Ik ben ‘n verwende gast! Uitroepteken! Althans dat werd me vorige week verweten. Op een feestje. Ik besefte het zelf natuurlijk niet. “Hebben jullie geen IPA?” hoor ik mezelf nog vragen toen de flesjes Bavaria op tafel gezet werden. “Of eventueel een ander speciaal biertje?”. Nee, het was óf pils óf fris. Óf vertrekken. Ik koos pils voor mijn geld en zag teleurgesteld af van mijn overdosis hop.
Dat verwennen was erin geslopen tijdens enkele recente trips naar de Verenigde Staten, daar waar de speciaal-bier cultuur al langere tijd bloeit en nog steeds groeit. Ik had me er verwonderd over de levendigheid en innovatie van de bier-cultuur. Niet de Coors en Bud Lites trokken de aandacht, maar de vele micro-brouwerijen die allemaal op ambachtelijke manier hun eigen bier brouwen. Craft-beer. Zoveel te zien. Zo veel te ontdekken. Nog meer te proeven. Waarom had ik dit niet eerder ontdekt?
Het was óf pils óf fris. Óf vertrekken.
Thuis, in Eindhoven, hoefde ik gelukkig niet terug te vallen op het traditionele en jarenlang beproefd consumptie-patroon van een Trappist of een Witbiertje. Met de komst van de brewpub naar Eindhoven kon ik me makkelijk verder ontwikkelen, of bederven, tot een blijkbaar verwende gast.
Met de opening, vorig jaar al, van Van Moll aan de Keizersgracht en de recente toevoeging van Stadsbrouwerij Eindhoven in het voormalige Schellens-pand, heeft de brewpub in het Eindhovense zijn intrede gemaakt. Een Gloeilamp prijkt op het etiket van een nieuw Eindhovens biertje juist op het moment dat de Gloeilamp de stad meer en meer de rug toekeert.
De brewpub: bier drinken daar waar het gebrouwen wordt. Exclusief bier op de tap verkrijgbaar. De monniken mét habijt hebben plaats gemaakt voor de de jonge ondernemer mét eventuele bijpassende baard en/of tattoo. De abdij vervangen door een locatie midden in de stad. Alles komt samen in een sfeer die dag en nacht verschilt van de traditionele kroeg. Relaxed wat biertjes proeven vs. ‘pils vatten’. Kijken, ruiken, proeven, niet spugen, en bespreken. Bier lijkt het nieuwe wijn te zijn. Hop is hip.
Lees ook: Eindhovense brouwers aan het woord
Echter het doorbreken van het traditionele doorzakken bleek toch nog wel enig kruim te kosten. Verder willen kijken dan het traditionele pilsje betekent de tanden op elkaar, figuurlijk dan, en jezelf uit je comfortzone proosten. Voelt het al enigszins onwennig om bier te bestellen vanaf een menu-kaart, dan is daar vervolgens een enorme keuze-stress . De keuze tussen een pilsje, witbier of Trappist was bijna een no-brainer. Ja okay, wel of geen citroentje in mijn witbier, maar die keuze was te doorstaan. Eenmaal uit de comfort-zone werd ik voor hetere vuren gezet. Hoe wordt ik geacht te kiezen tussen bier met de smaak van Indiase koriander of met de smaak van trekdrop. Tussen bier gerijpt op gepekelde whiskey-vaten of bier met stukjes Sinaasappelschil en limoengras. De prachtige namen maken de keuze niet makkelijker: Ons Blackie, Evoluonder, 40Watt en -mijn inmiddels favoriet- Doerak.
Ambachtelijk Speciaal-bier. Ik reken mezelf absoluut niet onder de kenners. Wel onder de liefhebbers. Met de komst van de brewpubs gaat er een hele nieuwe wereld open! Een wereld die om enige durf maar vooral om experimenteren vraagt. En experimenteren daar zijn we in Eindhoven groot mee geworden. Alleen dient in dit geval Nat Lab wellicht letterlijk opgevat te worden.
Laten we allemaal maar van die verwende gasten worden.