About HTEX
- Founders: Niek Hokken, Rien Otto (CLS-TEX), Piet Goossens (Heigo) en Sjaak van Koten (SKM)
- Founded in: 2019
- Employees: 4 en indirect de mensen die bij aangesloten bedrijven werken
- Money raised: 1 miljoen euro exclusief eigen investeringen
- Ultimate goal: De enorme impact die de kledingindustrie heeft op het milieu terugdringen.
Na olie is de mode-industrie de meest vervuilendste industrie ter wereld. Om een T-shirt te produceren is 2700 liter water nodig. Die hoeveelheid water is genoeg om één persoon voor 2,5 jaar van drinkwater te voorzien. En dan hebben we het nog niet eens over alle microplastic, koolstofemissies en torenhoge bergen van textielafval.
Het motto van start-up HTEX is dat we niet meer grondstoffen nodig hebben, maar beter moeten worden in het omzetten van ‘oude’, gebruikte grondstoffen naar nieuwe grondstoffen. Het bedrijf ontwikkelde een recyclingtechniek waarmee kledingafval kan worden omgezet in grondstoffen. Hun chemische recyclingmethode breekt polyesterkledingstukken af naar de oorspronkelijke grondstoffen voor polyester: ethyleenglycol en tereftaalzuur. Hier kan dan opnieuw kleding van gemaakt kan worden. “Waar de aarde twintig miljoen jaar voor nodig heeft, doen wij in twintig minuten”, vertelt CEO Niek Hokken in deze aflevering van start-up of the day. HTEX focust eerst op polyester, maar deze technologie kan in principe alle textielsoorten omzetten naar grondstoffen.
Afvalbergen van textiel
Het idee ontstond toen medeoprichter Rien Otto 25 jaar geleden Ethiopië bezocht. “Otto zag dat er bergen textiel werden gedumpt. Hij vond dat niet kunnen en is begonnen met experimenteren in circulaire businessmodellen. Hiermee is hij een van de grondleggers van circulair werken in de textielketen. Veel van die experimenten later komen de technologie en een goed werkend businessmodel nu samen in HTEX.” Samen met CLS-Tex en Heigo, producent van werk- en bedrijfskleding, biedt de start-up een kant-en-klare oplossing voor het recyclen van kledingproducten. CLS-Tex is verantwoordelijk voor de logistiek van gebruikt textiel, dat door HTEX verwerkt wordt, waarna de nieuwe grondstoffen via CLS-Tex terechtkomen bij partners die er garen of kleding mee produceren. HTEX is een samenwerkingsverband tussen CLS-Tex, Heigo en SKM Machinebouw.
Hydropyrolyse technologie
Het omzetten van gebruikte kleding naar grondstoffen gaat via de hydropyrolyse technologie. Een techniek uit de jaren tachtig, waarbij textiel wordt ‘gekraakt’ en wordt omgezet in bruikbare grondstoffen. In een reactor vallen de kledingstukken bij een hoge temperatuur en onder hoge druk uiteen in moleculen.
“Die reactor is geen rocket science. Niet meer althans. De uitdaging lag bij het voorbereiden van het materiaal voordat het de reactor in gaat, zodat het reactieproces zo efficiënt mogelijk verloopt. En bij het omzetten naar een continuproces, zodat we minder energie nodig hebben.”
Paspoort voor kledingstukken
De start-up focust zich dus eerst op bedrijfskleding. Het voordeel van deze branche is dat er door goede samenwerking met partners, precies bekend is welke stoffen er in de kleding verwerkt zit en aan welke eisen het eindproduct moet voldoen. Als alles volgens plan verloopt, opent HTEX eind dit jaar de eerste machinelijn in Gendt. Op deze faciliteit kan dagelijks achtduizend kilo textiel verwerkt kan worden.
In de ideale wereld zou elk kledingstuk een paspoort hebben waarin staat uit welke stoffen het bestaat. CLS-TEX en Heigo zorgen ervoor dat alle kledingstukken die ze produceren wél zo’n paspoort heeft. “Zo weten we zeker wat er wordt verwerkt.”
Voor nu zijn er nog bergen kleding waarvan de grondstoffen onbekend zijn. Om ook dat afval een bestemming te geven, ontwikkelt CLS-TEX op dezelfde locatie een tweede productielijn. “Dan kun je oud plastic en textiel met elkaar mengen, het verwerken tot granulaat op zo’n manier dat je er bijvoorbeeld platen of planken van kan maken.”
Voordat alle afvalbergen van sokken, broeken en T-shirts een bestemming hebben, is er nog een lange weg te gaan. In Nederland is de doelstelling om in 2030 minimaal dertig procent te produceren van gerecyclede grondstoffen. Op dit moment is dat nog minimaal.
Lokale productie
“Ons doel is niet om de grootste afvalverwerkingssite van de EU te worden. We willen lokaal, dus op de plek waar het afval zich bevindt, met relatief kleine units werken. Er dáár grondstoffen van maken. Dan ben je circulair bezig.” Het bedrijf wil concurreren met de prijzen van nieuwe grondstoffen, terwijl het energie bespaart en de CO2-uitstoot vermindert.
Veel gepraat, weinig actie
Hokken ergert zich eraan dat er in Nederland zoveel over circulariteit wordt gepraat, maar dat er weinig gedaan en gefaciliteerd wordt. “In ons land geven we meer geld uit aan circulaire praatclubs dan aan praktische initiatieven. Wij zijn gestopt om bij ieder overleg aan te schuiven, want daar heb je zowaar een dagtaak aan. Wij willen het nu laten zien, zo snel mogelijk. En vanuit daar weer verder praten.”
“In ons land geven we meer geld uit aan circulaire praatclubs dan aan praktische initiatieven. Wij zijn gestopt om bij ieder overleg aan te schuiven, want daar heb je zowaar een dagtaak aan. Wij willen het nu laten zien.”
Niek Hokken
Transparante communicatie
Om kleding te recyclen, moet de modeketen opnieuw georganiseerd worden en transparant communiceren. “Je kunt een materiaal nooit goed recyclen als je niet weet welke ingrediënten er zijn gebruikt. We moeten weten wat erin gaat, om te kunnen sturen op wat eruit komt. Maar je kunt ook geen goede samenwerking tot stand brengen als partijen uit de keten verschillende marges hanteren. Stel: de grondstoffen voor een sportschoen kosten 1 euro, het produceren van een eindproduct kost 5 euro, maar de schoen gaat over de toonbank voor 140 euro. Zo werkt onze consumptiemaatschappij, maar in een circulaire kringloop past dat gewoonweg niet. Daar moeten partners uit de keten elkaar tegemoet komen.”
Al is er nog een lange weg te gaan, Hokken ziet dat er steeds meer partijen meewillen in de keten en bereid zijn om concessies te doen. “Ik merk een verschuiving. Daar ben ik heel trots op. Toen we begonnen met HTEX was het roepen in een woestijn, die tijd is voorbij.”