Met het vertrek van burgemeester Rob van Gijzel krijgt Brainport in de persoon van zijn opvolger John Jorritsma een nieuw boegbeeld. Maar er zijn meer mensen die deze samenwerking met grote overtuiging dragen en vormgeven. Een daarvan is Jack Mikkers, in het dagelijks leven burgemeester van Veldhoven maar naar eigen zeggen “niet zo van de grenzen” en misschien daarmee wel de ideale vertegenwoordiger van het Brainport gedachtegoed.
Jack Mikkers is 9 jaar burgemeester van Veldhoven en sinds 2010 bestuurslid van Stichting Brainport. In die laatste rol is hij portefeuillehouder ‘Basics’ met onder meer bereikbaarheid, onderwijs, voorzieningen en imago in zijn pakket.
Soms moet je even afstand nemen om te kunnen zien hoe goed het eigenlijk gaat. Als vertegenwoordiger van Brainport was Mikkers onlangs in de VS waar hij van alle kanten lof kreeg over de situatie in de regio Eindhoven. “De rest van de wereld zegt hoe goed wij zijn, terwijl we dat zelf allemaal als heel normaal ervaren.”
“We begrijpen elkaar en daardoor gunnen we elkaar ook wat.”
Kernwoord is, zoals vaker, ‘samenwerking’. Mikkers: “Dat klinkt misschien makkelijk en vanzelfsprekend, want iedereen heeft het over samenwerking als sleutel tot succes. Ook in het buitenland. Maar wat Brainport de afgelopen 10 jaar voor elkaar heeft gekregen, is dat we elkaars taal zijn gaan spreken. Overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen – de befaamde triple helix – we begrijpen elkaar en daardoor gunnen we elkaar ook wat. Zo ver zijn ze nog bijna nergens.”
Inmiddels is Brainport ervan overtuigd geraakt dat de triple helix niet meer volstaat. Tenminste één extra partner moet er aan worden toegevoegd: de burger. “Of eigenlijk: de samenleving”, zegt Mikkers. “Alleen door die aanvulling kunnen we dat zo gewenste aanpassingsvermogen krijgen. Alles verandert, we moeten adaptief zijn. Gisteren stonden hier ineens 60 jongeren op het plein voor het gemeentehuis, op zoek naar Pokemon. Niemand uit de triple helix had dat een half jaar geleden kunnen voorspellen. Nou is die Pokemonrage misschien niet de belangrijkste trend waar we ons op moeten richten, maar het geeft wel wat aan: de wereld staat niet stil, we moeten wendbaar blijven.”
“Iedereen moet dankzij onze technologie langer kunnen leven, beter kunnen wonen, betere voorzieningen hebben en ja, ook minder files hebben.”
Mikkers is niet ontevreden over de manier waarop het gedachtegoed van Brainport leeft onder de bevolking. “Natuurlijk weten maar weinig mensen wat “Brainport” echt is of doet, maar dat is ook niet erg. Het gaat helemaal niet om het profileren van Brainport, dat is geen doel. Waar het wel om gaat, is dat datgene wat we hier zo goed doen bereikbaar en toegankelijk is voor iedereen. Of je nu hebt doorgeleerd of niet, iedereen moet dankzij onze technologie langer kunnen leven, beter kunnen wonen, betere voorzieningen hebben en ja, ook minder files hebben. Op die manier kan er een mindset ontstaan, een trots op deze regio die wel alles te maken heeft met wat we hier neer hebben gezet. Dat we in 2011 de slimste regio van de wereld waren, dat heeft ons veel gebracht, we merken dat nog steeds en daar bouwen we op voort. We doen er toe en de mensen hier voelen dat.”
Via living labs – testomgevingen rond thema’s als mobiliteit, gezondheid, voeding, veiligheid en energie – moet dat gevoel een concreet vervolg krijgen, zegt Mikkers. “Zo laten we niet alleen zien dat we doen wat we zeggen, maar ook dat we het alleen maar samen met onze inwoners kunnen doen. Zodat ook daar die gemeenschappelijke taal gaat ontstaan. En weet je wat je nu al ziet? Dat die burgers net zozeer als de bestuurders aan het lobbyen zijn voor onze regio. Die trots omdat het hier economisch relatief goed gaat, maar ook omdat iedereen ziet waar we technologisch toe in staat zijn. Oplossingen die ze zien in living labs en in paradepaardjes als de robocup.”
“De toegevoegde waarde van een verbinding is minstens zo belangrijk als de hoeveelheid mensen die er gebruik van maken.”
Terugkerend thema voor iemand die met Jack Mikkers praat, is “verbinding”, in diverse betekenissen van het woord. Natuurlijk gaat het dan in eerste instantie om bereikbaarheid. We hebben onlangs afspraken met het Rijk gemaakt over betere en logischere verbindingen tussen de Randstad en Brainport. Maar zelf zijn we daar ook volop mee bezig. Kijk bijvoorbeeld eens wat er gebeurt op de Automotive Campus in Helmond, ook zo’n mooi triple-helix-voorbeeld met samenwerking tussen bedrijfsleven, de wetenschap en de lokale overheid. Daar bedenken we de vervoerssystemen die zowel over de lange afstand als voor de ‘first and last mile’ hun toegevoegde waarde hebben. Ja, het is belangrijk dat we makkelijk en snel naar Duitsland of Amsterdam kunnen, maar soms gaat het ook om heel specifieke oplossingen. Bijvoorbeeld een verbinding tussen de TU/e en de campus van de universiteit Utrecht. Niet omdat daar per se elke dag enorme aantallen mensen heen en weer reizen, maar omdat de kwaliteit van de contacten die daaruit ontstaat van enorm belang is, bijvoorbeeld voor de gezondheidszorg. We moeten dus meer kijken naar de toegevoegde waarde van een verbinding in plaats van alleen de hoeveelheid mensen die er gebruik van maken.”
“Als ik praat met ASML, weet ik dat ik eigenlijk aan tafel zit met zo’n honderd bedrijven in het ecosysteem hier.”
Datzelfde geldt voor de verbindingen binnen Brainport. Automotive Campus, High tech Campus, ASML en station zouden om die reden steviger aan elkaar gekoppeld moeten worden. Het belang van die fysieke bereikbaarheid is nauwelijks te onderschatten, zegt Mikkers. “Maar meest typerend voor Brainport is misschien wel de verbinding die we hier met elkaar hebben. Tussen mensen en tussen hun activiteiten. Als ik praat met ASML, weet ik dat ik eigenlijk aan tafel zit met zo’n honderd bedrijven in het ecosysteem hier. Dat is onze waardeketen, dat is ons geheim.”
Het voorzieningenniveau voor de bewoners van Brainport is een van de taken waar Mikkers zich als portefeuillehouder ‘Basics’ over mag ontfermen. Ook voor de internationals. “Wat dan natuurlijk direct in beeld komt zijn de pogingen om Brainport tweetalig te maken. Bij ASML en op de High tech Campus is Engels al de voertaal. Maar daarbuiten is het nog vrij lastig om je weg te vinden als je geen Nederlands spreekt. Niet alleen letterlijk, omdat er nog geen Engelstalige bordjes op de wegen of in het station staan, maar bijvoorbeeld ook als je kijkt naar de websites van sportverenigingen in de regio. Sport is bij uitstek een manier om te integreren, maar probeer maar eens lid te worden van een voetbalclub, als je de taal niet spreekt. Sowieso snappen veel internationals al niet waarom je überhaupt eerst lid zou moeten worden om mee te kunnen sporten. Ons systeem is wat dat betreft toch vaak wat anders dan elders.”
De internationale school doet veel goeds als het gaat om het aantrekken van talent uit het buitenland. “Vooral voor expats, mensen die na een jaar of zo weer verder trekken. Maar ASML wil ook graag aantrekkelijk zijn voor internationals die zich hier definitief settelen. Dat betekent gewoon dat ook je reguliere onderwijs tweetalig moet zijn. Maar let op, dat is echt niet alleen voor die buitenlanders hè. Juist voor onze eigen mensen kan het grote kansen bieden als het basis- en middelbaar onderwijs standaard tweetalig is.” Het mbo heeft wat dat betreft nog een specifiek probleem, omdat wettelijk is vastgelegd dat iedere scholier daar het Nederlands op NT2-niveau moet beheersen. Mikkers: “Dat moet je kunnen loslaten, juist in het belang van de scholieren zelf.”
“Grenzen zijn ongewenst als ze een belemmering gaan vormen voor de verbindingen die we zo hard nodig hebben.”
Mikkers is als burgemeester in eerste instantie verantwoordelijk voor de inwoners van Veldhoven, maar heel strak ziet hij die grens niet. “Die mensen wonen hier wel, maar werken in de stad of misschien wel ergens in de Kempen. Het gaat dus om het bredere netwerk en daarom vind ik het ook zo goed dat Veldhoven in 2010 mede-aandeelhouder in Brainport is geworden. Op die manier laten we zien gezamenlijk verantwoordelijk te zijn. Grenzen van gemeenten, of zelfs van landen, zijn daarbij minder hard dan ze soms lijken. Sterker nog, ze zijn ongewenst als ze een belemmering gaan vormen voor de verbindingen die we zo hard nodig hebben.”
Foto’s (c) Heddy Gijbels