Net dat ene zetje om te gaan rennen. Toch gaan als je loopmaatje afzegt. Je goed te voelen over dat je bent gegaan, ook al ging het minder dan de vorige keer. Industrieel ontwerpster Daphne Menheere deed onderzoek naar hoe je mensen kunt motiveren om te blijven sporten. Meestal gebeurt dat motiveren met data van eerdere prestaties of met prestaties van anderen. Dat is niet voor iedereen motiverend.
Onderdeel van haar onderzoek zijn een klerenhanger waar de kleren van af vallen als je niet gaat sporten en een walvisje dat tegen je gaat praten op het moment dat je van plan bent om te gaan rennen. Menheere promoveert naar verwachting eind juni aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Doordat sportscholen dicht zijn en er geen teamsporten gedaan kunnen worden, zijn meer mensen alternatieven gaan zoeken. Zoals hardlopen. Een heel populaire en toegankelijke sport, zegt Menheere: “Maar het heeft ook een hoge drop-out. In mijn onderzoek gaat het er om hoe je gemotiveerd blijft om te bewegen.”
Emoties en barrières
Ze deed onder meer een dagboekstudie. Waarin ze respondenten vroeg om elke dag op te schrijven of zij van plan waren te gaan sporten of niet en, of ze uiteindelijk wel of niet zijn gegaan. Daaruit destilleerde Menheere emoties en barrières die mensen ervaren in vier verschillende situaties: als je niet de intentie hebt om te sporten en niet hebt gesport, als je wel de intentie hebt om te sporten, maar niet hebt gesport, wel de intentie en gesport en niet de intentie en wel gesport.
Ook zijn er drie stadia te onderscheiden: het moment voor het sporten, tijdens het sporten en het stadium erna. Bij elke stadium horen verschillende emoties, zoals twijfel, er zin in hebben, energie, vertrouwen, frustratie, onzekerheid en trots. Of je kleren klaarleggen op de dag dat je wilt gaan rennen. Of de hele dag twijfelen of je wel zult gaan. En tijdens het rennen denken: Wat doe ik mezelf aan? Of juist je heel goed voelen.
Het weer
Met die verschillende situaties en stadia wil Menheere inzicht te geven in wat een sporter doormaakt. Daarmee hoopt ze dat andere ontwerpers een haakje vinden om een product te maken dat mensen motiveert te gaan sporten. “Andere onderzoeken over barrières om te gaan sporten, publiceren vaak een opsommingen van redenen om niet te gaan sporten. Dat het aan het weer ligt om wel of niet te gaan, of dat stress een barrière is. Daar kan je als ontwerper niet mee aan de slag.”
Menheere verdeelde het motivatieprobleem in kleine stukken. “Zo ontstaat er een ‘uitdaging’ waarvoor een ontwerper dan een product bedenkt.” Tijdens haar promotieonderzoek ontwierp Menheere zelf ook producten, maar het waren vooral bachelor- en masterstudenten Industrial Design die met nieuwe producten kwamen. Zij werden door Menheere en universitaire docent Carine Lallemand begeleid. Uiteindelijk zijn er zes producten bedacht.
Sportbuddy
Bachelorstudent Alynne de Haan ontwikkelde als afstudeerproject een ‘tangible sportbuddy’, Ráya, met wie je samen kan plannen om te gaan sporten. De buddy herinnert je vriendelijk aan je plan. Of onvriendelijk als je het erop lijkt dat je niet gaat. Het werkt via Google speech. Menheere: “Je kunt er dus echt een gesprek mee aangaan. We hebben gekozen voor een walvisje omdat mensen bij een dier sneller het gevoel van zorgen krijgen. Hij heeft ook een hartslag die sneller gaat als je moet gaan sporten en hij wordt ook een beetje warm.”
Voorbereidingsritueel
Als je van plan bent te gaan sporten dan hang je je kleren op een kleerhanger. Die hanger laat je weten wanneer je wilt gaan. Als het moment van sporten nadert, gaan de armen van de hanger steeds meer naar beneden. Is het moment daar en je hebt de kleren nog niet aangetrokken, dan vallen ze eraf. “Daarmee proberen we het reflectiemoment te stimuleren. Als je toch je kleren moet oprapen, waarom zou je dan niet gaan rennen? Je hebt ze toch al vast?”
Hierbij voegt Menheere ‘frictie’ toe. “Vaak is een beloning de motivator. Maar kan boosheid je ook motiveren boosheid?” Die frictie moet wel “leuk blijven”, zegt Menheere. “Dus zit er ook een aanmoedigende tekst in die hanger.” Studente De Haan ontwierp ook de kleerhanger.
Reuk van je hardloopsessie
Een ander ontwerp voor uitdaging drie is een geurverspreider, Asynia. Sommige atleten visualiseren hun race van tevoren. “Dat helpt om beter te preseteren. Maar je kunt het ook gebruiken voor motivatie. Wij willen stimuleren dat mensen van tevoren al over hun hardloopsessie nadenken.” Daarvoor ontwikkelde een student een apparaat dat de geuren van een hardloopsessie verspreidt. “Zoals bijvoorbeeld van gras, of hoe het ruikt als het net heeft geregend.” Student Myrthe Hilderink ontwierp de geur verspreider.
‘Social Support’
Als je je bedenkt om de volgende dag te gaan sporten, heb je er op dat moment zin in. Maar als je dan daadwerkelijk wilt gaan sporten, vervaagt dat positieve gevoel. “Dat gevoel dat je je had bij het plannen, wil ik oproepen net voor je gaat sporten.” Studenten Ilse Faber, Jesse Pepping, Bram Monkel & Stella Xu ontwierpen een armband, Grace, die via geheimtaal met de armband van vrienden communiceert. “Het is een soort cheer moment.”
Aankleedmoment
Voor aanmoediging tijdens de hardloopsessie, ontwierp Menheere en T-shirt, Faye. Ze ontdekte tijdens haar onderzoek dat het aankleedmoment cruciaal is. “Eenmaal je kleren aan, dan ga je.” Daarom ontwikkelde ze een shirt waarop een motiverende tekst tevoorschijn komt als je warmer wordt, zoals met een motivatie quote, zoals: ‘don’t quit do it’, ‘believe in yourself’ ‘be you’. In dat shirt liep een aantal vrouwen tijdens de Ladies Run in Eindhoven, in 2018. Menheere ontwierp de T-shits.
Trotse gevoel
“Dat fijne gevoel na het hardlopen, vervaagt best snel. Hoe kun je ervoor zorgen dat dat trotse gevoel twee dagen aanhoudt?” Twee masterstudenten, Evianne van Hartingsveldt & Mads Birkebæk, ontworpen hiervoor een “heel cool object”, vindt Menheere. “Het is een kunstvoorwerp die je aan je muur hangt of op een kast zet. Een abstracte weergave van Eindhoven, gerepresenteerd door houten staafjes.” Die weergave verandert volgens de gelopen hardlooproutes. Als je hebt gelopen maakt het bord, via Runkeeper of Strava, de route zichtbaar doordat de staafjes van die route naar buiten komen. “Het duurt dan twee dagen voor de hele hardlooproute zichtbaar is.” Die staafjes kun je weer terugduwen.
De afgelopen maanden testten twee vrouwen deze zogenaamde ‘Laina’. Een van hen was gaan rennen, maar voelde zich na afloop “superslecht. Ze was langzamer en ze moest wel eens lopen tussendoor”. Die resultaten waren zichtbaar in haar app. Thuis stond ‘Laina’ de hele dag aan.
“Zo werd elke keer een stukje van haar route zichtbaar”, vertelt Menheere. “Uiteindelijk was ze toch blij dat ze toch was gaan rennen. Ze zag dát ze was gegaan en niet hoe het was gegaan.”
Professor Steven Vos, universitair hoofddocent Mathias Funk en universitair docenten Carine Lallemand en Erik van der Spek van de Faculteit Industrial Design van de Technische Universiteit Eindhoven, begeleiden Daphne Menheere bij haar promotieonderzoek. Het promotieonderzoek is onderdeel van het onderzoeksprogramma Data-Enabled Running (www.data-enabledrunning.com).