Author profile picture

Tussen 2012 en 2017 zaten de vijf vrienden allemaal bij Forze Hydrogen Racing. Het studententeam van TU Delft ontwikkelde ’s werelds eerste waterstofaangedreven racewagen. De auto reed op het circuit van Zandvoort het elektrische ronderecord van Tesla aan flarden. 

Nu, zeven jaar later, halen de vijf vrienden Jan Bot, Kevin Schreiber, Remco Duba, Jonas Brendelberger en Remco Kortleve €3 miljoen op om hun startup zepp.solutions verder te ontwikkelen. Meer concreet: om hun capaciteiten uit te breiden en een fabriek voor waterstofbrandstofcelsystemen te bouwen in Rotterdam. Niet voor auto’s, wel voor binnenvaarschepen, vrachtwagens en graafmachines – om maar wat te noemen. Want, de Europese waterstofsector ontwikkelt zich snel en stevent af op implementatie op grote schaal. Wij interviewden medeoprichter Jan Bot.

Jullie bouwen een fabriek voor waterstofbrandstofcelsystemen. Hoe zijn jullie van vrienden en een studententeam naar ondernemers en een miljoenen bedrijf gegaan?

“De industrie had een aantal jaar geleden nog niet veel ervaring met waterstof, terwijl wij van alle facetten – van ontwerpen tot opereren – door onze deelname aan het studententeam, wel veel wisten. Toen hebben we gezegd: hier moeten mee door.

Dat was in 2016. We zijn toen benaderd door een producent van grondmaterieel op luchthavens met de vraag of we de toepassing van waterstof voor hun machines konden onderzoeken. Dat project is toen uiteindelijk niet doorgegaan, maar we zaten wel op het goede spoor. Toen zijn we op zoek gegaan naar klanten en hebben we begin 2017 zepp opgericht. We hebben inmiddels twee vestigingen: ons kantoor zit nog steeds in Delft, en in Rotterdam hebben we een werkplaats op de RDM Campus. Daar moet ook de fabriek komen waarin we tot 1000 systemen per jaar kunnen gaan assembleren. Het is heel gaaf om dit met zijn vijven te doen.”

Jan Bot, medeoprichter van zepp.solutions

Hoe werkt jullie technologie?

“We maken PEM-brandstofcelsystemen. Bij gebruik in onze brandstofcelsystemen wordt waterstof gecombineerd met zuurstof (uit de omgevingslucht rondom het systeem) om de chemische energie die is opgeslagen in de brandstof (waterstof) en oxidator (zuurstof) om te zetten in elektrische energie en waterdamp. De elektrische energie die vrijkomt bij deze elektrochemische reactie kan worden gebruikt om elke toepassing van energie te voorzien, over het algemeen gaat het dan echt op rijden of varen op waterstof.”

De waterstofcel van Zepp.solutions

Hoe zit het met de concurrentie?

“Dat hangt ervan af hoe je het bekijkt. Zepp.solutions maakt de meest vermogensdichte waterstofbrandstofsystemen die er op de markt zijn. Dat betekent dat er relatief veel ruimte is om waterstoftanks te plaatsen en we dus een groot bereik kunnen bieden. Op diesel kun je altijd heel ver varen of rijden; bij de transitie naar zero emissie wordt het bereik altijd kleiner, maar we doen er wel alles aan om dat verschil zo beperkt mogelijk te houden.

Bovendien, wij leveren de brandstofcel en het opslagsysteem. Dat zorgt ervoor dat de integratiekosten lager zijn dan bij partijen die een van beide aanbieden. Alleen het ombouwen van voertuigen doen we niet.”

Wat is voor zepp op dit moment de grootste uitdaging?

“Het is soms onvoorspelbaar welke niche sectoren het hardst accelereren. Zo was er de stikstofcrisis, waardoor bouwplaatsen ineens allemaal groen materieel nodig hadden. Daar proberen we op in te spelen, onze strategie is altijd geweest om een systeem te ontwikkelen dat in zoveel mogelijk sectoren toepassing vindt. Ons systeem zit in graafmachines, vrachtwagens en een binnenvaartschip. Maar het blijft de vraag hoe de sector zich in het algemeen ontwikkelt.”

Waar staan jullie over een jaar?

“We willen over twee, drie jaar een fabriek neerzetten waar we duizend brandstofcelsystemen per jaar produceren. Er staan nu negentien mensen op onze loonlijst, dit jaar gaan we dat aantal verdubbelen. En volgend jaar beginnen we met het bouwen van de productiefaciliteit. Als je kijkt naar Europese doelen, moeten er over minder dan 6 jaar 60.000 groene vrachtwagens op de weg rijden. Wij verwachten geen marktaandeel van honderd procent, maar het geeft wel een beeld van de mate waarin wij moeten opschalen.”