De Brainportdelegatie bij Waterloo University
Author profile picture

De Nederlandse high tech maakindustrie is in hoge mate afhankelijk van mensen met een specialisatie in systems engineering. Maar juist op dit terrein is weinig aanbod van gekwalificeerd personeel. Ook is de kennis vaak ‘verstopt’ achter de muren van specifieke bedrijven. Om het fundament van de sector te verstevigen zou er meer structuur moeten komen in het vastleggen en verder verspreiden van die kennis.

info

Systems Engineering

Systems engineering richt zich op het ontwerpen, integreren en beheren van complexe systemen gedurende hun levenscyclus.
(wikipedia)

Bijvoorbeeld via de Nederlandse technische universiteiten, die momenteel afgezien van een paar deeltrajecten nog geen complete opleiding in Systems Engineering aanbieden. Om te onderzoeken of daar verandering in kan komen heeft onlangs een delegatie uit Brainport Eindhoven drie Noord-Amerikaanse universiteiten bezocht waar deze opleiding wel bestaat: Waterloo University, Stevens Institute of Technology en MIT Boston. In een drieluik bespreken we de stand van zaken. Vandaag deel 1.

“We zijn hier als het ware ‘kampioen’ in systems engineering, maar het onderhouden en verder innoveren van de systems engineering competenties is niet duurzaam geborgd.”

Rutger van Poppel

Vertegenwoordigers van Brainport Development, het High Tech Systems Center (HTSC) van de TU Eindhoven, Holland Innovative en TNO-ESI namen deel aan de studiereis; het doel was om meer te leren over hoe deze universiteiten systems engineering en systeemdenken in hun programma’s onderwijzen. “Deze reis was een logisch vervolg op eerdere contacten vanuit Brainport” zegt Hans Meeske, CEO van Holland Innovative en een van de deelnemers aan de missie. Zo had missiegenoot Ton Peijnenburg, plaatsvervangend directeur technologieontwikkeling bij VDL ETG en parttime fellow van het High Tech Systems Center, al uitgebreid onderzoek gedaan naar vooraanstaande System Engineering instituten in de VS en Canada. Daarnaast bestond er al een en de samenwerking van Holland Innovative met Waterloo University in kader van Data Science.

Maar het ging er bij deze studiereis niet alleen om kennis te halen, zo zegt Rutger van Poppel, International Business Developer bij Brainport Development. “We konden ook laten zien dat systems engineering een unieke competentie is in de Brainportregio en een enabler voor de verschillende markten waar we machines en equipment in ontwikkelen. Denk daarbij aan precision equipment, semicon, medical, automotive, en energy.”

Lokale specialisten

Ton Peijnenburg kijkt tevreden terug op de studiereis: “Met een kleine groep professionals binnen Brainport hebben we inmiddels de punten benoemd die specifiek zijn voor onze hightech omgeving en daarnaast  hebben we contact gelegd met de lokale specialisten in het veld. Na het bespreken van lokale bijzonderheden, zoals het verschil tussen systeemengineers en systeemarchitecten, zijn we begonnen met het benoemen van de uitdagingen waar bedrijven voor staan en die waarschijnlijk kunnen worden opgelost door betere systems engineering. In volgende sessies zullen we specifieker kijken naar hoe zo’n opleiding voor systems engineers er bij ons uit zou moeten zien.” 

De opvallendste bevindingen van de studiereis:

  • Studenten leren oplossingen te ontwerpen voor complexe uitdagingen.
  • Engineering design programma’s overspannen het hele curriculum met specifieke cursussen per jaar (de “ruggengraat”).
  • Er zijn domeinspecifieke specialisaties voor afstudeerrichtingen (bijv. gezondheidszorg, lucht- en ruimtevaart).
  • Vijf tot tien jaar industriële ervaring is vereist voor de graduate programma’s.
  • Er zijn vervolgopleidingen beschikbaar voor de afgestudeerden.
  • De programma’s maken uitgebreid gebruik van opdrachten uit de industrie zelf.
  • De Systems Engineering vakken worden gegeven door docenten uit de industrie.

Hans Meeske vond met name de open discussies tijdens de studiereis interessant. “We hebben veel geleerd over hoe deze universiteiten en instituten een en ander aanpakken en tegelijk ook veel specifieke Brainportkennis en -uitdagingen kunnen delen. Daar was men ook van onder de indruk!” 

“Geen copy-paste”

Maar het is de deelnemers ook wel duidelijk geworden dat niet zomaar een bestaande opleiding naar Nederland gekopieerd kan worden. “Systems Engineering in luchtvaart of andere specifieke markten is niet zomaar te vertalen naar onze situatie. Maar hier ligt tegelijkertijd ook de kans voor gezamenlijke onderzoeksprojecten. Juist ook omdat het Brainport ecosysteem zo uniek is. Bijna nergens vind je zo’n hoge hightech concentratie op Champions League niveau als in de Brainport. Tegelijkertijd zijn er dus volop interessante onderzoeksgebieden waarop we elkaar kunnen versterken.”

Wat volgens Meeske verder opviel waren de zogenaamde “Co-Ops” van Waterloo University. “Vrij vertaald is dit een challenge based learning traject waarbij studenten in elk studiejaar een praktijkopdracht doen van 5 maanden. De universiteit ondersteunt deze opdracht  en het bedrijfsleven ziet er duidelijk de toegevoegde waarde van in. Dat blijkt onder meer uit hun financiële bijdragen die op zichzelf weer tot nieuwe innovaties, producten en zelfs nieuwe bedrijven leiden. Met als gevolg zelfs een wachtlijst voor de klant om een Co-Ops traject te kunnen bemachtigen.”

Systems Engineering bij Waterloo University:

© Waterloo University

Als al die nieuwe kennis en inzichten ergens toe kunnen leiden, dan is het wel een versteviging van het ecosysteem rond systems engineering, zo is de overtuiging. Van Poppel: “We hebben een groep relevante spelers uit het ecosysteem bij elkaar gebracht, bestaande uit high-tech maakbedrijven en kennisinstellingen. Daarmee gaan we nu de impliciet aanwezige systems engineering processen, expliciet maken. Waar zit gedeelde behoefte? Wat zijn de raakvlakken? Wat voor competenties zijn er juist wel en juist niet nodig?”

De antwoorden op die vragen moeten leiden tot meer inzicht in hoe de bedrijven systems engineering in de organisatie toepassen. “We kunnen het in de regio heel goed, maar de werkwijzen zijn autodidactisch ontstaan binnen individuele organisaties en daarmee niet expliciet beschikbaar”, constateert Rutger van Poppel. “Daarmee is die kennis niet makkelijk over te brengen binnen de organisatie, richting nieuw talent en in de toeleverketen. Als we dit expliciet kunnen maken en hier activiteiten zoals trainingen, evenementen en opleidingen op kunnen ontwikkelen, dan kunnen we de leercurve versnellen.” 

Volgende week deel 2 van dit drieluik.