Author profile picture

Innovation Origins spreekt geregeld met innovatiebazen, toonaangevende mensen die hoog op de innovatieladder staan. Michael Tagscherer is sinds juli 2019 Chief Technology Officer (CTO) bij de in München gevestigde veiligheidstechnologiegroep Giesecke+Devrient (G+D). Een compleet nieuwe positie. Tagscherer is computerwetenschapper en doctor in de elektrotechniek. Hij hield zich intensief bezig met neurale netwerken en data-analyse. Hij werkt sinds 2001 voor G+D, waarvan een groot deel van die tijd in het productmanagement. Hij bracht ook enkele jaren in Azië door. Voor hem is technologie een ‘business enabler’. Een andere manier om nieuwe producten en diensten aan te bieden. Het is niet altijd een nieuwe techniek die een nieuwe dienst mogelijk maakt. Het is veelal meer een een duidelijke visie op de toekomst van de markt. Hem is een ding duidelijk: ‘Identiteitscontrole en gegevensbeveiliging zijn voor de komende jaren de belangrijkste kwesties’.

Eén CTO voor de hele G+D-groep. Waarom?

Onze onderneming rust op de volgende pijlers: producten en oplossingen bieden voor veilige betalingen in de fysieke, elektronische en digitale wereld. En producten en oplossingen bieden voor het beveiligen van digitale verbindingen tussen mensen en machines op het internet. Ook ondersteunen we overheden wereldwijd met betrouwbare, geïntegreerde identiteitsoplossingen en beschermen we datanetwerken en kritische infrastructuren tegen misbruik van gegevens. Hoe verschillend de onderwerpen die we in onze kerngebieden behandelen ook zijn, de basistechnologieën zijn vergelijkbaar. De nieuwe centrale positie van een CTO geeft ons de mogelijkheid om eisen te bundelen over de divisies heen en nieuwe oplossingen te stimuleren in de groep. Het internet van de dingen (IoT), kunstmatige intelligentie (artificial intelligence ; AI), zelflerende systemen, schaalbare beveiliging, beveiligde besturingssystemen, biometrie, ‘verspreid grootboek’ (distributed ledger technology), blockchains, enz. Het zijn allemaal onderwerpen die de hele groep aangaan.

 

 

Hoe gaat u als groep de uitdaging van innovatie aan?

Heel klassiek doen we dat door middel van onderzoek en ontwikkeling (R&D). Dat vindt op een hoog niveau plaats binnen de verschillende divisies. Tegelijkertijd zijn we altijd op zoek naar strategische overnames die onze core business versterken.

Sinds de zomer van 2018 zijn we ook actief op de durfkapitaalmarkt. Dit betekent dat we investeren in start-ups met ideeën die bij ons passen. In tegenstelling tot de gevestigde spelers, kunnen start-ups onderwerpen veel onpartijdiger benaderen en zijn ze daarom vaak veel sneller.

We hebben dit soort onpartijdigheid als het ware intern geïnstitutionaliseerd met een onafhankelijke eenheid voor digitalisering. ‘advance52’ is een interne incubator en accelerator die ideeën onafhankelijk van de dagelijkse gang van zaken test. Op de agenda van dit kleine team staan momenteel 100 procent onderwerpen die afkomstig zijn van de business units, of die zijn ontwikkeld in de loop van ‘Ideation-activiteiten’  met de business units. Deze moeten nu in een proces van meerdere fasen hun marktpotentieel bewijzen. De nu gerealiseerde bundeling op mijn afdeling van de technische verantwoordelijkheden is de laatste strategische stap om  klaar te zijn voor het onderwerp innovatie.

Zijn er al resultaten met betrekking tot de interne ideeëncubator?

We zijn begonnen met een relatief eenvoudig onderwerp op het gebied van contact geld. Tot nu toe verliep de verkoop van geldsorteermachines voornamelijk via analoge kanalen. Dit zal het geval blijven met de grote sorteermachines voor bankbiljetten die zich bij de centrale banken van de wereld bevinden. Naast de grote machines maken echter ook tafelmodellen deel uit van de portfolio. Deze worden gebruikt door kleinere bankfilialen, casino’s en supermarkten. Het team heeft voor dit segment een webshop ontwikkeld, om zo een breder klantenbestand aan te spreken. En als de webshop eenmaal draait, kunnen via dat kanaal ook andere producten worden verkocht.

Een ander voorbeeld. ‘advanced52’ heeft een systeem ontwikkeld op het gebied van identiteitsmanagement. Je kunt op die manier bijvoorbeeld met je smartphone een nieuw paspoort aanvragen. Het identificatieproces verloopt rechtstreeks via je mobiele telefoon. Je hoeft dus niet meer naar het gemeentehuis te gaan en daar iets te ondertekenen. Een goede stap in de richting van een digitale overheid en een duidelijke vereenvoudiging van administratieve procedures.

Dat is zeker een zinvolle innovatie. Maar waarom heb je daar een onafhankelijke eenheid voor nodig?

Een probleem ligt vaak in de transformatie van de analoge naar de digitale wereld en de daarmee gepaard gaande generatie van nieuwe business modellen. Deze kunnen worden gezien als concurrentie voor, of mogelijke kannibalisering van het bestaande bedrijf. Tot op zekere hoogte is dit ook het geval. Niet elke verkoper is blij als een klant de producten die uitsluitend via hem of haar zijn verkocht, plotseling ook via andere kanalen kan betrekken.

Ik zal een nog duidelijker voorbeeld geven. Het begint met een eenvoudig idee en eindigt met een enorme verandering in het business model. De meesten kennen het nog wel. Na het ondertekenen van een nieuw contract voor je mobiele telefoon, plaatste je de SIM-kaart in je toestel. En vervolgens moest je met de hand allerlei gegevens invoeren om verbinding te kunnen maken met het netwerk.

We zeiden toen al: dat duurt lang en het is storingsgevoelig. We kunnen dit proces ook bij de telecom-provider op de achtergrond laten draaien. Die service bieden wij nu. Wanneer je nu een nieuwe SIM-kaart in een mobiel apparaat plaatst en deze activeert, ontvangen wij een bericht. Wij laden zonder dat de gebruiker dat merkt, op de achtergrond de configuratie die overeenkomt met de versie van het besturingssysteem en het contract van de gebruiker. We doen dit momenteel voor ongeveer 1,5 miljard mobiele telefoons over de hele wereld.

Ook op het gebied van SIM bieden we iets dergelijks voor de mobiele operators zelf. Als back-end systemen moeten worden geconverteerd, andere configuraties op SIM-kaarten nodig zijn, nieuwe sleutels moeten worden uitgerold, etc., dan nemen wij het beheer over. Momenteel doen we dit voor 3,5 miljard SIM-kaarten wereldwijd.

En wat is dan anders dan de bestaande praktijk?

In de volgende stap hoef je geen SIM-kaart meer te plaatsen. Die zit al in het apparaat ingebouwd. De rest gebeurt draadloos op de achtergrond. Voor een bedrijf als het onze, dat zeer succesvol is in de traditionele SIM-business, kan de embedded SIM-technologie en het eSIM-beheer natuurlijk een negatieve invloed hebben op de standaard SIM-business.

G+D heeft zich niettemin op het gebied van de eSIM-technologie begeven. Waarom dan?

In de eerste plaats zijn er toepassingen waarvoor verwijderbare SIM-kaarten slechts in beperkte mate geschikt zijn. In het automotive segment bijvoorbeeld vereisen klimatologische en mechanische omstandigheden, zoals temperatuur, vochtigheid of trillingen, SIM-kaarten die stevig vast zitten. Dit betekent dat de embedded oplossing hier een betrouwbaar en soms noodzakelijk alternatief is.

De beoordeling van de toekomstige ontwikkelingen in de markt was echter veel doorslaggevender. Tegenwoordig zijn veel mensen als vanzelfsprekend via de mobiele telefoon verbonden met het internet. Naar ons idee gaat dat net veel meer apparaten om ons heen gebeuren. Door het internet van de dingen (IoT) stijgt het aantal gebruikers van het netwerk explosief. En je weet bij de aanschaf van een apparaat nog niet bij welke provider je daarna een internettoegang wilt afsluiten. nog steeds niet welke provider u later zult gebruiken om het contract voor de netwerkverbinding te ondertekenen wanneer u het apparaat koopt. Dat bracht ons op de gedachte om het de hardware moet loskoppelen van het besturingssysteem van de SIM-kaart. We zijn met dit idee klein begonnen; met slechts één klant. Vandaag de dag draait het systeem feilloos op miljoenen van zijn huidige eindapparaten, zoals smartphones, tablets en wearables.

En stuitte het intern op weerstand?

Ja, nou en of. Het ging niet in de eerste plaats om technische mogelijkheden, maar om zakelijke perspectieven. Maar kijkend naar de toekomst was het voor alle betrokkenen duidelijk dat de technologie onvermijdelijk zou doorbreken en dat wij daarbij moesten zijn. Een heel belangrijk punt in zo’n situatie: van meet af aan de hieraan gekoppelde risico’s bespreken en samen nadenken over hoe je het met elkaar tot een succes kunt maken.

U zet nu deze techniek in bij andere branches en voor nieuwe diensten?

Precies. Zo kreeg een van onze klanten, een autofabrikant, een aantal klachten in een van zijn verkooplanden omdat de geadverteerde connectiviteitsdiensten niet werkten. Om dit probleem op te lossen, hebben we een extra servicetoepassing op de vast ingebouwde eSIM-kaarten geladen. Dit stelde ons in staat om netwerkrelevante parameters te traceren en achter de oorzaken van de fouten te komen. Op basis van onze gegevens was de autofabrikant in staat om met de mobiele netwerkoperator het probleem snel op te lossen . In dit geval was de eSIM-technologie de voorwaarde voor het  überhaupt kunnen aanbieden en snel uitrollen van zo’n kwaliteitsservice.

Wat zijn vanuit uw oogpunt de spannendste technische ontwikkelingen op dit moment?

Naar schatting zijn er tegen 2023 met ongeveer 35 miljard netwerkapparaten. Een eenvoudige rekensom. Als het ons gemiddeld 20 minuten kost om een van deze apparaten vandaag op het netwerk aan te sluiten, dan zouden we met de huidige middelen ongeveer 1 miljoen jaar nodig hebben om dit enorme aantal apparaten operationeel te maken. Met andere woorden, dit proces zal in de nabije toekomst sterk geautomatiseerd moeten worden in vergelijking met de huidige procedures. Digitale identiteiten van zaken en gebruikers en hun veilige identificatie en authenticatie gaan hierbij een belangrijke rol spelen.

Als de apparaten eenmaal in grote aantallen op het netwerk zijn aangesloten, produceren ze enorm spannende gegevens. Dat kan op zijn beurt weer worden gebruikt als basis voor nieuwe bedrijfsmodellen. Dit zijn vragen die we ons hier moeten stellen: Kan ik de gegevens überhaupt vertrouwen, waar komen ze vandaan, wie heeft er toegang toe, hoe zorgen we ervoor dat niet iedereen met de firmware knoeit? Het beheer van apparaten en identiteiten, connectiviteit, beveiliging, data-analyse, machinaal leren – van de hardwarekant zou ik ook kwantumcomputers willen noemen – zijn naar mijn mening de belangrijkste kwesties die ons de komende jaren zullen bezighouden.

Hier lees je alle verhalen in de reeks met innovatiebazen.