Nederland moet één miljoen woningen bouwen én 2,5 miljoen woningen verduurzamen tot aan 2030. Tegelijkertijd kost de renovatie van bruggen, tunnels en sluizen jaarlijks €2,3 tot €2,6 miljard. Een grote opgave, in de sector met enorme personeelstekorten.
Bij de Technische Universiteiten in Nederland is veel aandacht voor het efficiënter, goedkoper en duurzamer maken van de bouw. Onder andere robotisering en digitalisering moeten bijdragen aan slimme oplossingen. Daarnaast is circulair en klimaatadaptief bouwen steeds belangrijker. 4TU.Bouw verbindt de bouwfaculteiten van de vier technische universiteiten in Nederland met elkaar om het onderzoek en de impact hiervan naar een hoger plan te tillen.
Sinds 1 januari 2024 heeft de organisatie een nieuwe wetenschappelijk directeur. Max Hendriks, hoogleraar betonconstructies aan de TU Delft, droeg het stokje over aan Frank van der Hoeven. Hij is al meer dan vijftien jaar onderzoeksdirecteur van de faculteit Architectuur aan de TU Delft. “Ik wil met 4TU.Bouw de landelijke en Europese kennisagenda’s mede vormgeven”, zegt Van der Hoeven over zijn toekomstplannen.
Waarom je dit moet weten:
De transities in de bouw hebben invloed op de gebouwen en de infrastructuur die je dagelijks gebruikt. Hier lees je over de technologische ontwikkeling, maar ook over de implementaties van innovaties in de gebouwde omgeving.
Innovation Origins ging in gesprek met beide heren over de uitdagingen in de bouw, de impact van de formatie en de toekomstplannen voor 4TU.Bouw.
Hendriks, waar ben jij het meest trots op als je terugkijkt op jouw jaren aan het roer van 4TU.Bouw?
“Ik ben ontzettend blij met de oprichting van de Domein Aanjaag Teams (DAT’s). Hierin werken wetenschappers vanuit verschillende universiteiten en faculteiten samen rond zes specifieke thema’s: infrastructuur, klimaatadaptatie, digitalisering, energietransitie, gezondheid en circulariteit. Deze teams zijn plekken waar mensen bij elkaar komen, het is de kern van 4TU.Bouw geworden.”
Van der Hoeven: “Het opzetten van de DAT’s heb ik ook van dichtbij meegemaakt omdat ik al een tijd onderdeel ben van het managementteam van 4TU.Bouw. In oktober vorig jaar hebben we een evenement georganiseerd waar alle teams voor het eerst samenkwamen. Daar zagen we echt dat het werkt. Mensen legden contacten, wisselden informatie uit en maakten plannen voor nieuwe onderzoeken.”
Een van de kernelementen van 4TU.Bouw is het verbinden van mensen. Lukt dat goed genoeg naar jullie idee?
Hendriks: “Binnen de organisatie is dat zeker gelukt, mede door de DAT’s. De eerste samenwerkingen met partijen buiten de universiteiten krijgen ook vorm, zo hebben we nauw contact met de TKI Bouw en Techniek (Topconsortium Kennis en Innovatie) en Rijkswaterstaat. Hierdoor hebben we een duidelijke link met overheden op verschillende niveaus en bedrijven in de sector.”
Van der Hoeven vult aan: “Binnen zo’n topconsortium hebben universiteiten een belangrijke rol als het gaat om het vergaren en delen van kennis. Daarom zie ik het ook als een logische en belangrijke link.”
Hoe zien jullie de rol van 4TU.Bouw in het hele speelveld van de bouwsector?
Van der Hoeven: “We zitten op dit moment in een onzekere tijd als het gaat om overheidsbeleid. Als de partijen die nu met elkaar in gesprek zijn een regering vormen, dan kan dat een wissel trekken op het huidige beleid. Zo willen de formatiepartijen een einde maken aan het Nationaal Groeifonds, terwijl universiteiten daar de afgelopen jaren juist sterk op in hebben gezet. De betrokken politieke partijen zeggen ook de studiemigratie te willen beperken. Dat heeft gevolgen voor de samenstelling van studenten aan de universiteiten. Inhoudelijk gezien verwacht ik dat er een sterkere nadruk komt te liggen op klimaatadaptatie en minder op klimaatmitigatie. Terwijl we het afgelopen jaar juist veel aandacht hebben besteed aan het terugdringen van bijvoorbeeld de CO₂-uitstoot. Het is afwachten hoe dat verder gaat.”
“Nederland is het land van consensus, van overleggen en polderen. Uiteindelijk komen we er altijd wel uit. Als universiteit moet je afwachten wat de uitkomst van de formatie is en wat de plannen van de nieuwe regering gaan zijn. Tegelijkertijd wil je als kennisinstelling je eigen plan trekken. Wij zijn als universiteit geen verlengstuk van de uitslag van de verkiezingen. We hebben onafhankelijke wetenschappers die een eigen positie in moeten nemen. De innovaties die wij ontwikkelen, moeten ten goede komen aan de hele maatschappij. We worden immers grotendeels betaald door de Nederlandse belastingbetaler. Als wij oplossingen bedenken om woningen comfortabeler te maken, de energierekening te verlagen en steden leefbaarder maken, dan verwacht ik dat alle politieke partijen het daarmee eens zullen zijn.”
Wat zijn grote uitdagingen in de bouwsector waar jullie een bijdrage aan kunnen leveren?
Hendriks: “Een aanzienlijk deel van de infrastructuur in Nederland, denk aan wegen, bruggen en tunnels, bereikt het einde van zijn levensduur. Door bestaande infrastructuur te renoveren en verstevigen, verbeter je de kwaliteit. Dat is duurzamer en veel goedkoper dan nieuwbouw. Dat is een typerend voorbeeld waar de hele bouwketen inclusief universiteiten een rol kan spelen. Alleen voor het verstevigen van bestaande bruggen zijn nog geen goede methodes ontwikkeld, daar moet de sector op zoek naar slimme oplossingen.”
Wat zijn belangrijke ontwikkelingen binnen de universiteit die daaraan bij kunnen dragen?
Hendriks sluit af: “Er zijn grote veranderingen gaande in de sector. Ik zie daarin een belangrijke rol weggelegd voor universiteiten. De sleutel ligt bij het maken van impact. Binnen universiteiten betekent dat niet alleen een lijst met publicaties of citaties. Het gaat om belangrijke onderzoeken, interessante projecten en mooie samenwerkingen. Daarmee voorzien we de industrie en de maatschappij van belangrijke innovaties die de wereld van morgen bepalen.”