AI-generated image
Author profile picture

Acht jaar. Zo lang heb ik mijn klankkast met zes snaren niet aangeraakt. Ooit was ik bezeten van mijn gitaar. Mijn elektrische Gibson en ik speelden in een meidenband; we schreven onze eigen nummers. Ook traden mijn zus, toen conservatoriumzangeres, en ik op als akoestisch duo tijdens bruiloften. Op de een of andere manier verveelde Country Roads nooit. Toen ik besloot om mijn hobby naar het volgende niveau te tillen en daadwerkelijk muziek te gaan studeren – er moesten toonladders en muziektheorie geleerd worden – gebeurde het onvermijdelijke: de vonk doofde uit. 

Tot vorige week. In de hoek van de kamer zag ik hem weer staan – mijn oude akoestische vriend, bedekt met een dikke laag stof; de snaren dof ogend. Maar verder nog altijd in staat om ‘zijn kunstje’ te doen.

Dus ik besloot ‘m weer eens op te pakken. Ik ben nooit een groot fan geweest van noten lezen, iets wat mijn gitaarleraren als een gebrek beschouwden. Liever deed ik alles op gehoor en speelde ik nummers uit mijn hoofd. Achteraf gezien heeft dat me juist iets opgeleverd: de nummers van vijftien jaar geleden zweven nog steeds ergens in mijn geheugen. Al moet ik toegeven dat ik roestig ben geworden. Neem Tommie Emmanuel’s versie van Classical Gas dat ik een decennium geleden (probeerde te) leren. Het begin lukt me nu nog: het loopje op het A-akkoord, dan door naar de G. Maar daarna stokt het. De rest ben ik kwijt.

Soms zou ik willen dat de nummers, waar ik ooit zo hard op studeerde, nog steeds direct voor het grijpen lagen. Zou dat in de toekomst mogelijk zijn met behulp van technologie? Oftewel: hoe zou de wereld eruitzien, als… we muziek direct konden uploaden in ons hoofd?

Een neurointerface

AI-generated image

Muzikanten van de toekomst hoeven zich geen zorgen meer te maken over een falend geheugen. Zij hebben een neurointerface geïmplanteerd—een klein apparaatje dat achter het oor wordt geplaatst. Een netwerk van minuscule elektroden staat direct in verbinding met de neuronen die verantwoordelijk zijn voor geheugen en motoriek. Door specifieke neurale paden te stimuleren, activeert de interface opgeslagen muzikale informatie. Moeiteloos kun je oude nummers, die je ooit zo goed onder de knie had, weer oproepen. Of het nu gaat om gitaristen, violisten of pianovirtuozen: voor professionele muzikanten is deze technologie onmisbaar geworden. Heerlijk, geen valse taferelen meer midden in “Sweet Home Alabama” door een vergeten akkoord.

Jimi Hendrix en B.B. King

De interface bevat bovendien een tweede nuttige optie. Je kunt namelijk ook de hersenpatronen van legendarische muzikanten ‘downloaden’. Plotseling beschik je over hun techniek, improvisatiestijl en jarenlange ervaring—allemaal direct beschikbaar in jouw brein. Een nieuw nummer leren vergt geen maanden meer; slechts een paar seconden zijn genoeg. Iedereen is binnen no-time een Jimi Hendrix. 

Maar wat gebeurt er eigenlijk met de authenticiteit van muziek, als vaardigheden zo gemakkelijk gedeeld en gekopieerd kunnen worden? Wat blijft er over van het idee van originaliteit, als iedereen toegang heeft tot dezelfde virtuositeit? Is een blueslick van B.B. King dan nog van hem, of van de miljoenen die het in hun hoofd kunnen oproepen?

In de toekomst ligt de oplossing voor deze auteursrechtelijke en ethische uitdagingen in de ontwikkeling van persoonlijke muzikale ‘handtekeningen’. Er wordt een uniek, digitaal profiel gecreëerd van elke muzikant’s stijl, techniek en creatieve expressie. Deze informatie ligt allemaal opgeslagen in specifieke hersenpatronen die de interfaces oppikken. Dit muzikale profiel wordt opgeslagen in een beveiligde blockchain-achtige structuur. Probleem opgelost.

Kampvuurervaring

Natuurlijk willen we ook muziek blijven maken zoals vroeger, zonder technologische hulpmiddelen. Hoewel de neurointerface ons in staat stelt om kraakheldere noten te spelen, blijft het toch iets magisch hebben: muziek maken op een authentieke manier. Net zoals je niet altijd een potje schaak wilt spelen met een geavanceerde schaakcomputer naast je. How boring. Tijdens non tech-avonden, met een beveiligingscheck aan de deur die controleert dat de neurointerfaces echt uit staan, ervaren we muziek weer een beetje op dezelfde manier zoals we afgelopen honderd jaar deden. Of zoals onze voorouders dat deden aan het kampvuur.

Stijve vingers

Een echte gitaarvirtuoos ben ik nooit geweest. Ik heb niet de ambitie om de nieuwe Jimi Hendrix te worden. Maar als ik de beschikking had over zo’n mooie neurointerface, zou ik het apparaatje zonder twijfel aansluiten, puur om het nummer van Tommy Emmanuel weer in mijn vingers te krijgen.

Ik sla maar weer aan het oefenen. Die vingers van mij voelen in ieder geval al een stukje soepeler dan vorige week!