt Van der Zee. “Het zal niet het allerbelangrijkste zijn, maar dat we er iets mee gaan doen is overduidelijk.” Volgens Van der Zee zullen alle bronnen van duurzame energie nodig zijn om klimaatneutraal te worden. “En dan nog hebben we niet genoeg energie en zullen we moeten importeren uit bijvoorbeeld Afrika of Spanje.” 

Energieverlies

Het zijn vooralsnog de kosten van zo’n waterstofsysteem die maken dat waterstof nog niet een grote rol kan spelen in de verwarming van onze huizen, zegt Van der Zee. “De kosten van de benodigde apparatuur zijn hoog en je hebt bij de productie van groene waterstof met enorme energieverlies te maken. Maar als we deze aspecten beter onder controle krijgen dan kan waterstof zeker een rol gaan spelen in de gebouwde omgeving.”

Ondanks dat waterstof inzetten als oplossing om onze huizen te verwarmen niet de hoogste prioriteit heeft, schat Michelle Prins, van Natuur & Milieu, in dat waterstof beperkt een rol gaat spelen. Daarbij heeft ze vooral zorgen dat er gewacht wordt op waterstof. “Er zijn mensen die bijvoorbeeld geen zonneweides of windmolens willen en ook warmtepompen zien ze niet zitten. Ze stellen zichzelf gerust met de gedachte dat er straks waterstof door het huidige gasleidingennetwerk komt. Alleen groene waterstof is er nog niet en er zijn zonneweides en windmolens voor nodig om het te maken. Daarom moeten we moeten nu aan de slag met warmtepompen en warmtenetten.” 

Niet gaan zitten wachten

Ook is het nodig kennis op te doen wat waterstof in de gebouwde omgeving kan betekenen, zegt Prins. Zodat in 2030 dat duidelijke idee van wat waterstof kan betekenen in de klimaatneutraliteit van woningen ontstaat. “Het hangt ook af van hoe de alternatieven zich ontwikkelen. Als warmtepompen en warmtenetten een vlucht nemen, dan komt waterstof minder in beeld. En wat gaan we in Nederland zelf maken en wat gaan we importeren?” Daarbij is het nodig om ervaring op te doen van wat kan en niet kan, zoals in The Green Village. “Overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties moeten met elkaar een visie creëren die helder maakt waar we het grootste gedeelte van onze waterstof gaan toepassen en waar gaan we dat stimuleren.”