Teodoro Lio is Europees directeur van de automotive sector van de adviesgroep Accenture. We vragen de Italiaan naar de toekomst van deze sector in Europa. Ook willen we weten of de Italiaanse Motor Valley, het centrum van auto’s met hoge prestaties, de toekomstontwikkelingen wel kan bijhouden. Onze reportage door Emilia-Romagna (Motor Valley) gaf aan dat er twee richtingen zijn. Er zijn de absoluut elektrische pioniers, er zijn de gevestigde supercarbouwers die de kat uit de boom lijken te kijken.
Als het aan de EU ligt, komen vanaf 2030 geen nieuwe auto’s met benzinemotor meer op de weg. Betekent dat het einde van de Motor Valley?
Nee, maar wel dat de uitdagingen van de digitale en duurzame revolutie moeten worden aangegaan. De autosector moet zich richten op duurzame mobiliteit en een versnelling hierin maken. Maar iedereen is daar ook wel van overtuigd.
Welke toekomst ziet u voor de supercar (Ferrari en co) – toch bijna synoniem aan de benzinemotor?
De supercar beantwoordt niet aan de doorsnee mobiliteit waarbij iemand op de efficiëntste manier van a naar b wil komen. Wie een supercar rijdt, heeft er voldoende geld voor over om zich aan zijn verbeelding over te geven en om emoties te beleven. Laten we niet vergeten dat zulke consumenten vaak gevoeliger zijn voor innovaties dan andere consumenten. Dat zie je telkens als er een transformatie voordoet. Consumenten in het luxury segment zijn vaak de eersten die nieuwe technologieën omarmen.
Maar kunnen deze consumenten -ook al zijn ze early adopters- wel buiten het motorgebrul?
Het is nu aan de producenten om te begrijpen welke nieuwe emoties aan de auto moeten worden meegegeven. Niet vasthouden aan wat er was, bijvoorbeeld het kenmerkende motorgeluid, maar aan misschien een andere vorm van geluid.
Maserati is al jaren bezig om uit te vinden welke emotie aan de elektrische supercar kan worden meegegeven in de wetenschap dat het afgelopen is met de verbrandingsmotor. Maserati, maar ook andere bouwers van supercars, zijn er lang mee aan de gang, omdat ze heel goed weten dat het geluid een belangrijke factor is voor de beleving van hun klanten.
Is het traditionele businessmodel van de autobranche wel van deze tijd?
Ik zeg wel eens als provocatie dat autoproducenten het tot dusverre maar gemakkelijk hebben gehad. Ze ontwerpen een auto, ze bouwen de wagen en verkopen hem vervolgens. Met de overhandiging van de autosleutels is het werk gedaan. Je ziet de klant na 3 tot 5 jaar weer terug als hij of zij een nieuwe auto koopt.
Sommige auto’s open je tegenwoordig met behulp van een speciale app voor op de smartphone.
Precies, zo’n sleutel symboliseert heel goed de verandering die gaande is. Je stuurt via de cloud een signaal naar de auto. Het portier wordt geopend. Het voertuig heeft alle informatie over de bestuurder, zoals hoe de stoel is ingesteld en het menu van het scherm op het dashboard. Als er een mankement is, weet het systeem het eerder dan de bestuurder.
De relatie tussen de fabrikant en de bestuurder verandert daarmee ingrijpend in een ecosysteem waar nieuwe spelers een rol krijgen, zoals de provider van digitale diensten. Bovendien stellen mensen in toenemende mate zich anders op wat betreft het gebruik van de auto. Vooral jongeren zien mobiliteit als slechts een middel om zich te verplaatsen van a naar b. Het voertuig kan in eigendom zijn, maar wordt vaker nog gehuurd of geshared. Uit ons onderzoek blijkt dat een derde van de jongeren geheel geen interesse heeft in het bezit van een eigen auto.
Dat is vrij dramatisch nieuws voor autoproducenten.
Het vormt zeker een risico voor wie op de oude voet doorgaat. Maar de autoindustrie is bezig aan een enorme transitie. Het ecosysteem is veel ingewikkelder geworden, waarin zoals gezegd nieuwe spelers toegang hebben gekregen. Denk ook aan beheerders van een voertuigenpark dat ingezet wordt als deelmobiliteit en energieleveranciers.
Maar het goede nieuws is, dat het nieuwe ecosysteem dat nu wordt opgezet, veel kansen biedt. De toeleveringsketen voor de automobielindustrie heeft momenteel wereldwijd een waarde van tegen de 3,5 triljoen dollar. Volgens onderzoek zal het ecosysteem van mobiliteit, dat wil zeggen alle verplaatsingen per voertuig, het dubbele waard zijn. In 2030 zal deze mobiliteitsketen 7 triljoen dollar omzetten. De autofabrikanten moeten niet vasthouden aan het bestaande businessmodel, dat toch al wordt uitgehold.
Wie voert de boventoon in het nieuwe ecosysteem?
Dat hangt ervan af. Ten eerste zullen alle spelers met elkaar verbonden worden. Het nieuwe ecosysteem verbindt de producent met de mobiliteitsprovider, de producent en de exploitant van de laadstations, de energieproduct en -distributeur enzovoort. Alle partijen moeten verbonden zijn om de belevenis van de klant transparant te maken en zo de dienstverlening te vergroten. Dat bevordert weer de mobiliteit.
Betekent dat bedrijven uit verschillende branches op elkaars gebied gaan concurreren?
Ja, we krijgen een convergentie tussen verschillende industrieën: traditionele autofabrikanten, nieuwkomers, benzinestations etc. De energieprovider Enel kan besluiten voertuigen te gaan produceren, misschien niet direct voor de eindgebruiker, maar wel om bijvoorbeeld het voertuigenpark van Uber aan te vullen. Het gaat ook de andere kant op. Je koopt een Volkswagen en sluit een contract voor gas en licht af bij VW Electric.
Wat is de toekomst van de Motor Valley?
De Motor Valley begint niet bij nul af aan. Er is in dit gebied rond Modena een bundeling van unieke expertise, van mensen en technologie, die erkend wordt in de gehele wereld. De tijd zal leren of de Motor Valley zal veranderen in de Cyber Valley, de Electric Valley, de Sustainability Valley of een andere expertisevallei.
Lees ook de voorgaande artikelen over de Italiaanse Motor Valley:
- Het nieuwe geluid van de Italiaanse supercar
- Ferrari’s hofleverancier: lichtgewicht voertuigen hebben de toekomst
- Prestaties elektrische motorfiets doen niet onder verbrandingsmotor