Bij didrupties gaat het om het veranderen van de traditionele manier waarop een industrie of een markt werkt door middel van nieuwe methoden of technologie. De uitvinding van het wiel, de industriële revolutie en het internet behoren allemaal tot de categorie van disrupties, of ‘ontwrichtingen’ in beter Nederlands. Na zo’n moment verandert de status quo op de een of andere manier, ten goede of ten kwade. Wat zijn, nu de mensheid verder groeit, de disrupties die de geschiedenis zullen herschrijven?
De tweede editie van het Festival of Disruption probeerde deze vraag te beantwoorden. Het evenement, georganiseerd door Eindhoven Engine – de innovatie accelerator opgericht door de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), Fontys Hogeschool en onderzoeksinstituut TNO – toonde een breed scala aan technologieën. Gedurende het hele festival werden de projecten getoond die binnen de accelerator en de universiteiten werden ontwikkeld.
In de zalen van het Disruptor-gebouw van de TU/e-campus vonden keynotes, workshops en pitches plaats. Bezoekers konden meer te weten komen over technologieën die energie, slimme mobiliteit en gezondheidszorg gaan ontwrichten. Nu de klimaatverandering voor de deur staat, zijn er nieuwe disrupties nodig, zo werd het publiek verteld.
Architectuur is disruptie
Keynote spreker Floris Alkemade bekeek disruptie vanuit het perspectief van transformatieve verandering. Hij sprak over het waarom en hoe. Waarom zo’n verandering nodig is was duidelijk – de vele complexe problemen waar de wereld tegenwoordig mee te maken heeft – en het hoe vertaalde hij als architectonisch denken. De gerenommeerde architect en stedenbouwkundige maakte de balans op van alle uitdagingen die voor ons liggen en geloofde dat architectonisch denken kan helpen om ze aan te pakken. “We weten dingen, we kunnen ontwerpen, maar we betreden onbekend terrein en daarom hebben we transformatieve verandering nodig. Verbeeldingskracht en ontwerpend denken zijn vaardigheden die politici niet hebben en die onze maatschappij op dit moment nodig heeft”, stelde hij.
Nu de wetenschap om een revolutie vraagt, is de tijd gekomen om “onze fundamenten” te heroverwegen, zei de architect. Geboortebeperking, bevruchting en industrialisatie zijn enkele van de voorbeelden die Alkemade noemde, die benadrukte hoe “de komende decennia worden bepaald door de vragen die we onszelf stellen”.
Een van de vragen die de architect aan het denken zette, was of de mensheid kan produceren en consumeren zonder sporen achter te laten. Om antwoorden te vinden stelde hij voor om onze manier van denken om te keren. “Kijk niet naar wat je kunt doen; definieer wat je wilt.” Desondanks gelooft hij dat er verandering aan de gang is – hij zinspeelde op de emissiereductie – “zorg ervoor dat het doorgaat,” waarschuwt hij, waarbij hij aantekent dat elke vertraging geldverspilling is.
Energieonafhankelijkheid met de slimme schuur
In een van de workshops werd de Smart Heat Shed gepresenteerd. Dit project combineert twee doorbraken: een warmtegevel en een warmtebatterij. Beide ontdekkingen komen van TNO en worden nu ontwikkeld door spin-off bedrijven Calosol en Cellcius. De buitencoating van de loods vangt luchtwarmte op en gaat vervolgens naar een aangesloten warmtepomp die de temperatuur verhoogt. Overtollige energie wordt vervolgens opgeslagen in de warmtebatterij.
Het project wil een oplossing bieden voor de voortdurende transitietijd, door vier huishoudens te voorzien van duurzame verwarming en koeling. Wanneer de drie puzzelstukjes met elkaar verbonden zijn, kan het systeem zelfvoorzienend worden, waardoor het elektriciteitsnet wordt ontlast. De technologie is echter nog verre van perfect en is nog in ontwikkeling.
Daarom werden de aanwezigen tijdens de workshop, nadat ze het initiatief hadden geïntroduceerd en bezoekers de kans hadden gekregen om het in het echt te zien, uitgedaagd om er verder over te discussiëren. De voor- en nadelen en de integratie in bestaande ruimtes waren enkele van de gespreksonderwerpen. Voorlopig zien onderzoekers de slimme schuur als een optie voor nieuwe gebouwen en gebouwen die gerenoveerd moeten worden, waarbij de beste manieren worden onderzocht om het verlies van leefbare ruimte te beperken.
Brullende motor
Diverse projecten van de Eindhoven Engine werden getoond in breakout rooms, verdeeld per onderwerp. Een daarvan is het aandrijven van de elektrische luchtvaart. Het PowerLift-project doet onderzoek naar duurzame batterijen voor elektrische vliegtuigen. Deze batterij moet een lange levensduur hebben en voldoende energie kunnen opslaan. Bij het initiatief zijn Tulip, dat accupakketten voor de lucht- en ruimtevaart ontwikkelt, celproducent LeydenJar en dronefabrikant Wingtra betrokken.
Een ander project liet zien wat we kunnen leren van wombats. Pasgeboren wombats, buideldieren die oorspronkelijk uit Australië komen, blijven vijf maanden in de buidel van de moeder en kunnen tot twee jaar bij hun moeder blijven. Na de geboorte krijgen mensenbaby’s ook te maken met een grote overgang. Voor premature baby’s is deze overgang te snel omdat het zware eisen stelt aan de onvolgroeide organen van de pasgeborene. Wombath werkt aan een kunstmatige baarmoeder die de ontwikkeling van deze baby’s ondersteunt.
Op het gebied van slimme steden was een van de gepitchte projecten Brains4Buildings. Binnen de gebouwensector, goed voor 36 procent van ons energieverbruik, verbruiken warmte-, ventilatie- en airconditioningsystemen (HVAC) een groot deel van deze energie. Daarom werkt Brains4Buildings aan een slim systeem om het energieverbruik te stroomlijnen. Het doel is om een zelflerende module te hebben voor het monitoren en diagnosticeren van klimaatsystemen in grote woningen. Naast een efficiënter gebruik van energie zou de module ook de luchtkwaliteit en het onderhoud verbeteren.