Zo’n 1700 populieren staan er tussen Best en Boxtel langs de A2. Maar na 30 jaar groeien is het volgens Rijkswaterstaat tijd om ze te kappen. Een buitenkansje, zo denken de bedenkers van het project Dutch Mountains in Veldhoven. Want wat ooit moet leiden tot het grootste houten gebouw ter wereld kan deze 2000 kuub hout heel goed gebruiken – zeker omdat dat een ecologisch voordeel oplevert ten opzichte van hout dat vanuit het buitenland geïmporteerd wordt.
Dutch Mountains initiatiefnemer Lennart Graaff is inmiddels in gesprek met de actiegroep “We Houden Jullie Hier“, die zich hard maakt voor de lokale verwerking van de bomen. “Ergens is het zonde dat de bomen gekapt worden, want zelfs tot in Tokio praten ze over onze peppels”, staat op de website van de actiegroep. “Maar van de andere kant: de populier is een productieboom, altijd geweest, en na 30 jaar wordt die vervangen door nieuwe populieren. Gelukkig groeien populieren zo hard, dat we de kap over een paar jaar al weer vergeten zijn.”
Achter “We Houden Jullie Hier” zitten zes houtbedrijven. Ze zijn het initiatief gestart omdat ze zich zorgen maken dat “dit prachtige hout” naar China of India geëxporteerd wordt. De zes laten het niet bij een constatering; ze doen ook een oproep om met ideeën te komen: “Maak je idee aan ons kenbaar en wij houden op de kaart bij hoe vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd.”
Dat was voor Graaff reden genoeg om zich te melden. “We zijn warm supporter van dit initiatief en we zijn met ze bezig een onderzoekje op te starten of het hout geschikt is voor The Dutch Mountains. We willen zo snel mogelijk hierover doorpraten met Rijkswaterstaat. Het zou toch prachtig zijn als we voor The Dutch Mountains het hout uit de regio kunnen halen!”
Waar dat rond eind 2020 toe moet hebben geleid is te zien op onderstaande illustratie van Studio Marco Vermeulen: