De vraag naar technologische producten in de wereld groeit structureel door digitalisering, elektrificatie en de doorbraak van kunstmatige intelligentie. Als gevolg daarvan is de techsector over de afgelopen jaren de groeimotor van de totale Nederlandse industrie geworden en trekt zij nu de groei van de hele industrie omhoog. Maar structurele personeelsschaarste blijft de sector dwarszitten. Productiviteitsgroei lijkt daarop het enige antwoord.
Dit blijkt uit een publicatie over het groeivermogen van de technologische industrie van ING Research.
In ruim 50 jaar is het aandeel van de industrie in de economie meer dan gehalveerd, maar vooral door de groei van de technologische industrie, is haar aandeel in de economie toegenomen van 10,7% in 2013 tot 12% in 2023. Het halfgeleidercluster profiteerde hier het meeste van: zo wonnen Nederlandse chipmachinefabrikanten snel terrein met inmiddels een omzetaandeel van meer dan 60% – grotendeels afkomstig van ASML (50%) – in de machine-industrie, de grootste technologische groeibranche. De uitgangspositie is sterk: de technologische industrie is in Nederland bovenmatig gerobotiseerd en heeft met 205 robots per 10.000 werkzame personen zelfs de hoogste robotiseringsgraad van de grote westerse industrielanden. Bovendien er is nog voldoende groeipotentieel, schrijven de onderzoekers.
Vernieuwing nodig
Om dat groeipotentieel te benutten zijn wel verdere productiviteitsverhogende technologische vernieuwingen nodig, omdat de personeelsschaarste in de sector steeds groter dreigt te worden. Na het versoberen van de expatregeling, wordt dit mogelijk nog versterkt door verscherpte eisen voor arbeids-, studie- en kennismigranten. Dit vraagt van bedrijven en overheden nóg intensievere kennissamenwerking en meer investeringen in R&D. Daarbij is meer schaalgrootte voor veel technologische maakbedrijven een voorwaarde om de toenemende kosten te kunnen dragen.
Gert Jan Braam, ING Sectorbanker Industrie: “Technologieproducenten hebben bewezen de nieuwe groeimotor van de Nederlandse industrie te zijn. Maar die groei kan alleen worden vastgehouden met een steile innovatiecurve. Voor bedrijven die zich meer aan het begin van productieketens bevinden is daarbij doorgaans veel winst te behalen met het optimaliseren van processen via bijvoorbeeld robotisering en digitalisering. Aan het eind van de keten kunnen eindproducenten juist sneller groeien door de marktwaarde van hun productaanbod via productinnovaties te vergroten.”
De technologische maakbedrijven zijn de afgelopen vijf jaar met gemiddeld bijna 6% groei per jaar dan ook een echte groeimotor van de industrie geworden. Binnen de technologische industrie zijn vooral de deelsectoren machines (+12% per jaar), overige transportmiddelen (+7%) en elektrische apparaten (+4%) hard gegroeid. Over een periode van twaalf jaar bezien, hoort ook de elektronische apparaten- en componentenindustrie bij de vier technologische deelsectoren die het sterkst gegroeid zijn.
Personeelsschaarste blijft grootste knelpunt
Vooruitstrevende bedrijven uit de technologische industrie zien dan ook niet zozeer de vraag, maar veel meer de tekortschietende capaciteit als structurele belemmering. Netcongestie is een groeiend probleem, maar ook de fysieke ruimte die nodig is voor bedrijfsgebouwen en woningen voor medewerkers schiet vaak tekort. Ook de in Nederland zeer hoge netwerktarieven en toename van (Europese) regeldruk wordt veelal als knelpunt ervaren. De grootste beperkende factor voor toekomstige groei vinden industriële ondernemers echter de toenemende personeelsschaarste.
In tegenstelling tot veel andere landen is Nederland van plan, na het versoberen van de expatregeling, de eisen voor arbeids-, studie- en kennismigranten verder aan te scherpen. Daardoor zal de toekomstige groei van de technologische industrie nog meer van productiviteitsverhogingen afhangen en is het voor industriebedrijven dus noodzaak om nog nadrukkelijker in te zetten op proces- en productinnovaties.